Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 58

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 58

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

godsdienst, die zich, boven volk en ras uit, als een zuiver geestelijken band van eenheid heeft doen gelden, zich weder tot ras en volk zou gaan beperken. Vooral, dat het Christendom, als historisch-geestelijke grootheid, door een bepaalden, uitgesproken vorm van heidendom zou worden afgelost. Niemand kan zeggen, dat dit, ook dit laatste, in een bepaald verband onmogelijk is. De levenswerkelijkheid beantwoordt aan geheel andere categorieën dan vóór en na, duurzamen groei en geleidelijke ontwikkeling. De uitdrukking: „The Reality of Heathenism" 1 ), is geen boutade. Het heidendom, nu genomen in den zin van een zuiver immanente religie, is een levende macht, die telkens nieuwe vormen kan aannemen. Het is de vorm, waarin de Nieuw-Germaansche theologie het voordraagt, die van de gebondenheid der religie aan bloed en ras, volk en natie, en de passie, waarmede het, ook als wetenschappelijk aanvaardbaar, wordt gepredikt, die ons verrast doen opzien. Intusschen ligt een beoordeeling van het heidendom en zijn kansen buiten mijn gezichtskring. Daarbinnen valt in elk geval nog de eisch om deze theologie zooveel mogelijk ook positief te waardeeren. Tegenover een louter formeel idealisme met zijn redelijkheid en humaniteit, zijn persoonlijkheid en idee; evenzeer als tegenover een aristocratische, aesthetische natuurverheerlijking, komt zij op voor de werkelijkheid, die toch ook in bloed, ras en natie is gegeven. Zij wil niet bloot contemplatief, hetzij dan intellectueel of aesthetisch, buiten het leven staan, maar als existentieel de levenswerkelijkheid aanvaarden. Tegenover een spiritualistische religie, die zich in begrippen of ideeën oplost, of zich in stemmingen en gevoelens verliest; ook tegenover een Christendom, dat zich öf uitsluitend met den persoon of de ziel van den enkele bezighoudt; öf, deze wereld mijdend, alleen aan het leven van gene zijde zich wijdt; öf de souvereiniteit van God zóó opvat, dat het den mensch en zijn roeping,

*) G. van der Leeuw, The Reality of Heathenism, WorldFourth Quarter, 1934, p. 292 f. 120

The Student

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 58

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's