Belijdenis, wet en gebed - pagina 7

6 Deze belijdenis van Gods raad doet ons geloovig rusten in Gods welbehagen en geeft ons kracht tot de vervulling van onze roeping en tot de verheerlijking van Gods naam. N.G. art. 16, H.C. vr. 26, D.L. 16, II 8, 9, III, IV 16/17. VI.

De v e r k i e z i n g

Bij de praedestinatie of voorverordineerüg wordt onderscheiden tusschen de verkiezing en de verwerping. De verkiezing is het onveranderlijk voornemen Gods, door hetwelk Hij voor de grondlegging van de wereld een zekere menigte van menschen, naar het vrije welbehagen van Zijn wil, tot de zaligheid, louter uit genade, heeft uitverkoren in Christus. Hand. 13 : 48, Rom. 8 : 28—30. God heeft besloten de andere menschen te verwerpen, hen in Zijn eeuwige verkiezing voorbij te gaan en hen met het zaligmakend geloof en de genade der bekeering niet te begiftigen. Rom. 9 : 18, 21. Er is geen onrecht bij God. Ook verheerlijkt zich in de verkiezing de liefde Gods tot Zijn volk. Job 34 : 10. In een en ongedeeld besluit heeft God Christus en de Zijnen verkoren. De verkiezing van den Christus is een verkiezing tot hoofd der gemeente. De uitverkorenen vormen het lichaam van Christus. De verkiezing is niet alleen persoonlijk, maar ook organisch en wordt verwerkelijkt in den weg des verbonds. 1 Petr. 2 : 9. Weinigen zijn uitverkoren. Toch vormen de uitverkorenen een groote schare, die niemand tellen kan. Matth. 22 : 14, Openb. 7 : 9, Joh. 3 : 16. De verkiezing is niet geschied uit een voorgezien geloof en heiligheid, maar tot geloof en tot heiligheid. De verkiezing is de fontein van alle zaligmakend goed. Eph. 1 : 1 1 , 12. Niemand weet van te voren, of hij uitverkoren, dan wel verworpen is. Met ernst wordt de zondaar vermaand in Christus te gelooven tot zaligheid. Wie gelooft, zal zalig worden. De zondaar mag zijn onbekeerlijkheid niet achter Gods onveranderlijk besluit verbergen. Matth. 11 : 28, Joh. 1 : 13. Van zijn verkiezing kan Gods kind op aarde verzekerd worden. De zekerheid maakt ons niet tot zorgelooze menschen. Zij biedt mij dezen troost, dat niets mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods in Jezus Christus, onzen Heere. 2 Petr. 1 : 10, Rom. 8 : 38, 39. N.G. art. 16, H.C. vr. 54, D.L. I. VII. Naar Gods raad

De schepping.

zijn hemel

en aarde

geschapen.

God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen