Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 30

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar aan de Theologische School te Kampen, op Woensdag 8 April 1903

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

31

christelijke mysteriën te kunnen gewinnen, moet de philosophie aan de Theologie in de rede waarheden, die zij tot evidentie gebracht heeft, de fundamenten verstrekken, waarop zij met hare analogie-bewijzen kan opereeren. Ook in dien zin dient de philosophie de Theologie, gelijk dan ook in dezè beteekenis het bekende woord moet opgevat „philosophia est ancilla Theologiae". En als men slechts bij dit licht dat woord beziet, dan bemerkt men daaruit, hoe in dit zeggen voor de wijsbegeerte niets vernederends ligt. Want wel dient ongetwijfeld de philosophie in het boven aangegeven tweevoudige opzicht de Theologie, maar het is toch geen smaad voor de wijsbegeerte, dat zij voor eene hoogere wetenschap gebruikt kan worden en ook metterdaad gebruikt wordt. Precies hetzelfde vindt ook by andere wetenschappen plaats. De resultaten van de wetenschap der Natuur, der Taal, enz. kunnen ook aan de Theologie dienstbaar gemaakt worden. En toch zal hierin niemand iets vernederends voor deze wetenschappen zien. Slechts, wie de bizondere openbaring Gods loochent en het philosophische denken als het eenig-ware denken beschouwt, kan in deze dienstbetrekking van de philosophie tot de Theologie eene poging zien, om haar af te rukken van de hoogte, waarop hij haar verkeerdelijk gesteld heeft. 5e ) Ook tegen deze opvatting van de verhouding tusschen Godgeleerdheid en wijsbegeerte hebben wij ernstige bezwaren. Wij kunnen ons onmogelijk met haar vereenigen. En dat om deze redenen. Allereerst loochent deze voorstelling de duidelijke onderwijzing der Heilige Schrift, dat door de zonde het verstand des menschen is verduisterd geworden en dat dientengevolge zonder de verlichting des Heiligen Geestes nimmer zuivere kennis van God, van de deugd en de onsterfelijkheid ") mogelijk is. 5S) In de tweede plaats steunt heel deze voorstelling der Roomsche kerk op de veronderstelling, dat er eene natuurlijke- en eene bovennatuurlijke openbaring Gods is, en dat door de eerste ook eenige geheel zuivere

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's