Het probleem van den oorlog - pagina 7
11 de God der slagorden Israels, 1 Sam. 17 : 45, een krijgsman, Exod. 15 : 3, geweldig in den strijd, Ps. 24 : 8, die mee ten strijde uittrekt, Richt. 4 : 1 4 , de l ichters door zijn Geest bekwaamt Richt. 3 : 10, Davids vingeren ten strijde leert, zijne lendenen omgordt met kracht, en zijne vijanden hem ter vernieling overgeeft, 2 Sam. 22 : 35v. Gelijk Hij somtijds ter bestraffing en verootmoediging de nederlaag van zijn volk beschikt, zoo is Hij het ook, die door zijne hulp in den strijd de overwinning schenkt In tal van psalmen en liederen wordt daarom die hulp ingeroepen of voor de overwinning gedankt, Exod. 15, Richt. 5, 2 Sam. 22, Ps. 3, 27, 46, 68 enz. En dit is niet alleen de beschouwing van den oorlog bij het volk, maar evenzeer bij de profeten; Abraham nam deel aan den strijd tegen de overheerschers van Sodom en Gomorra, Gen. 1 4 ; Mozes en Jozua, de richters en de koningen leiden Israël ten krijg tegen de vijanden in en buiten Kanaan : Debora wekt hare landgenooten op tot den strijd tegen Sisera, den krijgsoverste der Kananieten, Richt. 4 : 6 , 1 4 ; Samuel vergadert de kinderen Israels tegen de Philistijnen, 1 Sam. 7 : 5v; een ongenoemd profeet spoort Achab aan tot den strijd tegen Benhadad van Syrië, 1 Kon. 20 : 13v. En de latere profeten, van Amos af, verkondigen de een na den ander, dat de groote en doorluchtige Dag des Heeren voorafgegaan zal worden dooi schrikkelijke oorlogen, Am. 5—7, Jes. 13 : 6—18, Joël 3 : 9—17 enz. Maar daarna zal het rijk des vredes komen, voor Israël en voor alle volken der aarde. Dan zullen ze hunne zwaarden slaan tot spaden, en hunne spiesen tot sikkelen, het eene volk zal tegen het andere geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meei leeren; de vrede zal zoo rijk en overvloeiende zijn, dat zelfs dierenwereld en natuur erin deelen zullen; de wolf zal met het lam verkeeren en de leeuw zal stroo eten als een rund, j e s . 2 : 1—4, 9 : 2—7, 11 : 6 — 9 enz. En al die vrede zal te danken zijn aan den Messias, die een Vorst des vredes is, Jes. 9 : 5 Mich. 5 : 5, Zach. 6 : 13, en aan wiens koninkrijk van gerechtigheid en vrede geen einde zijn zal, Ps. 72 : 17, Jes. 9 : 6. Nu verkeerde Israël in den ouden dag in gansch andere omstandigheden dan de Christelijke gemeente in de dagen van het Nieuwe Testament, zoodat zijne geschiedenis ons niet zonder meer ten regel en voorbeeld kan zijn. Maar in de Oud-testamen-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1914
Brochures (TUA) | 35 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1914
Brochures (TUA) | 35 Pagina's