Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ineensmelting - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ineensmelting - pagina 34

Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 2)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

37 deze eigen roeping en plaats der Kerk zich te mogen, of ook maar te kunnen dringen! En ook, er is op aarde geen dierbaarder of heerlijker macht voor den Christen, dan de Kerk, die van 's Heeren wege Gods Woord met Zijn Sakrament, in de hand houdt! Hoe, wèl onberedeneerd maar tóch levendig, gevoelden die eerste Christenen het! Hoe nauw sloten zij zich allen aan elkander en vormden één geheel, waaraan elk lid aanhing en in welks gemeenschap elk lid zich verheugde! J a , die gemeenschap ging zóóver, — vanwege het hooggaand gevoel en machtig geestelijk bewustzijn dat zij allen één waren, dat zij allen één lichaam, één huisgezin, het huisgezin des éénen hemelschen Vaders en der verlosten door Jezus' bloed waren, — ik zeg dat gevoel en bewustzijn was zóó alles te bovengaande, dat het leven dier discipelen scheen op nog ander terrein dan het eigenlijk kerkelijke, tot één eenig geheel te zullen worden, en dat het scheen het menschelijk leven over zijn gansche breedte schier te zullen vervullen. Want „de menigte van degenen die geloofden, was een hart en één ziel, en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen was, maar alle dingen waren hun gemeen." J a „allen die geloofden, waren bijeen." „En dagelijks eendrachtig in den tempel volhardende en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten." Deze krachtige werking van de eenheid en gemeenschap der geloovigen, die tot de grenzen van den persoonlijken eigendom toe overschreed, was slechts voor dat eerste oogenblik. In hoever wij ons aan het voorbeeld dier eerste Christenen in zake hun oefening van de onderlinge eenheid en saamhoorigheid, behooren te houden, leeren wij gemakkelijk uit de wijze, waarop de Christenen verder onder de leiding en naar den wil der apostelen, hun onderlinge eenheid op elke plaats openbaarden. Die eenheid openbaarden zij hierdoor, dat zij op elke plaats vormden een éénige Kerk, die leefde onder eenzelfde stel of vergadering van opzieners, terwijl voorts door de apostelen in den boezem dier Kerken alle zweem van gedeeldheid streng te keer gegaan werd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

De ineensmelting - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's