De ineensmelting - pagina 26

29 ten slotte liever verkiest haar eigen wegen te gaan, en te doen zooals z ij wel het liefst wil. Het kwaad dat alhier bij ongehoorzaamheid als een oordeel Gods te duchten is, vloeit vanzelf voort uit het zich afgescheiden houden, uit het zich afwenden van de leden van Christus, en van deelen met wie men samen het lichaam vormt. Het onvermijdelijke en treurige gevolg i s : een o p z i c h z e l f komen te staan, een stijf vasthouden aan e i g e n leven, zooals men het zelf sinds lang begrepen had, een blind worden voor het voortreffelijke dat ook bij andere deelen van het lichaam van Christus is, een zich afsluiten in zich zelf, een bij gemis van de kennis van hetgeen buiten is, vervuld worden van het blinde besef van eigen geestelijke voortreffelijkheid en van de anderen best te kunnen missen, een geestelijke bekrompenheid en engheid niet alleen jegens broeders, maar zelfs in zijn blik op de waarheid Gods en de gezonde leer en den zuiveren weg der godzaligheid. Een toestand in een woord die maar al te veel het kenmerk draagt van zich ontwikkeld te hebben b u i t e n de gezonde en zuiverende strooming van het volle kerkelijk leven. — Want wij zijn allen e l k a n d e r s leden! Daarom k a n de hand tot den voet niet zeggen: ik heb u niet van noode. En indien zij dit toch booslijk zegt, zal de Heere die verachting van Zijn Woord, en dit nogal door Zijn volk, — bezoeken in geestelijke krankheden en machteloosheid. Dit alles mijdt men, waar men zich zooveel mogelijk in het volle en frissche leven dat in het lichaam is, begeeft. Daar krijgt ieder deel en lid zijn eigen plaats en werking ten opzichte van de andere lidmaten in het lichaam. Want het is één éénig lichaam. Zoo hebben al de leden en deelen e l k a n d e r noodig, en de werking van niet één lid kan gemist worden. En scheidt ge een deel of lid af, zoo is het lichaam niet volmaakt, maar het lijdt daaronder en dat lid het meest. Hoe heerlijk, waar Christus ons aangenomen heeft, dat wij nu ook elkander aannemen. Maar wij stemmen toe: daar is wrijving, daar zijn verschillende inzichten. Wij hebben ook elkander n o o d i g : wij m o g e n wat wij hebben ontvangen van den Heere, niet voor ons zeiven houden. Wij m o e t e n ons aan elkander geven: zóó wordt het lichaam volmaakt. Want in a 1 de leden van het lichaam werkt de Geest, en werkt het ontvangen en aangenomen Woord Gods. En zoo werken de leden op en in elkander. En zoo is het ook een lichaam. En dit niet slechts daarin, dat zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen