Beginselen en eischen - pagina 92

Nieuwe Rotterdamsclie Ct. na het optreden van den Minister I d e n b u r g warme woorden van hoopvolle verwachting aan dezen bewindsman wijdde; laatstgenoemd blad ten vorige jare den Minister van Justitie noemde „een groote kracht voor het Kabinet, waarvan hij deel" uitmaakt; nog 24 September 1.1. opkwam tegen de voorstelling, alsof met de invoering van de Kinderwetten te weinig spoed was gemaakt, en den Minister van Financiën onverholen loofde voor de wijze, waarop de verlenging van het Bankoctrooi geschied is en verdedigd wordt; het Sociaal Weekblad 16 September 1.1. de troonrede van den vorigen dag uit handen legde „met de overtuiging, dat er thans hard wordt gewerkt." Terwijl zelfs Mr. G o e m a n B o r g e s i u s niet kon nalaten omtrent den Minister van Oorlog te verklaren, dat de maatregelen, door dezen bewindsman in den stakingstijd genomen, „waren niet alleen krachtig, maar ook verstandig, en in hooge mate getuigende van organiseerend beleid." Voorts vergete men niet, dat van de oude leus: „de openbare school is in gevaar" weinig magische kracht meer uitgaat, waar deze school meer en meer een der voornaamste steunpunten van het socialisme wordt, en de nieuwe leus over de reactie, het eerst aangeheven door de socialisten, en die thans reeds door enkele vrijzinnigen nageroepen wordt, weinig succes belooft. Dan heeft de wassende macht van het socialisme, en het steeds meer afglijden van de vrijzinnigheid naar links, dezerzijds steeds voorzegd, velen, toen zij zagen wat nog maar was het uitslaan van den leeuwenklauw, gelijk in socialistischen trots gezegd werd, met schrik vervuld, die nu beseffen, dat van de Regeeringstafel tegenover Mr. T r o e l s t r a en de zijnen heel wat anders noodig is dan het geflikflooi van Mr. P i e r s o n . Te recht schreef dan ook de Standaard 9 Mei 1.1.: „Meer dan ooit is er thans bij duizenden en duizenden een dispositie om zich te laten winnen. Er is een geopend oor. Er is een weifeling in de gemoederen, waarvan partij valt te trekken. Er biedt zich thans een gelegenheid tot propaganda voor hooger ideaal aan, als allicht nooit terugkeert. En het zou, met het oog op de toekomst van ons vaderland uiterst bedenkelijk zijn, indien zij, die ten deze tot handelen geroepen zijn, hun woord niet lieten uitgaan,"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen