Grondslag en karakter van de Italiaansch-fascistische staatsleer - pagina 12
10
DE RECHTSSTAAT
aanvaard. Er waren groote verschillen: soms nam hij den vorm aan van het constitutioneele stelsel, de staatsmacht in handen van den vorst met een volksvertegenwoordiging als beperking van de uitoefening door den vorst van die macht, een en ander meestal geregeld in een grondwet; elders had men het parlementaire stelsel, waarbij het zwaartepunt van wetgeving en bestuur gelegen is in de volkskamer; in nog weer andere landen had men de directe democratie, waarbij het laatste woord door middel van het referendum aan het volk zelf is, of wel stonden de hoogste staatsorganen min of meer zelfstandig naast elkander. Wat den staatsvorm betreft kwamen monarchale en republikeinsche staatsvorm voor. De werkelijke volksinvloed liep vaak ver uiteen. Doch hoe ook verschillend in nadere uitwerking, de leidende grondgedachte van staatsrecht en politiek was steeds het beginsel van den rechtsstaat, al verhinderde dit niet, dat vaak machtspolitiek werd gevoerd, en machtstheorieën in de staatswetenschap werden verkondigd. Maar al speelde vaak het machtsbeginsel een groote rol, niemand waagde het practisch en in ernst den rechtsstaat in zijn grondtrekken aan te tasten: de openbaarheid der publieke zaak, volksvertegenwoordiging en volksinvloed in een of anderen vorm; onafhankelijke rechtspraak; eerbiediging van de persoonlijke vrijheidsrechten; een aan rechtsnormen gebonden administratie, zij alle bleven onschendbaar verkregen rechten. Zelfs de socialisten maakten van Marx's dictatuur van het proletariaat practisch niet veel meer dan een sterke radicaliseering van het parlementaire stelsel en van de democratie. Laat men het syndicalisme in Frankrijk en Italië en het gilde-socialisme in Engeland ter zijde — die bovendien in hun eischen zeer vaag en onderling strijdig waren — als van zeer ondergeschikte beteekenis, dan kan men zeggen, dat allen zich plaatsten op den grondslag van den rechtsstaat. Er was kritiek in overvloed, maar deze betrof onwenschelijke uitwassen, niet de grondslagen zelf; men zocht verbetering met behoud der grondslagen. § 3. Ontwikkelingsgang
van den modernen
rechtsstaat.
De moderne staat, zooals wij dien thans kennen, heeft zich in een langdurige worsteling van ongeveer 1450 tot ongeveer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1934
Brochures (TUA) | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1934
Brochures (TUA) | 88 Pagina's