Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan de rivier Ahava - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan de rivier Ahava - pagina 9

Bede- en boetedag-predikatie over Ezra 8: 21-23 uitgesproken op onzen biddag 14 Maart 1934

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heeren en uit de volheid van zijn hart belijdt hij: „Geloofd zij de Heere, de God onzer vaderen, Die alzulks in het hart des Konings gegeven heeft om te versieren het huis des Heeren, dat te Jeruzalem is. Hij vergadert de hoofden uit Israël, en de reis zal worden ondernomen. Doch nu blijkt dat Ezra zijnen God kinderlijk vreest. Want, wat doet hij? O mijne geliefden, hij wil niet met de wederkeerenden optrekken voor hij het zeker weet, dat God zelf zijnen weg voorspoedig maakt. Dat willen wij in deze bijzondere gebedsure eens gaan overdenken en dan bepalen wij u bij deze leidende gedachte EZRA M E T DE W E D E R G E K E E R D E N AAN DE RIVIER AHAVA. Hier is sprake over: I. II. III. IV.

een een een een

oprechte verootmoediging. veelzeggende bede. vrijmoedige belijdenis. gebaande weg.

De Heere geve, dat wij, die verootmoediging leeren kennen, die bede leeren bidden, die belijdenis leeren beleven en die weg leeren betreden. I. Een oprechte verootmoediging. Wij vertoeven in onze gedachten aan de rivier Ahava. Het is hier feitelijk de plaats van samenkomst, waar het volk vergaderd was, voor de eigenlijke reis naar Jeruzalem zou beginnen. Wel mogen wij vragen, wie of hier wel tegenwoordig waren. In de allereerste plaats, de twaalf hoofden der onderscheidene geslachten. Zij toch, geven ook leiding bij het optrekken. Begeerig om naar hun land te gaan zijn zij als in den geest verheugd. Mij dunkt, wij hooren ze reeds zingen: „De vorsten van elk huisgezin, zij trekken aan: hier Benjamin, schoon klein, hij mocht regeeren; Daar Juda's stam, die glorie won; Ginds Nafthali en Zebulon; Om God, hun Koning te eeren. O, mochten vele ouders door genade leeren zich op te maken, om zoo te reizen, nl. met den rug naar de wereld en met 't aangezicht naar het hemelsche Jeruzalem. Daar waren voorts de Priesteren. Hun getal wordt niet genoemd. Het zal niet onbeduidend klein zijn geweest, daar er in dit hoofdstuk gezegd wordt, dat er twaalf van de oversten der priesters worden afgezonderd. Hier zijn dus de bedienaren van den Godsdienst. In een van de liederen Hammaaloth legt de dichter het gebed op de lippen van Gods volk: „Bekleed, o hoogste Majesteit, Uw priesters met gerechtigheid." Ook zien wij daar 1496 manspersonen zich legeren aan de rivier. Wij zouden zeggen, het volk. En eindelijk worden nog bijzonder genoemd, de kinderen van David, den Godvruchtigen Koning van Israël. Zijn Naam wordt derhalve herdacht in zijn nakomelingschap. Onder dezen vindt men geene, van die in Mattheus en Lukas als de voorvaderen van Jezus worden genoemd. Deze echter waren reeds onder Jozua en Zerubabel naar Kanaan teruggekeerd. Wel opmerkelijk, niet waar, de Heere gedenkt Zijn heerlijke verbondstrouw, om Davids wil en terwille ook van den Koningsstam Juda. Deze groote gemeente nu, legert zich aan de rivier gaande naar Ahava 7

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1934

Brochures (TUA) | 20 Pagina's

Aan de rivier Ahava - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1934

Brochures (TUA) | 20 Pagina's