De ineensmelting - pagina 37
Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 1)
37 Gij zoekt toch als oprecht geloovige twee zaken: gij zoekt Christus en gij zoekt Zijn L i c h a a m . Want van b e i d e n gevoelt gij u een lid. Met b e i d e n hebt gij op het innigst van doen tot in alle eeuwigheid! En beiden zoekt gij, omdat gij Christus liefhebt. Ook het Lichaam of de Kerk! En dit, omdat Christus u door Zijn Kerk heen, met Woord en Sacramenten voorzien, leidt en zegent, — maar ook omdat nu eenmaal na Christus die Kerk, die Bruid van uw Christus, het hoogste uwer blijdschap is! En ook omdat elk lid als zoodanig zoekt zijn lichaam, in het welk het zich alleen thuis gevoelt en in hetwelk het volle leven bruist, dat aan het lid eigen is! Uit dien drang, dien verklaarbaren geestelijken drang in uw Christelijk gemoed, naar het Lichaam in zijn openbaring, ontstaat nu, geleid door de onderwijzingen en regelen van Gods Woord in deze, het gansche kerkelijke streven. En daarom, de vergadering waar dat zuivere kerkelijke streven, dat de K e r k, of het L i c h a a m zoekt en omvat, n i e t voorzit, is geen eigenlijke K e r k , — is slechts een sectarische uit menschelijk willen voortgekomen verzameling, — tot godsdienstige doeleinden misschien, maar geen ware of zuivere K e r k . En hieruit wordt dan ook duidelijk, waaraan het peil van gezondheid van uw k e r k e 1 ij k leven in deze moet gekend worden; of anders gezegd : waaraan men het kan weten in hoever uw „Kerk" waarlijk K e r k is, — hóéveel gebrek ook overigens nog in uw kerkelijke p r a k t ij k of kerkelijke h a n d e l i n g e n mocht te vinden zijn. Het is toch in elk geval de eerste vraag of de w o rt e 1 van ons zijn, van ons bestaan als „Kerk" g o e d is. Of anders gezegd: of de wortel waarop onze „Kerk" stoelt en leeft goed is, d. i. of die wortel wel zuiver k e r k e 1 ij k is. Bij allen strijd, bij alle verwarring en streven dat zich somtijds in ons kerkelijk leven voordoet, zij men toch b o v e n al en e e r s t bezorgd, dat men d e K e r k behoude, en dat men zich niet van den broeder afsluite, want gij kunt in uw kerkelijk leven den broeder niet missen, en gij zijt zonder hem als Kerk niet volmaakt. Want d i t is in de eerste plaats noodig, zal ons kerkelijk leven e e n i g e waardij als zoodanig behouden : dat onze kerkelijke kring waarlijk het kerkelijk karakter bezitte en behoude. Dan, als gij waarlijk K e r k zijt, dan kunt gij ook waarlijk a l s K e r k optreden en strijden en arbeiden.
d
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1903
Brochures (TUA) | 47 Pagina's
