De ineensmelting - pagina 49
Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 2)
52 Dat het tegenstaan van de Ineensmelting verdedigbaar zou zijn van uit ons beginsel, of verdedigbaar met de Schrift in de hand, zal niemand kunnen zeggen. Maar waarom betreden wij dan niet liever het veilige pad onzer beginselen en het pad van Gods Woord? Op alle terrein des levens is het goed en noodig ons aan Gods Woord te houden, maar vooral dunkt ons, is het noodig op het gebied van Gods Huis en op het teere gebied van de eenheid van het Lichaam des Heeren. L a a t ons toch met heilig beven die eenheid, die geestelijke eenheid, die eenheid in Christus van Zijn gansche Lichaam, ontzien, die eenheid waarin eigenlijk het Lichaam, waarin eigenlijk de Kerk b e s t a a t . L a a t ons niet de K e r k aantasten! L a a t ons toch de Kerk, het Lichaam des Heeren ontzien ! L a a t ons het Huis des Heeren b o u w e n ; laat ons het niet afbreken; d a t is het waartoe het Evangelie roept. Het roept niet alleen tot den Christus, maar ook tot het Lichaam; dat i s : tot de K e r k ; dat is: lot de Gemeente. Want Ambt en Evangelie roepen tot de eenheid, gelijk zij tot den C h r i s t u s ons altijd weder roepen! O waarom zullen wij den H. Geest tegenstaan! Neen, het is hier niet een zondigen van de onvergeeflijke zonde tegen den H. Geest. Maar er is nog meer zonde tegen den lieflijken Geest van den Vader en den Zoon, dan juist de onvergeeflijke. Want die Geest juist, roept met het Evangelie, tot de ééne gemeenschap aan den Vader en den Zoon, dat is: tot de ééne K e r k . Want die niet v e r g a d e r t , die verstrooit; en die werkt in dezen Woord en Geest en Ambt en Kerk t e g e n . Of houdt het „vergaderen" (Matt. 1 2 : 30) het verdeeld en gescheiden - blijven in twee of in drie kerken in ? Alsof er, — behalve dat de zin van dit woord duidelijk genoeg is, — niet een nóg klaarder uitdrukking voor wordt gebruikt, n. 1.: „tot èèn vergaderen ! " (Matt. 23 : 37). Bezwaren ? Wat hebben hier uwe bezwaren te zeggen ? Alsof de Heere niet tal van bezwaren in een ieder van ons allen heeft, en alsof hij niet tal van bezwaren en in de Kerken der Scheiding èn in die der Doleantie heeft! Of denkt gij dat iemand, — of denkt gij dat één onzer Kerken, hetzij uit de Doleantie, hetzij uit de Scheiding, voor Hem kan bestaan! Maar Hij neemt ze allen aan, opdat wij ook e l k a n d e r , opdat Zijne Kerken ook alzoo e l k a n d e r getrouw, en ten einde toe, zouden aannemen, en toch diep blijven bekennen den diepen grond van eenheid, dien ze allen hebben met elkander, in weerwil van verschillen, en onderscheid
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 51 Pagina's
![De ineensmelting - pagina 49](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-ineensmelting/1903/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 51 Pagina's