Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 17

Vier toespraken

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

18 had hebben op h e m zoowel als op mij. Z o o ook, wanneer ik zeg: „men heeft mij in die zaak niet gekend." In den Bijbel vindt ge kennen in dien zin op velerlei wijze gebruikt. Zoo zegt de Heere van A b r a h a m : „Ik heb h e m gekend, opdat hij zijnen kinderen en zijnen huize na zich zoude bevelen en zij den w e g des Heeren houden" (Gen. 18:19); en bij den profeet Jeremia lezen wij: „Hij heeft de rechtzaak des ellendigen en nooddruftigen gericht. Is dat niet Mij te kennen, zegt de Heere?" (hfdst. 22:16). Het kennen onderstelt daarom een waken en zorgen voor iemand of iets, waarom de Spreukendichter zegt: „De rechtvaardige kent het leven zijner beesten", (hfdst. 12:10). Als David vluchten moest voor Saul en zich verbergde in de spelonk, kon hij klagen: „Ik zag uit ter rechterhand, en zie, zoo was er niemand, die mij kende; niemand zorgde voor mijne ziele" (Ps. 142 : 5), terwijl hij elders jubelt: „Ik zal mij verheugen en verblijden in u w e goedertierenheid, omdat Gij mijne ellende hebt aangezien en mijne ziele in benauwdheden gekend"

(Ps. 31 : 8).

Deze weinige plaatsen zullen voldoende zijn om u te doen gevoelen dat er in het kennen, zooals de H. Schrift het verstaat, een veel rijker en dieper inhoud ligt, dan wat kennen naar de gewone opvatting zegt: een bewustzijn hebben, een weten van iets. Het ware kennen heeft zijnen zetel in het diepst van het menschelijke wezen, in het hart, waaruit de uitgangen des levens zijn, en verbindt zich daarom met het leven en het lieven van dat hart. Het oppervlakkige kennen, dat slechts een weten is, meer niet, maakt den mensch eigendunkelijk,

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 70 Pagina's

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 70 Pagina's