Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om welke waarden gaat het? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om welke waarden gaat het? (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

We kunnen in de brochure van de heer Kuyt duidelijk twee hoofdlijnen onderscheiden.

1. De opponerende lijn waarin hij de cahiers van de Unie "School en Evangelie" bestrijdt.

2. De ponerende lijn waarin hij beschrijft op welke wijze de Christelijke school dient ingericht te worden op grond van Gods Woord.

Wat de opponerende lijn betreft staan we geheel aan de zijde van de heer Kuyt. Dan zijn we verheugd dat de cahiers zulk een degelijke en waardige bestrijding hebben ondervonden met wapenen ontleend aan het arsenaal van de Heilige Schrift. Dit blijkt uit het volgende:

Verschillende malen treffen we in de brochure de zinsnede of iets dergelijks aan: „wat we missen in de cahiers”.

We denken hierbij o.a. aan: het gemis van het Bijbels evenwicht tussen beginselen, normen, waarden, zeden en gewoonten;

het gemis van de Bijbelse grondslag voor onderwijs en opvoeding door Kuyt gekarakteriseerd als de tweevoudige werking van Gods Woord (de leer van wet en evangelie, van zonde en genade); het gemis van de Bijbelse samenhang van de begrippen vrede en gerechtigheid e.d.

We kunnen dit volledig onderschrijven. Ook als het b.v. gaat over "de dienst der verzoening" zoals die wordt opgevat door Drs. Gilhuis waarbij deze zelfs terecht komt bij de stelling dat we de kinderen toe te rusten hebben als verzetstrijders tegen de verleugende maatschappij.

Kuyt gaat deze "waarden" (bijna een bladzijde vol) beschrijven als zouden deze afkomstig kunnen zijn van de opvoedingsleer van Nieuw Links. Ook als hij bij het hoofdstuk Methodiek de fenomenologische methode geheel verwerpt, omdat deze methode practisch geheel voorbij gaat aan de normen zoals deze geopenbaard zijn in Gods Wet, heeft hij onze volle instemming.

Bij de ponerende lijn in zijn brochure rijzen bedenkingen. Als Kuyt gaat uitleggen wat hij de Bijbelse inhoud acht te zijn, van de begrippen beginselen, normen, waarden, zeden en gewoonten, kunnen we hem hierin een heel eind volgen.

Maar wat te denken van het signaleren van het gevaar dat afgeleide beginselen een eigen leven gaan leiden. Dat bepaalde zeden en levensgewoonten in een bepaalde kring de kracht krijgen van normen, ja

zelfs van beginselen. We vragen ons af wat hierbij de auteur voor ogen gestaan heeft. Als dit buiten het bestek van het werkje viel, dan was het beter geweest dit in het geheel niet te noemen.

Behalve deze bedenkingen missen we in dit weerwoord het een en ander. Het kan - zijn dat hetgeen wij als een gemis ervaren, bewust achterwege is gelaten omdat Kuyt meende, dat het voor de bestrijding van de cahiers niet fundamenteel was. Hoe dit ook zij, wij gevoelen toch het gemis van enkele dingen die we zullen trachten onder woorden te brengen.

Verschillende malen komen we in de brochure voorbeelden van gebed tegen, die door de werkers en werksters in de christelijke school gebeden dienen te worden om hun moeilijk werk in de school te kunnen volbrengen. We noemen o.a.: , , Heere wat wilt Gij dat wij doen zullen" en , , Maak in uw Woord mijn gang en treden vast”.

Zeer noodzakelijke gebeden! Maar bidden is een werk des Heiligen Geestes. Alleen degenen die van dood levend gemaakt zijn kunnen in waarheid bidden. En juist dezulken leren zoals de discipelen dat zij niet bidden kunnen zoals het behoort en leren vragen: „Heere, leer ons bidden”.

Moet het bidden dan maar worden nagelaten vraagt Ds. Wink zich af in een artikel: „In en om de eigen scholen — de zuivere leer—. Neen, zegt hij, maar het niet kunnen bidden moest ons juist in het nauw brengen, opdat het eens een keer vast mocht lopen in onze ziel.”

