Over de weldaad van Christus, den gekruisigden voor de Christenen - pagina 18
Een oorspronkelijk Italiaans geschrift. Verschenen in het jaar 1542 te Venetië, waaarvan naar schatting 40.000 exemplaren op last van de inquisitie zijn verbrand.
eene bediening des doods noemt (2 Cor. 3 : 7) en zegt dat zij toorn verwekt. (Rom. 4 : 15). Naardien nu de wet de zonde ontdekt heeft, en die meerder deed worden, en daarbij geopenbaard heeft de gramschap Gods, die den zondaar met den dood bedreigt, zoo wordt haar vierde taak daardoor bereikt, dat zij den mensen beangst maakt. Hij geraakt in vertwijfeling, want hij zou wel gaarne de geboden Gods nakomen, maar hij gevoelt klaar en duidelijk dat hem dit onmogelijk is. Daarom geraakt hij in opstand tegen God, en zou hij Hem wel willen vernietigen, daar niets hem zoozeer pijnigt als de vrees voor Zijn oordeel en Zijne straffen. De heilige Paulus zegt dan o o k : (Rom. 8 : 7) dat het bedenken des vleesches vijandschap is tegen God, omdat het zich der wet Gods niet onderwerpt en dit ook niet doen kan. De vijfde taak der wet en haar eigenlijk meest heerlijk en belangrijk doel bestaat daarin, dat zij den mensch de noodzakelijkheid doet gevoelen om tot Christus te gaan. Eveneens gevoelde zich vroeger het beangste en verschrikte volk Israëls gedrongen de toevlucht te nemen tot Mozes, toen het zeide: Spreek gij met ons, en wij zullen hooren ; en dat God niet met ons spreke, opdat wij niet sterven. (Exod. 20 : 19). En dit behaagde den Heere. 't Is goed dat zij gesproken hebben, zoo luidde het (Deut. 18 : 17) en alleen daarom vonden zij goedkeuring bij den Allerhoogste, omdat zij naar een middelaar tusschen Hem en zich hadden verlangd. Die middelaar was Mozes, en aldus een afschaduwing van Jezus Christus, Die bestemd was tot pleitbezorger en middelaar tusschen God en de menschen. Daarom sprak God tot Mozes: Een Profeet zal ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijne woorden in Zijnen mond geven, en hij zal tot hen spreken alles wat Ik hem gebieden zal; en het zal geschieden, de man die niet zal hooren naar Mijne woorden, die hij in Mijnen naam zal spreken, van dien zal ik het zoeken. (Deut. 18 : 18, 19). 18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 96 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 96 Pagina's