Een combinatieklas (2)
Praktische aanbevelingen voor het omgaan met een combinatieklas.
Vooraf
In het vorige artikel zijn we ingegaan op voorbereiding, planning en didactische vaardigheden. In dit artikel ga ik in op de klasseorganisatie en op zelfstandig werken.
III. Klasseorganisatie
3.1. Het begrip klasseorganisatie
Wat verstaan we onder klasseorganisatie? Veenman verstaat daaronder in zijn boek Omgaan met combinatieklassen het volgende: Het is een verzameling organisatorische vaardigheden van de leerkracht met het doel die voorwaarden te vestigen en te handhaven waardoor instructies van de leerkracht en de leeractiviteiten van de leerlingen succesvol zijn. Tot de klasseorganisatie behoren onderwijstaken als plannen, organiseren, coördineren en leiding geven, controleren en verzorgen van de communicatie. De volgende basisvaardigheden zijn een vereiste voor een goede klasseorganisatie: duidelijk zijn, consequent zijn en evenwichtig reageren.
Allerlei gebeurtenissen in de klas vragen een goede beslissing. We onderscheiden twee soorten beslissingen: planningbeslissingen en keuzebeslissingen. De eerste worden vooraf gemaakt, de tweede tijdens de les. Een goede klasseorganisatie wordt gekenmerkt door veel planningbeslissingen. Bij het werken met een combinatieklas moeten de planningbeslissingen absoluut in de meerderheid zijn.
3.2. Preventie van probleemsituaties
Naast storingen van buitenaf (een kind dat ziek is, een verjaardag) ontstaan er ook probleemsituaties door ongewenst gedrag in de klas, bijvoorbeeld praten, ruzie, enz. die in een combinatieklas een nog störender effect hebben, omdat ze plaats kunnen vinden in de groep waar de leerkracht op dat moment niet mee bezig is. Bovendien zullen leerlingen in combinatieklassen over het algemeen vaker zelfstandig bezig zijn, zonder direct toezicht van de leerkracht, waardoor probleemsituaties zich vaker kunnen voordoen. Ook hiervoor kan de leerkracht een aantal plannigs-
beslissingen nemen. Hieronder een aantal aanbevelingen:
- De leerlingen moeten voelen dat de leerkracht 'erbij' is.
- Kies een plaats waardoor alle kinderen gezien kunnen worden, ook als u instructie geeft aan de andere groep of elders in de klas bezig bent.
- Kijk tijdens de instructie de kinderen van de groep regelmatig aan. maar houdt ook de rest van de klas in de gaten.
- Maak korte, tussentijdse notities over opvallend gedrag van leerlingen. - De leerlingen die zich niet houden aan de regels moeten in het bijzonder in de gaten gehouden worden.
- Als de leerlingen correct gedrag vertonen, moet u dat ook laten merken en waarderen.
- Probeer eerst door oogcontact het ongewenste gedrag te corrigeren. Bij blijvend ongewenst gedrag gaat u er naar toe om het te corrigeren. Roep niet door de klas, want dat werkt storend. - Praat tijdens het vertellen en uitleggen zacht. Dat bevordert het luisteren en de rust.
Het zal duidelijk zijn dat preventie van probleemsituaties belangrijk is en dat planningsbeslissingen in deze noodzakelijk zijn. Dus weer: vooraf goed over nadenken.
3.3. Didactische vaardigheden (m.b.t. de klasseorganisatie)
Wat dit punt betreft wil ik kort zijn. Hieronder een aantal didactische vaardigheden die een vereiste zijn om een combinatieklas goed te laten funtioneren:
- Het alert zijn.
- Het spreiden van de aandacht (simultaan gedrag).
- Het "erbij" houden van de groep (continuïteit en vaart).
- Het verantwoordelijk stellen van de leerlingen voor hun leren.
- Het vermijden van lesonderbrekingen.
- Het kiezen van afwisselende en uitdagende verwerkingsopdrachten.
3.4. Routines en regels
Voor het efficiënt laten verlopen van het onderwijs in een combinatiegroep zijn routines en regels nodig.
In een klas waar iedereen weet wat toegestaan is en wat niet, waar iedereen weet wat waar te vinden is en weer opgeborgen moet worden, verloopt het onderwijs op een goede wijze. Kinderen zullen zich daar ook aangenaam bij voelen.
Hieronder wat aanbevelingen:
- Denk na over de regels en afspraken die nodig zijn om de klas goed te laten functioneren.
- Het is raadzaam om de routines en regels met de leerlingen te bespreken, zodat de betrokkenheid verhoogd wordt.
- Naast alle 'gewone' regels moet in het bijzonder het zelfstandig werer-ken van de leerlingen geregeld worden. Wat moeten en mog kinderen doen als de leerkracht niet ter beschikking is? Dit vereist duidelijke afspraken.
- In het begin van de cursus is het aan te raden de regels veel te herhalen. Oefen gericht met de regels en evalueer. De regels zouden ook opgehangen kunnen worden op een goed zichtbare plaats in de klas. Oefen eerst de algemene regels en dan de specifieke regels.
3.5. De inrichting van het klaslokaal
De inrichting van het klaslokaal kan een belangrijke bijdrage leveren aan de werksfeer in de klas.
Richt de klas in aan de hand van de volgende vragen:
- Waar wordt meestal instructie gegeven?
- Waar moeten de leerlingen kunnen lopen?
- Waar bevinden zich de materialen?
- Hoe kan veelvuldig storend geloop worden voorkomen?
- Zijn de materialen gemakkelijk bereikbaar voor alle leerlingen?
Bij een goede inrichting van het klaslokaal voor combinatiegroepen gelden de volgende vier basisregels:
- Zorg ervoor dat u altijd alle kinderen kunt zien.
- Zorg ervoor dat de leerlingen u en het bord goed kunnen zien.
- Zorg ervoor dat de leermiddelen gebruiksklaar liggen.
- Voorkom opstoppingen in druk belopen delen van de klas.
In een artikel over effectieve instructie en doelmatig klassemanagement van S. Veenman en J. Raemaekers wordt aangegeven dat uit onderzoek is gebleken dat een klas met een frontale opstelling (in rijen dus) meer taakgericht bezig is dan een andere opstelling.
Hieronder een aantal zaken waar u op kunt letten bij de inrichting van het klaslokaal:
- Zorg dat de leermiddelen niet verspreid door de klas worden opgeruimd. Bijvoorbeeld: berg grote atlassen, die al-
leen gebruikt worden in groep 6, niet op in de kast van groep 5. Dat kan namelijk storend werken.
Plaats kasten en/of wanden zo dat ze het uitzicht naar de leerkracht en het schoolbord niet belemmeren.
- Zorg voor een kast (het mooiste zou zijn één kast per groep) waarin alle gebruiks-en verbruiksmaterialen liggen. Geef duidelijk aan door middel van bordjes waar ze iets kunnen vinden.
- De gebruiks-en verbruiksmaterialenkast is een druk belopen gebied. Zorg daar voor wat vrije ruimte.
- Is er ruimte over in de klas, dan is het aan te bevelen aparte werkhoeken in te richten. Deze werkhoeken kunnen gebruikt worden voor leerlingen die snel afgeleid zijn.
Ook kunnen deze hoeken gebruikt worden om bijvoorbeeld extra werkopdrachten uit te voeren. Zorg wel dat ze door u controleerbaar blijven.
3.6. Correctiewerk
In een combinatieklas wordt veelvuldig schriftelijk gewerkt wat veel correctiewerk met zich meebrengt.
In een enkelvoudige klas kan de leerkracht tussendoor nog wel eens wat nakijken en kunnen de leervorderingen beter gevolgd worden door de ruimere mogelijkheden voor geleide oefening.
Altijd alle werk van de leerlingen nakijken, betekent dat je als leerkracht dagelijks een grote hoeveelheid correctiewerk hebt.
Oplossingen voor dit probleem moeten gezocht worden in het gedifferentieerd nakijken. Dus niet meer al het werk. en niet meer altijd alles van alle leerlingen nakijken.
Een aantal mogelijkheden om het vele correctiewerk te beperken zijn de volgende:
- Het gebruik van zelfcorrigerende materialen. - Zelfcorrectie door middel van antwoordenboekjes. - Onderlinge correctie. - Oefen-en toetswerk.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat u natuurlijk wel overzicht moet houden op de leervorderingen van de leerlingen. Er liggen hier wel gevaren op de loer. Vooral door middel van het invoeren van meerdere toetsmomenten om te kijken of de leerdoelen bereikt zijn. kan een goed overzicht over de leervorderingen gehandhaafd blijven.
IV. Zelfstandig werken
4.1. Algemeen
Het zal duidelijk zijn dat in een combinatieklas veel zelfstandig gewerkt
moet worden. De ene groep krijgt instructie en de andere groep wordt geacht aan het werk te zijn.
Het is belangrijk dat er voor zelfstandig werken duidelijke afspraken worden gemaakt.
Hieronder een aantal tips voor het zelfstandig werken in een combinatieklas:
- Geef in de eerste week (weken) heel veel aandacht aan zelfstandig werken. Zelfstandig werken moet beheerst worden in een combinatieklas.
- Geef duidelijke regels en herhaal deze vaak in het begin van de cursus.
- Zorg dat de regels éénduidig zijn voor de hele dag. Maak de regelgeving niet onnodig ingewikkeld.
4.2. Zelfstandig werken en zorgbreedte
Het gericht invoeren van een half uur zelfstandig werken in het rooster kan ik ten zeerste aanbevelen. Dit half uur kan bijvoorbeeld gepland worden aan het eind van elke morgen. Dat half uur zelfstandig werken geldt dan voor beide groepen. In dat half uur kunnen leerlingen bijvoorbeeld extra (vaak wat aantrekkelijker) oefenstof maken, taken afmaken en extra werk gaan doen. Belangrijker is dat, als de klas zelfstandig werkt u aandacht kan schenken aan zorgbreedte. Leerlingen die met bepaalde onderdelen moeite hebben, kunnen in dat half uur wat extra geholpen worden en dan wat oefenstof maken. U heeft er dan gericht tijd voor, tijd die u de rest van de morgen mist. In een enkelvoudige klas kunt u tussendoor nog weieens een leerling helpen, in het omgaan met een combinatieklas is dat tot een minimum beperkt. Vandaar dat dit bij uitstek een goede mogelijkheid is om aan zorgbreedte tegemoet te komen. Hieronder weer wat aanbevelingen voor dit half uurtje:
- Een hoofdregel is dat de leerkracht in dit half uur niet gestoord mag worden en dat de leerlingen zo rustig mogelijk hun werk doen en alle materialen kunnen vinden die ze nodig hebben.
Deze regel is voor hen niet vreemd, want die moet worden toegepast bij alle zelfstandig werk in de combinatieklas. Alleen is er nu dit verschil dat beide groepen zelfstandig aan het werk moeten.
- Blijf overzicht houden door gedurig uw ogen door de klas te laten gaan. (Uw ogen vermogen vaak meer dan u denkt!) Maak notities van leerlingen die storend gedrag vertonen en bespreek uw bevindingen later met die leerlingen.
- Ook voor dit half uurtje is het van belang dat u aan het begin van de cursus gericht oefent. Herhaal zo nu en dan de regels en maak duidelijk waarvoor dit half uurtje door u gebruikt wordt, zodat de betrokkenheid van de leerlingen toeneemt.
- Ondersteun het zelfstandig werken zo nodig visueel door aan elke kant van het schoolbord een bord te plaatsen, wat aan de ene kant rood is en aan de andere kant groen. Rood betekent dan zelfstandig werken, groen betekent de mogelijkheid om vragen te stellen. Gebruik die borden de hele dag en treedt consequent op bij overtredingen. Bij dit half uurtje zelfstandig werken staan die borden uiteraard op rood.
- Maak van te voren een planning van welke kinderen u wil helpen in dat half uur. U moet ook weten wat voor hulp u een bepaald kind geeft. Hiervoor is raadzaam handelingsplannetjes te maken die voor u gemakkelijk te gebruiken zijn en waarop u aangeeft wat de problemen zijn en welke hulp u gaat bieden. Neem de stapjes niet te groot en kijk steeds weer of u uw doel bereikt hebt.
- Geef duidelijk aan wanneer het zelfstandig werken is. De leerlingen weten dan als het goed is wat ze moeten en mogen doen. In sommige gevallen kunt u op het bord aangeven wat ze na het afronden van de taken mogen doen.
4.3. Gebruik van materiaal bij het half uur zelfstandig werken.
- Zorg voor materiaal in de klas dat geschikt is voor de leerlingen om na afronding van de taken mee te werken.
- Aanbevolen is materiaal dat zelfcontrolerend is.
- Zorg voor geen toeloop bij de materiaalkast. Hanteer bijvoorbeeld de regel: één bij de materiaalkast, één bij de prullebak om punten te slijpen. Deze regel geldt trouwens ook de gehele dag en niet alleen voor dit half-uurtje.
- Ook het goed opruimen van de materialen moet geleerd worden, de volgende dag moet het weer gebruikt worden!
Afsluiting
Het valt niet altijd mee om met een combinatieklas om te gaan. Er wordt heel wat van je verwacht als groepsleerkracht. Een groepsleerkracht in een combinatieklas moet een positieve instelling hebben, consequent optreden en een vaste lijn aan houden, flexibel zijn. Hij of zij moet goed kunnen organiseren, heeft de vaardigheid om te differentiëren, is in staat de aandacht te verdelen, simultaan te handelen, een efficiënte leerlingadministratie te voeren en tenslotte is hij of zij bereid veel tijd in het klassewerk te investeren.
Voldoet een groepsleerkracht voor het grootste gedeelte niet aan deze bovenstaande profielschets dan zal het werken in een combinatieklas op een mislukking uitlopen.
Een combinatieklas is voor een leerkracht ontegenzeggelijk zwaarder dan een enkelvoudige groep. Het vereist de volledige inzet van de leerkracht. Zeker voor een combinatieklasleerkracht geldt: een goede voorbereiding is het halve werk.
Gebruikte literatuur:
L. van der Kroon e.a.. Combinatiegroepen, en hoe ermee te werken, Gorinchem (z.j.). 'Effectieve instructie en doelmatig klassemanagement": in: S. Veenman e.a. Omgaan met combinatieklassen, een programma uoor schoolverbetering.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 1993
Criterium | 28 Pagina's