De zonde tegen den Heiligen Geest - pagina 12

3. Dat het altijd in de ziel klinken van Gods dreigstem „Geen vergeving in eeuwigheid" een stellig bewijs is, dat ze de zonde tegen den H. Geest gedaan hebben. 4. Dat ze hier op aarde al gevonnisd zijn met het vooluitzicht eeuwig met dubbele slagen geslagen te worden. 5. Dat ze eigenhandig en moedwillig, de deur der genade op het eeuwig nachtslot hebben geworpen. 6. Dat het Soclom en Gomorra, Tyrus en Si dom verdragelijker zal wezen in den dag des oordeels. 7. Dat waar God geen berouw over hun zonde schijnt toe te staan, ze een dier gelukkiger achten dan zichzelf, omdat die geen ziel voor een eeuwigheid heeft. 8. Dat ze wenschten nooit geboren te zijn geweest, omdat de Heere Zich niet met hen wil inlaten. 2 Kon. 24 : 4; 2 Kron. 28 : 22—25; Spreuken 5 : 21—23, 20 : 27; Jeremia 6 : 30, Hebr. 6 : 4—6; Judas 13; 1 Sam. 17 : 37; 1 Kron. 10 : 13, 14; Jesaja 63 : 10; Jesaja 26 : 10; Hebr. 3 : 7—11, 10 : 26—29; Openb. 6 : 16, 17, 16 : 11. Vr. XVIII. Wordt het leven van dezulken niet verteerd door angst in hun ellende? Ja, de zonde is als een wreede beul en Satan een tyran, die als een bijzonder gewapende zijn prooi sterk bewaakt. Daarbij, als de Heere iemand kastijdt om de ongerechtigheden, doet hij diens bevalligheid smelten, Ps. 39 : 12; Nahum 1 : 2. Zoo niet de vrees van het naderend oordeel hen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen