Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 47

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar aan de Theologische School te Kampen, op Woensdag 8 April 1903

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

48 Godsdienst. Mocht iemand nog nieenen, dat de historische Godsdienst-wetenschap hierbij alleen aan liet woord is, die meening zal moeten wijken voor de overweging, dat langs zuiveren empirischen w-eg zelfs niet altijd de Godsdienstverschijnselen als zoodanig zijn te erkennen. 37) Baljon, Encyclopedie der Christelijke "Theologie, 204. Zijne beschrijving van de wijsbegeerte van den godsdienst stemt overeen met die van Kuyper. 38) De Wijsbegeerte in onze Theologie, opgenomen in „Nieuwe Bijdragen op het gebied van Godgeleerdheid en Wijsbegeerte - ', IV, 1884, 2 en 4. 39) Gunning, t. a. pl., I, 49. Tegelijkertijd poogt hij echter aan te geven de onderscheidene wijze, waarop de hoogleeraar in de Theologie de wijsbegeerte van den godsdienst behandelt en een hoogleeraar in de wijsbegeerte den godsdienst bespreekt. „Een ander — de hoogleeraar in de wijsbegeerte van den godsdienst — heeft de godsdienst te beschouwen in zijn wijsbegeerte (de term is gebrekkig), dat is in zijn oorsprong en algemeen-menschelijken aard. De hoogleeraar in de faculteit der wijsbegeerte heeft te behandelen het godsdienstig karakter van het algemeen geldige: de hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid, het algemeen geldig karakter van het godsdienstige. Gene vraagt in naam van het algemeene leven naar het recht van den godsdienst; deze in naam van den godsdienst naar het recht van 't algemeene* leven. Gene heeft den godsdienst 'tot voorwerp, deze tot grondslag van zijn onderzoek. Gene ziet in haar een belangwekkend stuk psychologie, deze een toebereiding tot den zendingsarbeid der kerk. Gene behandelt de wijsbegeerte, ook in den godsdienst; deze den godsdienst, ook in zijn wijsbegeerte. Gene de wijsbegeerte van den godsdienst: deze de icijsbegeerte van den godsdienst. 40) Die geistigen und socialen Strömungen des neunzelinten Jahrhunderts, 211 en 212. 41) J. H. Scholten, Geschiedenis der godsdienst en wijsbegeerte, derde druk, 1863, 4 en 5. 42) L. W. E. Rauwenhoff, Wijsbegeerte van den Godsdienst, I, 1887, 5. 43) Over de methode der wijsgeerige godsdienstwetenschap, opgenomen in Studiën op godsdienst- en zedekundig gebied, II. „Welnu de door ons te bezigen toetssteen kan geen andere zijn dan in de eerste plaats ons eigen godsdienstig bewustzijn, mits gedragen door het collectieve bewustzijn der op eenerlei hoogte van ontwikkeling verkeerenden en voorts zorgvuldig te controleeren door hetgeen zich in al de godsdienstige verschijnselen als het meer of minder essentieele in het godsdienstig bewustzijn der menschheid aan ons ontdekt" ^97, 98). 44) Hoekstra, Bronnen en Grondslagen van het goddientig geloof, 1864, 19. ,,'t Is mijn voornemen niet, het eerste beginsel (n.1. dat wij alle ware kennis van en geloof aan eene bovenzinnelijke wereld te danken hebben aan eene reclitstreeksche en bovennatuurlijke openbaring van Godi opzettelijk te bestrijden; er is toch over dit onderwerf) in de laatste jaren zooveel geschreven, dat ik daaraan niet veel nieuws zou weten toe te voegen." Zie ook blz. 34 en 85,86. 45) „Tusschen de gezamenlijke godsdiensten onderling bestaat eene zekere eenheid. Zij zijn n.1. allen te zamen één van oorsprong, resultaat van eenzelfde psychologische proces, en alle verschil, dat er tusschen hen bestaat, is het gevolg hiervan, dat de voorwaarden, waaronder dat proces plaats grijpt, bepaaldelijk de gemoedstoestand en het redelijk inzicht, telkens andere zijn." (Woorden geciteerd door Rauwenhoff, t. a. pl., I, 56).

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

Godgeleerdheid en wijsbegeerte - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's