De dogmatische grondslag der Vrije Universiteit te Amsterdam - pagina 8
Rede, gehouden in de meeting der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag, te Groningen, den 6en Juli 1904
5 Deze geen
Gereformeerde of
andere
souverein baring
over zijn wereld is ; dat de Heilige Schrift Zijn open-
is, aan wier gezag, als aan het Woord van zijn God, de
mensch
zich
volstrekt
heeft te onderwerpen.
andere kunnen noemen, de genoemde echter met
wil men Calvinistische beginselen zijn
dan de zuiver Christelijke beginselen als, dat God
voldoende
hen
hetzij
afgeleide
Ik zou hier nog
daarmee gelijkstaande, hetzij uit
beginselen.
deze te noemen.
Voor ons onderwerp is het De zooeven genoemde en de
gelijkstaande beginselen nu dragen, omdat zij aan het
Christelijk
denken
gaan,
vooraf
aprioristisch karakter.
wat
men
ook wel noemt een
Zij zijn door wie ze heeft aan hem, dié
ze niet heeft, niet te bewijzen, want het zijn in den volstrekten zin eerste beginselen, onmiddellijk zekere voor hunne bezitters. Beginselen nu die a priori zijn, d. w. z. aan het denken vooraf gaan,
noemt
voorrede nunft",
men ook wel dogmatisch.
Zoo zegt Kant in zijn
de tweede
„Kritik der reine Ver-
van
dat de
wetenschap
vaste en zekere Hij bedoelt
uitgave
zijner
ten allen tijde dogmatisch, d. i. uit
beginselen a priori streng bewijzend moet zijn.
daarmede
zeker
niet
de straks genoemde Gerefor-
meerde beginselen, maar in het algemeen zulke die aan de ervaring, d i. aan ons waarnemen
en denken voorafgaan.
Maar wijl nu
ook de beginselen dat God souverein over zijn wereld is; dat de Heilige
Schrift Zijn openbaring is, aan wier gezag, als aan het
Woord van God, de mensch zich heeft te onderwerpen — evenzeer aan de ervaring
voorafgaan, dus a priori zijn, kunnen wij ook
deze Gereformeerde beginselen dogmatisch noemen. In
verband
beteekenis
van
nu
met
wat
wij
zooeven
vonden
omtrent
de
„grondslag" en thans omtrent die van „Gerefor-
meerde beginselen" blijkt, dat onder de uitdrukking dogmatische grondslag onmisbare,
moet
worden
denken
aan
verstaan,
dat
het,
bij alle onderwijs
onze Universiteit moet uitgaan van het
beginsel van Gods souvereiniteit over Zijn wereld en daarom van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 juli 1904
Brochures (TUA) | 54 Pagina's