Scheiding en verbond / Scheiding en eenheid / Scheiding en toekomst - pagina 13

SCHEIDING EN E E N H E I D Mij werd opgedragen tot u te spreken over: Scheiding en eenheid. Reeds lazen we samen een gedeelte van het Hoogepriesterlijk gebed, Joh. 17 : 13—26, laat ons nu nog eens samen lezen: J o h . 17 : 20 en 21. En ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in mij gelooven zullen: opdat zij allen een zijn gelijkerwijs gij, Vader, in mij en ik in u, dat ook zij in ons een zijn, o<pdat de wereld geloove, dat Gij mij gezonden hebt. Liefst zou ik nu zwijgen. Liefst dit woord en 's Heeren gansche Hoogepriesterlijk gebed stilzwijgend met u overdenken, het zoo op ons laten inwerken. Echter gij verwacht een woord ook van mij. L a a t het dan een sober en eenvoudig woord mogen zijn. Geen „bewegelijke woorden der menschelijke wijsheid", die het Woord zoo licht „verijdelen". 'k Wil dan spreken over het genoemde onderwerp. Niet direct over deze tekst. Moge toch echter dit Woord des Heeren in mijn woord doorklinken en blijven naklinken en doorwerken, als mijn woord is verstomd en vergeten. Wanneer wij van Hervormde zijde de afscheiding gedenken, zooals wij nu hier bedoelen, dan dringt zich aan ons op, dat ook bij scheidingsherdenking volgens het Hoogepriester-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen