Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 11

Afscheidswoord uitgesproken den 25 Januari 1903..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

i2

baarheid en kostelijkheid van dezen wensch in het licht treden, wanneer wij het tweede gedeelte ervan gaan overdenken. Dit tweede gedeelte luidt: En uic geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam icorde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. Uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam. Gij hoort het, Gel., de Apostel spreekt hier van drie deelen des menschen, namelijk van geest, en ziel, en lichaam. Hieruit, Gel., moet gij intusschen het gevolg niet trekken, alsof de mensch uit drie deelen zou bestaan, namelijk uit geest, ziel en lichaam. De mensch bestaat niet uit drie, maar uit twee deelen, namelijk uit ziel en lichaam. In den beginne heeft God de Heere het lichaam des menschen uit het stof der aarde geformeerd, en in de neusgaten van het uit het stof geschapene lichaam den adem des levens geblazen. Reeds hieruit blijkt duidelijk, dat de door God geschapene mensch uit twee deelen, namelijk uit lichaam en ziel, bestaat. Overigens is dit de volstandige leer der H. Schrift. Ook Paulus spreekt elders van twee deelen, bijvoorbeeld 1 Cor. 7 : 34 en 2 Cor. 7 : 1, waar hij de geloovigen opwekt: Laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleesches en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreeze Gods. Worden, gelijk hier, geest en ziel nevens elkander gesteld en van elkander onderscheiden, dan geeft de uitdrukking „geest" te kennen het hoogere, zuiver geestelijke vermogen der ziel, waardoor de mensch God kent, met Hem in gemeenschap treedt, en waardoor hij zich boven de natuur rondom hem verheft, terwijl de uitdrukking „ziel" aanduidt het zinnelijk waarnemende, gevoelende, strevende en begeerende vermogen, waardoor de mensch met de zinnelijke wereld in aanraking komt. Spreekt de Apostel in onze woorden van geest en ziel, en maakt hij tusschen die beide onderscheid, dan wil hij er niet mede aanduiden, dat zij beide een zelfstandig bestaan hebben ; maar hij drukt zich alzoo uit, om te doen uitkomen, dat het zijn innige en vurige wensch is, dat de geloovigen geheel en al, dat hunne gansche

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1903

Brochures (TUA) | 28 Pagina's

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1903

Brochures (TUA) | 28 Pagina's