Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHOOLBEGELEIDING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHOOLBEGELEIDING

Interview met drs. J.J. Tigchelaar

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drs. J.J. Tigchelaar, momenteel woonachtig in Putten, werd op 5 december 1931 te Bunnik geboren.

Na zijn studie theologie in Utrecht (1951-1957) werd hij in 1958 door de Gereformeerde Zendingsbond in de Ned. Herv. Kerk, uitgezonden als zendingspredikant naar Kenya.

Keerde in 1969 definitief terug naar Nederland en is sinds die tijd werkzaam als legerpredikant namens de Hervormde Kerk. Daarnaast is drs. J.J. Tigchelaar voorzitter van de "Stichting Protestants-Christelijke Schoolbegeleidingsdienst Centraal-Nederland".

Per 1 januari jl. benoemde deze stichting een coördinator en gaf op deze wijze het startschot voor wat naar gehoopt wordt uit kan groeien tot een professionele schoolbegeleidingsdienst voor het protestants-christelijk onderwijs.

Omdat deze levensbeschouwelijke opzet niet strookt met de ministeriële plannen ziet men met spanning uit naar een beslissing over de aangevraagde rijkssubsidie.

Behalve "Centraal-Nederland" werken momenteel de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs en de Gereformeerde Onderwijzers en Leraren Vereniging (scholenbond en lerarenvereniging, gevormd door merendeels leden afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten) gezamenlijk aan de realisering van een eigen schoolbegeleidingsdienst.

Hoe bent u als legerpredikant in aanraking gekomen met de schoolbegeleiding?

Een jaar of vier geleden werd een in Ermelo gevestigde dependance van een middelbare school uit Harderwijk zelfstandig. Tijdens de oprichtingsvergadering heb ik me hardnekkig tegen de grondslag, die de 3 formulieren niet noemde, verzet. Hoewel ik die strijd grandioos verloren heb, werd ik op de volgende vergadering als voorzitter gekozen. Zo ben ik in het onderwijs terecht gekomen.

Later hoorde ik dat er in Nunspeet een Protestants-christelijke rayonschoolraad opgericht zou worden. Iemand zei tegen me: "Dat zou wel eens van belang kunnen zijn". Het bleek de aanloop te zijn tot een regionale protestants-christelijke schoolraad, die o.a. voor de schoolbegeleiding noodzakelijk werd. Bij de definitieve oprichting ervan werd ik als voorzitter gekozen.

We zijn toen direct begonnen met plannen voor een protestantschristelijke schoolbegeleidingsdienst.

We stelden voorop dat we tot op de bodem uit wilden zoeken of een eigen schoolbegeleidingsdienst mogelijk is, omdat een samenwerkingsdienst van het protestants-christelijk, openbaar en roomskatholiek onderwijs een noodoplossing is. Je kunt dan alleen nog zoveel mogelijk proberen er van te maken wat er van te maken valt.

Op welke wijze kregen deze plannen gestalte?

We zijn begonnen als "Protestants-christelijke schoolbegeleidingsdienst Noord-West Veluwe". Terwijl we daar mee bezig waren kwamen we in kontakt met Noord-West Overijssel, waar men op een iets andere manier aan hetzelfde werkte. Samen zijn we naar het ministerie geweest en hebben daar onze verlangens duidelijk gemaakt.

Op het ministerie heeft een commissie zich over onze problematiek gebogen. De commissie verscheen met een tussennota - een vreemd geval - waarin gesteld werd dat als er een verzuilde schoolbegeleidingsdienst in een regio zou komen deze moet functioneren voor een gebied van 90.000 inwoners. En het vreemde was dat een samenwerkingsdienst aan 30.000 genoeg heeft!

We zeiden: "Dat is natuurlijk onhaalbaar", maar we zijn toch verder gegaan en in kontakt gekomen met Barneveld en omstreken en in latere instantie met Veenendaal en omgeving. Bij elkaar een gebied van een kleine 50.000 kinderen op protestants-cristelijke scholen voor basisonderwijs.

Voldoet u nog aan de eis dat de regio een bepaalde logische eenheid moet vormen?

Wat is een logische eenheid? De minister begon ons in eerste instan tie te zeggen dat onze opzet zo'n nieuw verschijnsel was dat hij er geen rekening mee kon houden. Een tweede argument van minister Van Kemenade was dat er in de door ons bestreken regio onverzorgde restcategorieën, rooms-katholiek en openbaar onderwijs, zouden ontstaan.

Wij zijn echter in Den Haag steeds voor hen opgekomen en gezegd dat ook zij recht moeten hebben op hun eigen begeleiding, omdat wij ook eisten dat christelijke scholen die tegen hun zin in een samenwerkingsdienst zijn geraakt vrij moeten zijn om naar ons te komen.

Wij houden die restcategorieën echt wel in de gaten. Alleen vinden we het onjuist hen bestuurlijke medeverantwoordelijkheid in onze schoolbegeleidingsdienst te geven. Later voerde de bewindsman meer formele bezwaren aan. "Het is in een experimenteel stadium", zo zei hij "en ik kan geen subsidie geven zonder overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten".

Dat overleg zou nog wel vlot zijn verlopen, als de minister duidelijk was geweest met wat hij nu eigenlijk met de schoolbegeleidingsdiensten wilde.

Hoe taxeert u de ingediende aanvraag voor subsidie?

Er zijn twee hele nieuwe ontwikkelingen. In de eerste plaats: Heel wat gemeenten zien wel wat in ons streven, maar wachten op de erkenning van het ministerie. Geeft die een startsubsidie, dan kunnen we ook op hen rekenen. In de tweede plaats: Andere gemeenten die ondanks het feit dat wij niet erkend en gesubsidieerd zijn ons toch een bepaald bedrag per leerling toegezegd hebben. Dat is natuurlijk voor ons iets geweldigs.

Officieel zijn we per 1 januari 1978 begonnen met het opzetten van een kader en hebben we een coördinator benoemd.

De ontwikkelingen bij het nieuwe kabinet zijn nog niet zo erg duidelijk, maar geven toch wat meer licht. De erkenning in de regeringsverklaring Van Agt dat de school de vrijheid moet hebben zijn eigen begeleiding te kiezen geeft ons goede hoop.

U noemde een samenwerkingsdienst een noodoplossing. Betekent dit dat u een protestants-christelijke dienst niet ten uiterste noodzakelijk vindt?

Aan de ene kant zeg ik: 'Ja, ten uiterste noodzakelijk". Aan de andere kant zeg ik: "Onze scholen hebben nooit om een schoolbegeleidingsdienst gevraagd".

Wat is er eigenlijk gebeurd? Van Kemenade zijn hele politiek is geweest: het bestaande systeem van verzuilde scholen te verzwakken, zodat er plaats kwam voor een niet verzuilde structuur van begeleiding. Van die kant bezien zijn de schoolbegeleidingsdiensten ons in zekere zin opgedrongen. Wij hebben niet gevraagd om een schoolbegeleidingsdienst op zich.

Je moet de scholen zelf zo sterk mogelijk maken en de begeleidingsstructuur niet gaan overdrijven. De kennis en het inzicht moet je in de school zelf brengen.

Daarom willen wij binnen "Centraal Nederland" zo snel mogelijk een werkgroep van leerkrachten vormen, die zelf de problematiek doorneemt en niet de oplossing van buitenaf voorgeschoteld krijgt. Je moet met scholing bezig zijn.

Om op de vraag terug te komen: in een samenwerkingsdienst zie ik zelf zulke grote bezwaren dat ik zeg: "Nou, als het helemaal op geen andere manier meer kan". Maar dan zul je eerst tot de bodem uitgezocht moeten hebben of het niet mogelijk was een zelfstandige protestants-christelijke dienst op te zetten. Op dit moment denk ik nog beslist niet aan alternatieven.

Zou men niet veel sterker staan als de gedachte zou leven: tot elke prijs een eigen schoolbegeleidingsdienst?

Ik geloof dat als datgene waar we nu mee bezig zijn niet lukt, een groot aantal scholen in de regio zal zeggen: "Dan willen wij ook niets meer. Dan kan er een samenwerkingsdienst worden opgericht, door wie dan ook, maar dan doen wij gewoon niet mee".

Voor het protestants-christelijk onderwijs in het algemeen is een samenwerkingsdienst in de praktijk toch geen bezwaar gebleken?

In bepaalde kringen van het protestants-christelijk onderwijs leefde het gevoel van: we hebben het gehaald. Men besefte nauwelijks meer wat echt christelijk onderwijs inhield.

Nu ze de keus voor een samenwerkingsdienst eenmaal gemaakt hebben, geven zij sterk de indruk dat ze echt niet anders meer willen. Wij botsen regelmatig op die mensen, die ons te pas en te onpas de voet dwars willen zetten, omdat ze zelf met vuur en verve in een samenwerkingsdienst zijn gestapt, waarvan hun eigen achterban zegt: "Wat hebben jullie gedaan? "

Principieel is dus wel gebleken, dat men het niet onaanvaardbaar vond in een samenwerkingsdienst te stappen.

Dat weet ik niet helemaal. Als de dienst je voorgesteld wordt als nauwelijks meer dan een schoolartsendienst, dan zitten daar geen principiële kanten aan.

Er is gedacht: "We kunnen altijd nog doen wat we willen. Zoveel gebruik maken we er toch niet van". Maar de schoolbegeleiding met al zijn mogelijkheden en facetten, zoals de minister die heeft voorgesteld, is principieel wel heel belangrijk.

Ondertussen heeft de minister deze samenwerking aangegrepen om zijn gedachte van onverzuilde schoolbegeleidingsdiensten te verdedigen.

Inderdaad, minister Van Kemenade heeft duidelijk geconstateerd - en dat valt moeilijk te weerleggen - dat samenwerking voor het grootste deel van het protestants-christelijk onderwijs met de andere zuilen niet onaanvaardbaar is gebleken.

Welke normen legt u aan voor samenwerking met andersdenkenden?

Er zijn natuurlijk allerlei stadia van samenwerking. Als de levens-en wereldbeschouwing in het geding zijn, dan wil ik graag precies weten wat de ander wil en dan zal er wel heel gauw een botsing komen.

Vindt u bij samenwerking op bestuurlijk niveau de grondslag van wezenlijke betekenis?

Ja, wij hebben een grondslag en vandaaruit geven wij schoolbegeleiding. Wij kunnen alleen bestuurlijk operationeel werken met mensen die die grondslag onderschrijven en eruit willen leven.

Welke grondslag is dat?

Dat is bij "Centraal Nederland": De Heilige Schrift als het Woord van God, waaraan geen andere verklaring en toepassing wordt gegeven dan in de Drie Formulieren van Enigheid is uitgedrukt.

De Drie Formulieren van Enigheid als zodanig zijn dus niet in de grondslag opgenomen?

Nee, inderdaad. Wij hebben als grondslag alleen Gods Woord. Voor het verstaan van Gods Woord verwijzen wij in onze grondslag naar de Drie Formulieren van Enigheid. Actueel betekent dit de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Tegen deze formulering heb ik geen enkel bezwaar. Overigens ook niet tegen een grondslag die de Drie Formulieren op zich uitdrukkelijk noemt. Als je dan maar niet zegt: "De Bijbel, zoals die door de Drie Formulieren wordt uitgelegd".

Dan leg je de Drie Formulieren boven op de Bijbel. Dat moet je niet doen.

Het bezwaar van de grondslag van "Centraal Nederland" is natuurlijk wel dat ze louter en alleen de canoniciteit van de Bijbel vastlegt.

We hebben voor deze formulering gekozen, omdat de modernistische Bijbeluitleg op gespannen voet staat met wat in de belijdenis over de Bijbel beleden wordt.

U vindt dus in de grondslag de Drie Formulieren als totaliteit niet wezenlijk?

Met name over artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zouden moeilijkheden ontstaan zijn binnen "Centraal Nederland". Daar wil ik de zaak van schoolbegeleiding niet op laten afspringen. Je moet zoeken naar wat verenigt, naar wat samen kan gaan op de grondslag van Gods Woord.

Hoe bakent u de gemeenschap waarvoor u functioneert af ten opzichte van dat deel van het protestants-christelijk onderwijs dat wel een samenwerkingsdienst wil?

Iedereen die komt vragen we, of hij instemt met de grondslag van "Centraal Nederland" en wij stellen dat zijn werk gedragen moet worden door de Bijbel als het Woord van God.

Een waterdichte definitie als zodanig is niet mogelijk, omdat je niet over de harten kunt gaan oordelen.

Was die grens niet wat scherper getrokken bij een uitdrukkelijk noemen van de Drie Formulieren als geheel?

Het onderschrijven van een grondslag is in de praktijk erg gemakkelijk gebleken.

Je kunt niet zeggen: "We hebben een goede grondslag" en daarmee klaar. Veel belangrijker is een goed benoemingsbeleid. Je zult je toekomstige medewerkers moeten afvragen: "Wat wilt u en wat drijft u? "

Schept de huidige grondslag geen ruimte voor tweeërlei opvatting?

Die mogelijkheid zit erin. De moeilijkheid is dat als je eenmaal een grondslag vastgelegd hebt, je heel goed moet uitkijken als je die gaat veranderen. Dat wekt geweldige irritaties bij sommigen.

Alle scholen die zich in eerste instantie bij ons aangemeld hebben zijn verzocht om de grondslag van hun school in te sturen. De nu geformuleerde grondslag hebben we bij het merendeel van de aangesloten scholen teruggevonden. Als we een andere grondslag zouden gaan maken, komen we aan alle kanten in botsing.

Hoe wil "Centraal Nederland" in de praktijk gaan functioneren?

In onze statuten is nadrukkelijk vastgelegd dat er geen schoolbegeleiding plaats vindt dan op verzoek van de school. Dat gaat zelfs zover, dat als ouders ons bepaalde dingen vragen, bij conflicten met bestuur en/of schoolleiding, wij weigeren als scheidsgericht op te treden. De school gaat een kontrakt met ons aan. Ook bestaat de mogelijkheid een bepaald gedeelte van het pakket wat wij bieden te gebruiken.

Er mogen rooms-katholieke scholen komen die bij voorbeeld zeggen: "Wij hebben uw begeleiding nodig voor spraakmoeilijkheden, maar wensen verder geen enkele bemoeienis met u". Tegen betaling kunnen zij dan gebruik van onze diensten maken.

Welke werkzaamheden verricht de per 1 januari jl. benoemde coördinator op dit moment?

Op het ogenblik is hij met de scholen aan het praten over wat de prioriteit verdient. Waarbij hij zelf suggereert of het niet verstandig is om te gaan nadenken over de integratie kleuter-en basisonderwijs. Van begin af aan willen we de nadruk laten vallen op de leerlingenbegeleiding, hoewel je die natuurlijk niet los kunt maken van de systeembegeleiding.

Dominee, onze hartelijke dank!

H.J. van Berkum.

L.D. van Klinken.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

Criterium | 56 Pagina's

SCHOOLBEGELEIDING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978

Criterium | 56 Pagina's