Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJK LIED EN GEREFORMEERDE GEZINDTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJK LIED EN GEREFORMEERDE GEZINDTE

10 minuten leestijd

In 1980 besloot de Christelijk Gereformeerde Synode de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot een bundel geestelijke liederen voor kerk, gezin en school. Deze bundel zou naar inhoud in overeenstemming moeten zijn met de inhoud van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis. Samen met andere kerken die de gereformeerde belijdenis van harte onderschrijven zou dit mogelijk moeten zijn.

Contacten met andere kerken leidden ertoe dat er een Stichting Geestelijk Lied voor de Gereformeerde gezindte werd opgericht, waarin Nederlands Hervormd, Christelijk Gereformeerd, Nederlands Gereformeerd, Gereformeerde Gemeente en Gereformeerd Vrijgemaakt samenwerken. Voor de 'brede' Gereformeerde gezindte dus. De secretaris van de Stichting, ds. Van Amstel, constateerde in 1983 dat men in 'een versplinterende Gereformeerde gezindte zo fijn kan samenwer ken rond deze nieuwe bundel.'

De doelgroep voor deze nieuwe bundel is ondermeer het gezin. De bundel zou een stimulans moeten zijn voor het zingen in de gezinnen en corrigerend moeten werken naar datgene wat geboden wordt door de radio en platen. Een andere doelgroep is het jeugdwerk en het onderwijs. Uiteindelijk wilde men komen tot een bundel van 250 liederen. Werkgroepen zouden selecteren uit 'al wat goed gereformeerd is'. Liederen van bijvoorbeeld Revius konden ook worden opgenomen.

Resultaten

Een eerste resultaat van de Stichting verscheen na een aantal jaren van dichten, schrijven en componeren in 1985; een losbladige proefbundel voor de nieuwe basisschool, voor zondagsschool, voor gezin en evangelisatiewerk.

In het voorwoord werd gesteld dat 'zingen een vorm van belijden is. Met onze stem antwoorden op de Stem van God. Ant-woord op het Woord'. In het voorjaar van 1987 verscheen een definitieve bundel van 100 liederen. De presentatie hiervan vond plaats in PABO 'De Driestar'.

De werkgroep heeft onder meer gebruik gemaakt van liederen van de Reformatorische Werkgroep Bijbellied (Goes), die publiceerden in DRS en van publicaties uit 'Woord en School', maandblad voor gereformeerde onderwijsgevenden.

De meeste liederen uit de bundel zijn nieuw. Predikanten, neerlandici en musici hebben daarin samengewerkt. Verder zijn er liederen in opgenomen van onder meer Luther, uit de Hervormde bundel, etc. Van Revius zijn uiteindelijk geen liederen opgenomen. "Gebleken is dat kinderen bij oude liederen zulke andere dingen invullen", aldus ds. Van Amstel.

Op de vraag of ds. Van Amstel en de zijnen op de hoogte waren van de werkgroep van de KLS die reeds vanaf 1979(!) liederen heeft geproduceerd, werd geantwoord dat 'hem terloops daar iets van bekend was, maar er wederzijds geen toenadering is geweest. Het zou mooi zijn als er overleg kwam....' Voor zover ons bekend is er van dit overleg niets gekomen. Gelet op de uiteindelijke bundel(s) die zijn verschenen is duidelijk dat de KLS-werkgroep zich moeilijk zou kunnen vinden in de selectiecriteria van de Stichting.

Enthousiast ontvangen

Deze bundel voor de basisschool werd door A.M. Alblas in het Reformatorisch Dagblad van 3 juli 1987 lovend beoordeeld. Naar zijn mening is de inhoud in overeenstemming met de gereformeerde

belijdenis en kan zij als kwalitatief verantwoord worden aangemerkt. Er is sprake van 'hoog muzikaal niveau'; het taalgebruik is eenvoudig; nergens is sprake van platvloersheid; de dichters zijn uitgegaan van de gevoeligheid, die kinderen hebben voor de echtheid van poëzie en van taal (...). Naar zijn mening zou een 'extra dimensie' aan het zingen zijn toegevoegd door de aangegeven begeleidingen van blokfluit, xylofoon, tamboerijn, triangel, trom en klavier. De schrijver gaat ervan uit dat de te verschijnen grote bundel van 250 liederen van dezelfde kwaliteit zal zijn als deze en constateert dan dat 'er iets groots is verricht'.

In De Reformatorische School van november 1987 wordt opgemerkt dat de Stichting veel waardering verdient voor het op de markt brengen van deze bundel. "We wensen de bundel in veel handen", aldus de resencent. Wel wordt naar voren gebracht, dat gezien de verscheidenheid binnen de gereformeerde gezindte niet alle scholen de gebruikte teksten met even veel enthousiasme zullen ontvangen....

Tot dat moment is genoemde bundel voor de basisschool dus enthousiast tot zeer enthousiast ontvangen.

Toetsing aan gereformeerde belijdenis

Bij de vooraankondiging en bij de presentatie heeft ds. Van Amstel steeds laten weten dat de bundel(s) de 'toets van gereformeerde belijdenis kunnen doorstaan'.

Beduidend minder positief is echter De Bond van Zondagsscholen van de Gereformeerde Gemeenten. Het bestuur concludeert dat de bundel van 100 liederen de toetsing aan de gereformeerde belijdenis niet kan doorstaan. "We hebben te maken met liederen die nauwelijks inhoud hebben, grenzeloos oppervlakkig zijn en schril afsteken tegen de bevinding zoals men die in de psalmen vindt", aldus de Bond. En merkt verder op dat zij het gebruik ervan ten sterkste afraden.

Ongeveer in diezelfde tijd laat De Reformatorische School weten dat er naast verantwoorde liederen ook wel liederen zijn waarin "een doops-en verbondsopvatting wordt gepropageerd die weinig onderscheidend van karakter is".

Als midden vorig jaar dan ook de bundel van 222 'geestelijke liederen voor gezin, school, vereniging en koor' verschijnt, voor alle leeftijden, uit het RD zich ook in kritische zin. Er wordt weinig

geroepen vanuit de diepte van schuld en zonde; er wordt veel gezongen vanuit de vergeving. Een Van Lodenstein, Groenewegen en Sluiter ontbreken bij de selectie. De recensent is voorts van mening dat we beducht moeten zijn voor vereenzelviging van historisch en waar zaligmakend geloof.

Hij besluit met de opmerking: "Ik heb geen alternatief aangedragen. Wie anders dan de Stichting heeft een poging gewaagd om in deze behoefte te voorzien".

Kennelijk is ook deze scribent onbekend met de uitgaven van de werkgroep Muzikale Vorming an de KLS. Inmiddels staat vast dat het werk van de Stichting omstreden is.

Beoordeling

Bij de beoordeling van de bundel voorde basisschool - daartoe willen we ons beperken - lijkt het goed in te gaan op een drietal aspecten: de inhoud van de liederen, het muzikale gehalte en het gebruik binnen het onderwijs.

Voor wat betreft de inhoud sluiten wij ons aan bij degenen die stellen, dat de bundel in haar totaliteit de toets van de gereformeerde belijdenis niet kan doorstaan. De teksten bieden veelal datgene wat ook kenmerkend is voor de bundels 'Alles wordt nieuw'. De gewijde geschiedenis wordt vervat in profaan taalgebruik. De tekst mag dan wel 'kinderlijk' en 'eenvoudig' zijn, dat laat onverlet dat men op deze wijze - ook voor wat betreft het karakter van de melodieën bij een bepaalde tekst - onjuist bezig is. Bovendien vindt er een veralgemenisering van het heil plaats door de verbondsweldaden te laten gelden voor alle gedoopte kinderen. We kunnen wat dat betreft verwijzen naar Criterium, 18e jaargang nummer 2.

Wanneer we zien naar de 'brede' kerkelijke samenstelling van de Stichting behoeft ons dit niet te verwonderen. Wie de Gereformeerde gezindte zo breed opvat, kan niet anders komen dan met een bundel voor 'elk wat wils'. In de bijgaande folder werd dan ook gesteld, dat deze bundel 'goede diensten kan bewijzen op de basisschool of deze nu van gereformeerde, reformatorische of protestants-christelijke signatuur is'. Voor hen die uitgaan van de gereformeerde belijdenis - ook bij het samenstellen van een liedbundel - een onmogelijke pretentie. Een voluit acceptabele bundel zou verwacht kunnen worden uit een kring binnen de Gereformeerde gezindte, die niet alleen de Reformatie, maar ook de Nadere Reformatie, en dan niet

alleen de zeventiende, maar ook de achttiende eeuw in achting wil houden. En dat niet zonder strijd.

Het is niet voor niets dat de Gereformeerde Gemeenten in de jaren '20 de strijd moesten aanbinden tegen ondermeer de 'drieverbondenleer'. De Synode sprak in 1931 duidelijk uit dat alleen de uitverkorenen wezenlijk in het verbond zijn begrepen. Niet allen die onder de bediening van het verbond leven, komen de beloften des verbonds toe. Deze beloften zijn duidelijk beperkt tot de uitverkorenen.

De inhoud van de bundel maakt duidelijk dat deze strijd niet voor niets is gevoerd. De bundel ademt een sfeer van oppervlakkige godsdienst. Het moge dan zijn dat er 'fijn kan worden samengewerkt binnen een versplinterde gereformeerde gezindte' (ds. Van Amstel), het resultaat van deze 'fijne samenwerking' is er dan ook naar!

We kunnen ons voorstellen dat dit de reden is waarom de Gereformeerde Gemeenten inmiddels niet meer vertegenwoordigd is in de Stichting.

De Gereformeerde gezindte in 'engere' zin kan zich niet vinden in het geheel van de bundel, getuige ook de eerdergenoemde kritiek.

Het is in dat opzicht dan ook niet verwonderlijk dat de Stichting geen contact gezocht heeft met de KLS. Het valt wel op, dat mensen die de berichtgeving voor de Gereformeerde gezindte verzorgen niet te verstaan geven, dat er een 'alternatief bestaat voor het zingen van het geestelijk lied, waarbij uitgegaan wordt van het poëtisch erfgoed van Reformatie en Nadere Reformatie, waarin Sluiter, Revius, Van Lodenstein, Ledeboer en vele anderen niet worden gemist.

Onderscheidend naar inhoud is de bundel niet. Volgens het voorwoord sluiten de liederen nauw aan bij de Bijbeltekst en vertolken wat verwoord is in Psalm 8: "Uit stem antwoorden op de stem van God. Het is de vurige wens dat het gebruik van de bundel mag bijdragen aan het zingen van de lof des Heeren."

Ook hierin wordt het onderscheid niet aangegeven tussen het belijden met de lippen en het belijden met het hart. Bij het zingen van psalmen, lofzangen en geestelijke liederen mag toch zeker wel de wens uitgesproken worden of de zaken waarvan men zingt verklaard zouden mogen worden in het hart?

Het muzikale gehalte van de bundel kan door ons anders beoordeeld worden dan de inhoud van de liederen. Voorspelen, tussenspelen en melodieën getuigen over het algemeen van goede smaak en zijn naar de 'regels der kunst' opgemaakt.

Typerend voor de brede kring waarvoor de bundel kennelijk is

bedoeld, is het aangeven van het gebruik van handtrom, tamboerijn, gitaar en triangel bij het zingen van veel geestelijke liederen. Deze 'leger-des-heils' - en 'vakantie-bijbelclub'-sfeer is toch zeker niet geëigend voor het reformatorisch onderwijs. Op zichzelf doet ook dit weer veel af van de inhoud van sommige liederen.

Daarmee zijn we gelijkertijd beland bij het gebruik binnen het onderwijs. Elk lied in de bundel van 100 is voorzien van didaktische aanwijzingen; soms summier, soms uitgebreid wanneer het gebruik van instrumenten moet worden toegelicht. Als hulpmiddel bij het op de juiste wijze aanleren van een bepaald lied zijn deze aanwijzingen een steun voor de leerkracht.

Vraagtekens zetten wij wel bij het bepalen van de leeftijdscategorie waarvoor een lied bestemd is. Lied 87 bijvoorbeeld, "Trouwe Heiland, houd de wacht", lijkt ons voor groep 1 erg moeilijk. Het heeft de omvang van een octaaf en bovendien een paar moeilijke intervallen. Dat geldt ook voor lied 10(vanafgroep3)enlied88.Maatenritmevanlied 17 zal menige leerkracht in groep 5 wel hoofdbrekens kosten.

De toegankelijkheid van de bundel is gering. Om te weten te komen wie een lied heeft gemaakt (tekst en/of melodie) moet men zoeken.

Dit staat niet bij het lied vermeld. Er is wel een inhoudsopgave, ook alfabetisch, met daarnaast nog een vermelding van de liederen op volgorde van bijbelgedeelten, zodat bepaalde liederen toegepast kunnen worden bij de bijbelles. Het boek wordt gecompleteerd met een lijst van auteurs, componisten, vertalers en bewerkers en als laatste een lijst, waarbij aangegeven is welke liederen voor een bepaalde groep bestemd zijn.

Tenslotte

Voor wat betreft de inhoud is de Stichting er ons inziens niet in geslaagd een bundel op de markt te brengen die in haar geheel de toets van de gereformeerde belijdenis kan doorstaan. Wat overigens voor elke bestaande bundel geldt: niet elk lied behoeft te worden afgewezen. Er staan ook wat tekst en melodie betreft prachtige liederen in.

De taakstelling van de Stichting om 'wildgroei' van het geestelijk lied tegen te gaan is echter niet gelukt. In dat opzicht kan gesproken worden van een 'gemiste kans'. Aan ijver heeft het de Stichting en werkgroep niet ontbroken. Des temeer is het te betreuren dat er dan geen bundel tot stand gekomen is die zonder problemen aan elke leerkracht kan worden aangereikt.

Het erfgoed van de bevindelijke gereformeerde auteurs van Reformatie en Nadere Reformatie is door de Stichting onvoldoende benut.

Hopelijk laat een 'alternatief in dit opzicht niet lang meer op zich wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1989

Criterium | 52 Pagina's

GEESTELIJK LIED EN GEREFORMEERDE GEZINDTE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1989

Criterium | 52 Pagina's