Een tweede gemis dat ons getroffen heeft in de raadgevingen aan de werkers in het veld is, dat we nergens de aansporing of vermaning lezen om te strijden voor het geloof dat eenmaal den heiligen is overgeleverd: voor de leer die naar de Godzaligheid is, om ons dagelijks te oefenen in de geschriften die onze godzalige oudvaders in zulk een ruime mate hebben nagelaten. Want terwille van die zuivere leer hebben onze vaderen goed en bloed opgeofferd en daardoor alleen zal onder inwerking van de zegen des Heiligen Geestes Zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden.

Hierbij gaat het dus om de zuivere waarheid.

Er worden in de brochure tientallen noodzakelijke waarheden uit Gods Woord opgediept zoals, om maar een greep te doen: de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekering;

de mogelijkheid van het herstel van de verbroken gemeenschap met God;

de wens Van hen, die uit genade door het geloof een christen zijn (in de zin van art. 29 van de NGB) om te leven uit de beginselen van het Koninkrijk Gods naar de normen die de Heere hun God voor hun leven in Zijn heilige wet heeft gesteld.

Maar laten we niet vergeten dat achter alle waarheden nog een waar-

heid ligt, namelijk de bevindelijke waarheid. En deze bevindelijke waarheid komt o.i. niet voldoende tot zijn recht in de brochure. Tenslotte willen we iets zeggen van het doel van onderwijs en opvoeding in de christelijke school zoals dit geformuleerd is in deze brochure.

In een inleidend gedeelte van een artikelenreeks van Ds. Kersten over de christelijke opvoeding hebben we opgemerkt dat tegenwoordig in vele toonaarden wordt gezongen over opvoeding en onderwijs. Men ontwerpt nieuwe doelstellingen en bijna iedereen zingt mee in dit koor van opvoeders.

Ook de heer Kuyt heeft gemeend als opvoeder niet achter te mogen blijven. Hij formuleert als volgt:

- de ontsluiting van de kosmos voor het kind; - de ontsluiting van de mogelijkheden, die God het kind schonk naar ziel en lichaam; - uit liefde tot God en de naaste (m.n. ook het kind); - tot liefde van het kind tot God en zijn naaste.

Zal een onderwijzer of wie dan ook werkzaam zijn op de christelijke school uit liefde tot God en de naaste dan zal het toch noodzakelijk zijn dat de liefde Gods in het hart wordt uitgestort. En waar wordt dat tegenwoordig nog gevonden, ja waar hoort men nog zoals in de dagen van ouds van godzalige onderwijzers of onderwijzeressen. In verreweg de meeste gevallen zullen we moeten bekennen dat we vreemdeling zijn van hetgeen we anderen hebben te onderwijzen. In tegenhang met de stellingen van Kuyt besluiten we dit artikel met hetgeen ds. Kersten als allervoornaamste doel zag van de opvoeding in de christelijke school:

„God voert Zijn raad uit, ook door ons. Niet de bekering van kinderen (hoe hoog en heilig ook te achten) zij het allereerste, waarop de Christelijke opvoeding is gericht. Het allervolmaakste doel is de verheerlijking Gods!

En Hij zal verheerlijkt worden ook dan als die opvoeding wezen zal een reuke des doods ten dode.”

Hier ligt de nadruk op het woord "allervoornaamst". Dit sluit niet uit dat er naast dit primaire doel ook secundaire opvoedingsdoelen nagestreefd kunnen en mogen worden.

Ook blijkt uit deze zinsnede van ds. Kersten dat hij doorstoot tot de diepste grond van alle zegen en vruchten van de opvoeding nl. Gods volstrekte Souvereiniteit.

Laat dit Schriftuurlijke opvoedingsdoel in ons onderwijs en in alle werkzaamheden ten behoeve van dat onderwijs blijven staan. Dat we ook onze kracht niet zoeken in formuleren van andere doelstellingen voor onderwijs en opvoeding anders dan onze vaderen op grond van Gods Woord gedaan hebben. Ook hierin moet de eigen identiteit van ons onderwijs naar voren komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

Criterium | 52 Pagina's

Om welke waarden gaat het? (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

Criterium | 52 Pagina's