Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 8

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Van weinig uit de geweldige nalatenschap van Kuyper heeft men minder geprofiteerd dan van zijn aesthetiek. Onverklaarbaar is dat niet. Het centrale stuk van Kuyper's aesthetiek is zijn rectorale oratie: „Het Calvinisme en de Kunst". Ze werd uitgesproken in 1888, drie jaar nadat het Nederlandsche Impressionisme zijn orgaan had gekregen in de Nieuwe Gids, dat met talentvol bediend trommelvuur gemakkelijk werk had met de vaderlandsche letteren van toen. Schiettuig en ammunitie van fransch fabrikaat droeg veel verder, trof veel zekerder, dan de achterladers, waarmee het werd beantwoord. De eene verdediger van het verleden na de andere werd buiten gevecht gesteld en in het Christelijke en Roomsch-Katholieke kamp vormden zich aesthetische garden, die het uniform der Impressionisten aanschoten met misschien nog een flets onderscheidingslint om den arm van eigen kleur, maar dat men liefst geheel had zien verschieten, of afgelegd. De kerkelijke pers en enkele litteratuurminnaars waarschuwden tegen „het ongoddelijk drijven", dat deze beweging veroorzaakte. J . Postmus kreeg het in „De Standaard" jaren later te kwaad met de jongere partijgenooten, die meegesleept werden door de litteraire producten en kritieken der nieuwe beweging en kon geen litterair werk aanwijzen, dat naast dat der Impressionisten kon worden getoond. Schaepman, wiens Aja Sofia schandelijk werd gehavend, liet van tijd tot tijd zwaar geschut spreken, maar zijn projectielen vlogen over de hoofden van zijn vijanden heen. Perk's Mathilde, hoewel klassiek van vorm, werd door hen geannexeerd uit kracht van persoonlijke relaties met den dichter en diens meegaan met veel van hun kunstprincipes. De pracht der „Mathilde" en de prikkelbekoring, die uitging van proza en vers van Kloos, Van Deijssel en Van Eeden, werd een macht, die hun theorie deed accepteeren of op den koop toe nemen en wie uit Protestantsch-Christelijken of Roomschen kring wat 7

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's