Christusprediking bij het modernisme - pagina 36
Een critische beschouwing van derzelver aard en motiveering. Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Theologische School der Christelijke Gereformeerde Kerk te Apeldoorn op dinsdag 18 september 1934
Schriften is, zouden afgevoerd worden, om, verlokt door den aanval der godloosheid op al wat nog maar „religieus" voelt en denkt, om verlokt door dezen anti-religie-oorlog, allicht in bond te geraken met al wat nog op een of andere wijze godsdienstig en christelijk „getint" is. Laat af! Dergelijke hulp heeft God niet noodig. Is ook in strijd met de waardigheid onzer Belijdenis zelf. Geen steviger grondslag en principieeler middel van verweer, dan wanneer men, al ware men alléén overgebleven, met het onveranderlijke Woord van God, den kamp aandurft. Men schelde ons „antiek" of dweeperig of wat dan ook, maar we hebben God in het midden des legers; terwijl een evangelie dat „naar" den mensch is, altijd nog is gebleken te zijn niet waarachtig „vóór" den mensch. Voor de prediking van den Christus der Schriften, het blijkt ook in het heden, blijft altijd raison; het is en blijft het onveranderlijke centrum van alle vraagstuk: hoe word ik rechtvaardig voor God. (Catechismus Zondag 2 3 ) . Maar die Christus past alleen op een voor God, door God zelf verbrijzeld, hart. Predik den nood eerst. Genadebediening is, ook subjectief, een wonder. Ding er niet op af. De rijke, volle Christus is niet voor in zichzelf rijken en verrijkten. Maar late onze prediking dan ook voorts een Godverheerlijkend getuigenis zijn, dat, naar het woord van Holtius, er in ons veel kracht is tot verdoemenis, maar in Christus meer kracht tot behoudenis. *
*
*
Het afgeloopen jaar, waarin ik als Rector U mocht dienen, was een jaar van rustigen ernstig voortgezetten arbeid. In onzen Schoolkring hebben we door Gods sparende genade geen verliezen te betreuren, hoewel de slaande hand des Heeren in onze Kerk zelf ons wel ernstige roepstemmen zond. Hebben we ooren gehad om te hooren, en harten om op te merken? De examina werden door allen met goed gevolg afgelegd, waarbij zes studenten bevorderd werden tot de studie in de theologie. Drie studenten legden met gunstig gevolg hun eerste candidaatsexamen af. Eén student werd beroepbaar gesteld. Bij den aanvang
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 september 1934
Brochures (TUA) | 39 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 september 1934
Brochures (TUA) | 39 Pagina's