Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 59

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

deze wereld en h a a r bestemming niet slechts onwaardig, maar waardeloos en zinloos acht, komt een theologie als deze hartstochtelijk op voor wat hier en nu door den mensch moet worden gedaan en gewaagd en van deze wereld in h a a r concreet verband moet worden gemaakt en geëischt. Dit beteekent, dat zij elke godsdienstphilosophie en theologie, welke wetenschappelijk een godsdienst vertegenwoordigen, w a a r a a n op de genoemde wijze is te kort gedaan, critisch aanspreekt. Zoo kan zij den godsdienst, en bepaaldelijk het Christendom, in zekeren zin tot bezinning brengen. Zij heeft in dit opzicht een dubbele taak te vervullen, negatief en positief. Negatief, in zooverre zij door haar extreme, monistische positie, die den godsdienst, als dienst van God, opheft in het algemeene leven en God in de al-eene werkelijkheid of totaliteit, prikkelt tot op-positie, d.i. tot ernst maken, religieus en theologisch beide, met de elementaire onderstellingen van het geloof: de categorie van het heilige en de realiteit van den Heilige, de onderscheiding van mensch, wereld en God. In de tweede plaats positief, voor zooveel zij de religie, en in tweeden aanleg de theologie, stelt voor de vraag, of en hoe zij zich rekenschap geven van hun existentieele beteekenis en universeele strekking. Dit wil zeggen, dat de religie, hoezeer critisch staande tegenover de werkelijkheid van mensch en wereld, zoowel de z.g. natuurlijke als de geestelijke, deze toch in haar vollen inhoud, tot in dien van bloed en ras toe, in Gods naam moet aanvaarden, om in h a a r de goddelijke bedoelingen zooveel mogelijk op te merken en te realiseeren. Een monisme, dat God, wereld en mensch volkomen vereenzelvigt, wordt niet overwonnen door een dualisme, dat God van die wereld en dien mensch volslagen scheidt. Is godsdienst inderdaad laatste, totale binding, zooals de Nieuw-Germaansche godsdienstphilosophie pleegt te zeggen, dan beteekent dit, Christelijk verstaan, dat niets, hetzij het behoort tot de sfeer van het bloed en het ras, of van de ziel en den geest, of van het denken en het willen, principieel aan God onttrokken is, althans in hope. Hier staan 121

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's