De ineensmelting - pagina 23
Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 1)
27 scheiden plaatsen in het minst niet. Onze kerkelijke praktijk immers scheurt op vele plaatsen zelfs zulke lidmaten die in hetzelfde huis, in dezelfde straat als het ware door elkander heen wonen, maar willekeurig uiteen, — en uit het verband en de gemeenschap met elkander, in welke zij door Gods Vaderlijke en wijze voorzienigheid reeds gebracht waren. Daardoor is het, dat, — wanneer gij d ooisommige steden of plaatsen van ons vaderland al wandelende voortschrijdt, — gij, als ware het een grap! — éérst komt b. v. aan de woning van een huisgezin hetwelk behoort tot een zekere „kerk A", terwijl gij vlak daarop komt aan een huis waar menschen wonen die hoewel óók Gereformeerd, toch behooren tot een zekere andere kerk op diezelfde plaats, genoemd b. v. „kerk B . " Daarna, — uw wandeling vervolgend, — komt ge weder aan een woning door leden van „kerk A " bewoond, maar waar toch óók nog een of twee afzonderlijke leden van de andere genoemde kerk wonen, of misschien wel van nóg een heel andere kerk daar ter plaatse, — doch niet van een andere maar ook van dezelfde n. 1. van onze eigen Gereformeerde belijdenis! En zoo, en somtijds op nog grilliger wijze, gaat het voort! Waar nu de toestand zelfs zóó is, en alle zelfs s c h i j n b a a r wettige grond tot verdeeld zijn in twee of meer kerken ontbreekt, daar dringt de eisch tot ineensmelting nog des te meer, en daar is die eisch nog des te meer onafwijsbaar. Onafwijsbaar ten minste voor een conscientie, die voor de heiligheden des Heeren buigt. Wij mogen aan de willekeur, wij mogen aan de gril, wij mogen aan den vleeschelijken lust, op het kerkelijke erf, op het erf des H e e r e n , geen plaats geven, en waar deze boosheid plaats gekregen heeft, die plaats niet onaangetast laten, zoo wij den Heere liefhebben, en mitsdien ook Zijn Kerk liefhebben. Laat ons dan reformatorisch optreden, daar waar in dezen nog meer naar het vleesch, dan naar ten Heere geluisterd wordt! En laat ons niet langer verbroken laten zijn het Huis en de Woning onzes Gods, op welke plaats, in welke stad of dorp ook! Want des Heeren Huis is heilig; en wij zullen het niet schenden, maar wij zullen Zijne steenen bijeengaderen, en wij zullen zijne muren opbouwen en zijne gebinten samenvoegen; en zoo zullen wij op alle plaats weder den heerlijken tempel doen verrijzen! Maar dan moet hetgeen gebroken is, weder geheeld worden; en dan moeten d j
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1903
Brochures (TUA) | 47 Pagina's
![De ineensmelting - pagina 23](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-ineensmelting/1903/03/01/1-thumbnail.jpg)