Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het feestoffer - pagina 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het feestoffer - pagina 3

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eenig ander ijdel verdichtsel, gij zult nooit een der bijbelheiligen een andere taal hooren uitboezemen dan van een volkomen verloochening aan het schepsel in allerlei opzicht, en een eenvoudig afhangen van en steunen op den Heere van leven en heerlijkheid, om zich aan Hem te openbaren, te zegenen, te onderwijzen en in alle waarheid te leiden. Alzoo kenmerkt de ondervinding der heiligen het geheele verzinsel van menschelijke deugd, menschelijke wijsheid en vleeschelijke gerechtigheid als leugen. Ik geloof niet dat eenig geestelijk mensch ooit tot een heilig God naderde om de begeerten en verzuchtingen zijner ziel voor Hem uit te storten, en Hem geestelijke in Jezus Christus welbehagelijke offeranden op te offeren, in een andere gestalte dan van een volkomen verloochening van de gerechtigheid, de wijsheid en kracht van het schepsel, en een oprecht en eenvoudig afhangen en betrouwen op God om in hem „te werken dat goed is in Zijne oogen". „De Heere is God, Die ons licht gegeven heeft: Bindt het feestoffer met touwen, tot aan de hoornen des altaars". De tekst vermeldt t w e e schijnbaar onsamenhangende zaken — het geven van het licht — en het binden van het feestoffer. Wat deze zijn en hoe zij samenhangen, zullen wij onder Gods zegen in deze ure trachten aan te toonen. I. Ongetwijfeld bezat de Psalmist het licht, want hij zegt: „De Heere is God, Die ons licht gegeven heeft". Klaarblijkelijk was hij bezitter van het licht, en dit licht was in hem als het „licht des levens". Dit licht had in z i j n hart geschenen; de glans en stralen der Goddelijke waarheid waren in zijn geweten doorgedrongen. Hij droeg een licht met zich om dat van God gekomen was; in dit licht zag hij het licht, en in dit licht onderscheidde hij alle dingen die door het licht openbaar gemaakt werden. Zoo kende hij door dit inwendig licht wat goed en wat kwaad, wat zoet en wat bitter, wat waar en valsch, wat geestelijk 4

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 23 Pagina's

Het feestoffer - pagina 3

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 23 Pagina's