Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ineensmelting - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ineensmelting - pagina 27

Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 2)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

30 allen met elkander tot één lichaam, tot één schoon en waar geheel verbonden zijn, maar ook hierin dat zij ook steun en licht en kracht van elkander ontvangen. Daar is maar niet een lichaam, maar ook de i n n e r l i j k e w e r k i n g van een lichaam. Die innerlijke werking, dat innerlijke leven is krachtiger, al naar mate het kerkelijk leven krachtiger is. En die innerlijke werking, of dat leven des lichaams is zelf dat kerkelijk leven. Rust roest. Zóó is het aan deze zijde van het graf. Dat is vooral ook voor de Kerk waar, ten minste zoo in het leven en in de bestaande onrust maar de ïï. G e e s t werkt. De H. Geest doet ons niet rusten, — wèl in den Heere, maar niét in ons zeiven, niet in onze gebreken, en in onze inwonende duisterheden, en ook niet in ons zondig woelen. Want daar is een onrust der zonde, ook in het kerkelijk leven. Maar dat is niet het w a r e kerkelijk leven, hetwelk wij bedoelen. Waar Gods Geest werkt, werkt Hij onrust. Want naar alle zijden is er gebrek. Naar alle zijden is er te werken, niet het minst in het Huis Gods. Daar kan nooit een rusten zijn in de bestaande toestanden. Zoodat, waar rust is in de Kerken, daar is dit, — daar het hier de tijd van strijd is, en de tijd waarin ons rusteloos wordt toegeroepen het „waakt en bidt," — niet een teeken van voorspoed en van zegen, maar van geestelijke matheid en slaperigheid, en een teeken van gedeeltelijke onttrekking van den onmisbaren Geest des Heeren. — Maar wij hebben ons, — en wij hebben hierin niet te roemen in ons zeiven! — wij hebben ons tot roem van onzen God die nog gedenkt aan Zijn Verbond, als Christenen en broeders, niet booslijk aan elkander onttrokken, maar ons bij aanvang aan elkander gegeven, gelijk het de Heere wil! Want in ons die van nature ons zeiven slechts beminnen, in ons werkte iets van den ijver, niet voor ons huis, maar voor des H e e r e n Huis, hetwelk eeuwig zal zijn, en dat door den Zoon, Dien Hij zich gesterkt heeft! En in den arbeid voor Zijn Huis wil Hij ook ons gebruiken, en wij mogen ons niet ijdel daaraan onttrekken! Zoo willen wij dan mèt elkander, — want alleen mèt elkander kunnen wij dit doen, — des Heeren Huis bouwen, om het een pilaar en vastigheid der waarheid te doen zijn in deze verwarde tijden, waarin alles op losse schroeven wordt gezet, doch waarin ook nog een zoeken naar de waarheid openbaar wordt! Onrust! Laat in de Kerken de ware onrust ons maar bezielen,

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

De ineensmelting - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's