Beekjes der rivier - pagina 23

* r W tot hem en vraagt hem, waar Abel zijn broeder is. ïïproT) antwoordt hij: „Ik weet het niet; ben ik mijns T lhoeder'" Daarop zegt de Heere tot Kaïn: „Wat hebt gij br % d a a r is een stem des bloeds van uwen broeder, die tot g Troevt van den aardbodem.... Dat bloed van Abel spreekt de goddeloosheid van den gevallen mensch. Zie, de mensch Va <ioor den val geworden een hater van God en van zijn naaste. Die haat openbaart zich in het bijzonder tegen Gods volk. Abel is de eerste martelaar. Doch na hem zijn er velen, zeer velen, als martelaars gestorven. De Kaïnsvuist is sindsdien alle eeuwen opgeheven geweest tegen de godvruchtige Abels. — Het licht wordt van de duisternis gehaat. De wereld bedreigt de kerk. De leugen bestookt de waarheid. De zonde tracht de genade van den aardbodem te verdelgen. Dat zien wij zoowel in den haat der volkeren tegen Israël in vroegeren tijd openbaar komen alsook in de vijandschap, die vroegere jaren de Christengemeente ondervond. — Is de kerkgeschiedenis niet een historie van bloed en tranen? En ook thans is de haat tegen Gods kerk nog niet geëindigd. Op alle mogelijke wijze wordt de kerk bedreigd, en ook nu nog is er een stem des bloeds van den aardbodem, die tot God van den Hemel roept om wraak. — God is geen ledig aanschouwer van het kwade, dat Zijn kerk wordt aangedaan. Hij heeft over Kaïn de straf der gerechtigheid doen komen en in alle tijden heeft Hij zijn oordeelen doen komen over de zonden der vervolgers. — En ook nu behoeft het lied niet te verstommen : „Er is een God Die leeft, en Die op aarde vonnis geeft."

k

Doch het bloed van den Middelaar spreekt betere dingen. O zeker, ook Christus' bloed roept om wraak en degenen onder Israël, die zich niet tot God hebben bekeerd na hun Christusverwerping, hebben hun straf ontvangen. Ja, nog altijd lijdt het volk der Joden onder de gevolgen van den Messiasmoord. En ook indien wij het bloed van Christus onrein achten, zullen wij het ondervinden, dat er geen slachtoffer meer overblijft voor onze zonden, maar wel een schrikkelijke verwachting des oordeels. Onder het aanbod van zaligheid verloren te gaan, zal over ons brengen een te zwaarder oordeel. Doch als hier over de 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen