Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

der heilsfeiten niets heeft verstaan. — Het is alweer tengevolge van BARTH's ééne grondmotief, nl. de actualistische opvatting der openbaring, dat volgens B E R K O U W E R voorts ook het werk des H. Geestes te kort komt. B A R T H wil het absolute „voorbehoud" ook in het werk der heiligmaking als Gods eigen werk zóó sterk laten gelden, dat ,,de vraag brandend wordt, of er nog wel van werkelijke heiliging kan worden gesproken (blz. 45). Kan er in deze theologie van B A R T H wel werkelijk sprake komen van een reëele verandering in het empirische menschenleven? (blz. 45). B A R T H verwerpt „feitelijk elke reëele omzetting van onze existentie in zonde door den Heiligen Geest" (blz. 46). D e Goddelijke actualiteit verslindt in BARTH's theologie alle continuïteit van het werk Gods in deze wereld en de dragende werkelijkheid van Zijn Verbond (blz. 94). Nu, van deze continuïteit durven onze Nieuw-Calvinistische vrienden heel boud te spreken. Prof. S C H I L D E R twijfelt er geen oogenblik aan, of het genadewerk Gods in de herschepping moet met Galvijn (! ?) beschouwd worden als een „in das praesens gesetzt sein eines neuen Stetigkeits-Lebens auch intellektuellen und verstandesmässigen Gehorsams, wenn dieser denn auch noch auf seine Vervollkommnung wartet." x) W i j moeten volgens B E R K O U W E R den nieuwen mensch als „een empirische werkelijkheid" in concrete gehoorzaamheid durven verstaan! (blz. 100). Onbeschroomd jubelen onze Nederlandsche Nieuw-Calvinisten van het „hebben" en „bezitten", (blz. 197), dat de wedergeboren menschen kennen, en de heiligmaking is voor hen zóózeer een proces, ...dat de noodzakelijkheid van den lichamelijken dood der verlosten toch eigenlijk op gevaarlijk-immanentische wijze ondergraven wordt en de reformatorische *) Zur Begriffsgeschichte des „Paradoxon",

S. 464-465.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 33 Pagina's

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 33 Pagina's