Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 9

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 inzake het hebben van het recht en van de schuld, zelfs algemeen, beweerd is. Ja, men vergunne mij, als mijne overtuiging uit te spreken, dat de schuld niet voor het minst juist bij de straks genoemde heeren en broederen en voor een veel geringer deel, dan in de brochure, op de Synode en in onze pers geschiedde, bij de broederen, die de minderheid uitmaakten, moet gezocht worden. Zeker, bij de minderheid, zoo zij — wat m. i. geene verplichting was — metterdaad tot een vergelijk wilde komen, is ook een deel der mislukking te zoeken en te vinden, aangezien zij zooveel, of liever r u i m zooveel, vroeg, als te Groningen — toen er geen denken aan was, om zoo tot eenheid te komen — geëischt werd, en ook omdat zij weigerde amendementen in te dienen op het voorstel—BAVINCK C. S. Doch dat zij, en zij alleen, de schuld der mislukking heeft, door — gelijk Dr. BAVINCK heeft beweerd—op het standpunt van prof. LINDEBOOM te gaan staan, — dat wil dan zeggen, uit te spreken, dat de opleiding tot den dienst des VVoords naar de Heilige Schrift door de Kerken moet gegeschieden — is niet door Z. H. G. bewezen; sterker nog, dat is niet te bewijzen, omdat het niet zoo is. Recht en billijkheid vorderen, dat men dit afdoende en overtuigend bewijze uit hetgeen door de minderheid ter Synode ingediend of namens haar gezegd is. En waar nu van harentwege met geen enkel woord van dat moeten gewag is gemaakt, daar is het ten eenenmale en volslagen onmogelijk, het bewijs te leveren, dat zij zich werkelijk op dit standpunt geplaatst heeft. Met allen ernst zij dan ook gevraagd : gaat het aan, — zonder dat eenig gegrond bewijs daarvoor geleverd i s ! — te zeggen, dat de broederen, die in dezen aan de zijde van prof. LINDEBOOM stonden, daartoe geleid werden door dezelfde motieven, waardoor Z. H. G. bewogen werd te spreken en te handelen, gelijk hij deed? Zoo ja, dan veroorloof ik mij hetzelfde recht, en zeg: doordat Ds. B . v. SCHELVEN, toen de beslissing vallen moest, een voorstel deed, dat op de lijn van prof. L. lag, was ZEerw\ op het standpunt van prof. L. overgegaan, en dientengevolge mede oorzaak, dat proL BAVINCK (zijns

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's