Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 20

Afscheidswoord uitgesproken den 25 Januari 1903..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

21 dat werk ook in ons begonnen ? Zijn wij getrokken uit de macht der zonden en overgezet in het Koninkrijk van Christus ? Is het onze lust, om den Heere te zoeken en in zijne wegen te wandelen ? Men heeft terecht gezegd, dat de innerlijke lust tot heiligheid of tot een heilig leven een der beste en zekerste merkteekenen is van het genadeleven, dat God door de wedergeboorte in het hart van den zondaar inplant. Vindt gij, Gel., dien lust in u ? Vindt gij in u een afkeer van de zonden, waardoor God onteerd wordt, en daarentegen eene innige begeerte tot een heilig leven, waardoor de Naam des Heeren geprezen wordt ? Staat gij naar heiligheid en jaagt gij haar na ? O, bedenkt, Gel., dat zonder heiligmaking niemand God zal zien. Wie hier niet aanvankelijk geheiligd is, zal niet eenmaal geheel en al geheiligd worden. Buiten, eeuwig buiten zullen zijn alle zondaren, die in de zonden geleefd hebben en gestorven zijn. Eenmaal zal het tot de goddeloozen heeten : Verre van hier, gij onheiligen ! gaat weg, gaat voor eeuwig weg in het helsche vuur, dat den duivel en zijnen engelen bereid is. Maar binnen, binnen in het nieuwe Jeruzalem, zullen zijn alle reinen van harte, die door het bloed van onzen Heere Jezus Christus van al hunne zonden gewasschen en door zijnen Geest vernieuwd en geheiligd zijn, en binnen zijnde, zullen zij God zien en storeloos en eeuwig in de gunst en in de gemeenschap van den Drieƫenigen God deelen. Doch vergunt mij, Gel., om nog een toepasselijk woord te spreken met het oog op de omstandigheid, waarin wij ons thans bevinden. Ik ben heden voor de laatste maal als uw herder en leeraar voor u opgetreden, om niet alleen van u afscheid te nemen, maar ook om de bediening van mijn ambt neer te leggen en te gaan rusten. Ik heb u, gemeente te Kampen, bijna dertig jaren in het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus mogen dienen, en de Heere heeft mij alle die jaren in mijnen dienst naar lichaam en ziel gesterkt, zoodat ik onafgebroken mijn werk onder u kon en mocht waarnemen. De

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1903

Brochures (TUA) | 28 Pagina's

De algeheele heiliging van de geloovigen, de wensch van de dienaar des Evangelies - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1903

Brochures (TUA) | 28 Pagina's