Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beekjes der rivier - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beekjes der rivier - pagina 10

12 meditaties

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

dan ook een kleine veertig jaar later sterft, dan sterft de wet nog niet, maar blijft bestaan, want het is niet Mozes' wet, maar Gods wét. De wet is eeuwig, zooals God eeuwig is. 't Is de uitdrukking van Gods wil aan den mensch. Dus de wet staat en valt niet met Mozes. Maar de genade en waarheid staat en valt wel met Christus. Daarom staat er, dat deze door Christus zijn geworden. Hij heeft de hemel verlaten, heeft den ganschen tijd zijns levens Gods wet vervuld en den toorn Gods op de overtreding der wet gesteld, voor zijn kerk gedragen, en heeft zoodoende de genade en de waarheid verdiend, om ze door zijn Woord en Geest nu ook weg te schenken in het hart van den zondaar. De wet van Mozes, hier bedoeld, is allereerst de wet der tien geboden, oftewel de eeuwige wet, maar voorts ook de wet der ceremonieën of schaduwachtige wet. De genade van Christus, hier genoemd, staat dan tegenover de overtreding van de wet der tien geboden, en de waarheid die geworden is, staat dan tegenover de wet der schaduwen. Zoo God ons plaatst in 't licht des Heiligen Geestes voor die heilige wet, dan zullen wij onszelven verfoeien vanwege onze zonden en behoefte krijgen aan de genade van Christus. Dan wordt de tollenaarsbede zoo dierbaar, en zoo dikwijls gezucht, totdat er ruimte komt en de Heere verzegelt aan het hart, dat Zijn genade ons genoeg is. Zoo wordt dus Christus ook voor de ontdekte ziel, die wel probeert om Gods wet te volbrengen, maar in alles zijn schuld leert belijden, het einde der wet. Ook is Christus de waarheid van de schaduwachtige wet. In die wet wordt ons het beeld van Christus in wasschingen en bloedsprengingen gegeven, maar het is Christus zelf nog niet. Doch als Hij komt door water en bloed, niet door het water alleen, maar door het water en het bloed, dan is Hij de werkelijke, ware Verlosser, die door Zijn bloed en Geest reinigt van alle zonden. En nu, mijne lezer, waar Christus dan zoo het einde der wet is, zoowel van de zedelijke als van de ceremonische wet, wat dunkt u van de wet en wat dunkt u van de genade? Mocht u maar niet behooren tot die duizenden onverschilligen, die noch de wet noch de genade begeeren, want hun zal, zoo zij zich niet bekeeren, de vloek der wet straks treffen, 11

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 30 april 1934

Brochures (TUA) | 49 Pagina's

Beekjes der rivier - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van maandag 30 april 1934

Brochures (TUA) | 49 Pagina's