De ineensmelting - pagina 50

53 van geestelijke vorming! En komt in de onderscheidenheid de heerlijkheid van het g a n s c h e Huis niet uit! En komt juist in de verscheidenheid van vorming en inzicht en denkwijze op velerlei gebied, niet tè meer de grondige en waarachtige eenheid uit! Want waar in weerwil van dit alles, datgene waarin wij één zijn zich handhaaft, daar wordt die feitelijke eenheid, dat feitelijke bijeenbehooren des tè meer bewaarheid. Want dit is zeker: als wij uiteengaan, zouden wij ons gaan verzwakken, — niet alleen dat wij dan niet zooveel in de wereld voor den Heere zouden kunnen uitrichten, maar ook hièrin, dat dan een ieder in zijn eigen richting eenzijdig zou voortgaan, zonder de leiding der anderen. Waarlijk, wij zijn e l k a n d e r s leden! Want wij hebben m e t e l k a n d e r den Geest van Christus. Wee onzer, zoo wij de gaven des Geestes in onze broeders, omdat zij van ons in sommige dingen verschillen, verachten, ons zeiven voortreffelijker achtende! Maar zoo wij den Heere en elkander getrouw zijn, zoo zullen wij elkander helpen in de goede richting, en dit naar de eigen instelling des Heeren in Zijn eigen Huis! Zijn wij niet één lichaam, zijn wij niet één huis! Laat ons dan als levende steenen een iegelijk den éénen bouw steunen, en laat ons niet tegen de eenheid zondigen! Een goed gebaseerde en ook plaatselijk doorgevoerde eenheid der Gereformeerde Kerken zou ons volk stalen voor allen Christelijken arbeid buiten het eigenlijk kerkelijk teirein. Want hiér ligt de kern des levens. Want indien ergens, dan klopt in de Kerk, in het kerkelijk samenleven, het hart des volks. Zóó de Kerk, zóó het leven. Want het godsdienstig beginsel beheerscht ten slotte alles, ook het huiselijk leven! Ook hièrom is het van zoo groot gewicht, dat het leven des volks in de K e r k krachtig en gezond zij, omdat van daaruit, van de Kerk uit, de lichtstralen des Goddelijken Woords uitgaan, en uit moeten gaan. Want niet maar een paar losse teksten, maar ook de Schrift in haar geheel, doet ons zien, dat aan de Kerk de woorden Gods zijn toebetrouwd. En zoo heeft de Kerk in de eerste eeuwen het ook verstaan. Daarbij weten wij dat die Kerk als zóódanig o p t r e e d t in haar instituut en door haar ambten. En voorts weten wij dat het Woord Gods, dat de waarheid Gods beteekenis heeft niet alleen voor het eigenlijk kerkelijk leven, en niet alleen om ons den weg naar den hemel te wijzen, maar ook van beteekenis is voor alle andere terreinen des levens. Of zou iemand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen