Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PLUSPUNT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PLUSPUNT

7 minuten leestijd

Rekenen jullie niet meer in groep 3? ', vroeg een moeder aan mij. Haar zoontje had thuis verteld dat ze wel lezen, schrijven en nog veel andere vakken hadden, maar geen rekenen. Ik kon die moeder gerust stellen, rekenen doen we nog steeds, maar wel anders dan vroeger. We zijn dit jaar gestart met de realistische rekenmethode Pluspunt. De leerling van hierboven had de speelse en gevarieerde oefeningen van Pluspunt blijkbaar niet als 'echt' rekenen ervaren. Het is mijn mening dat het voor zowel leerkracht als leeding fijn is om met deze methode te werken. Het materiaal ziet er aantrekkelijk en goed verzorgd uit. De oefeningen spreken de meeste kinderen erg aan. De oude rekenmethode (NZß) was, vergeleken met Pluspunt, maar saai. Dit artikel is geen beoordeling van een methode, maar meer een impressie van hoe de methode werkt in groep 3. Pluspunt is nog niet compleet op de markt. Het materiaal voor groep 8 is in voorbereiding. Als alles op de markt is, zullen we moeten beslissen of Pluspunt onze definitieve keus wordt.

Hoe zit de methode in elkaar?

Bij een realistische rekenmethode kun je de handleiding niet in de kast zetten, omdat je er zonder die ook wel uit komt. De handleiding is een onmisbaar hulpmiddel om goed met de methode te kunnen werken. De handleiding van Pluspunt is heel duidelijk van opzet. Ieder blok leerstof wordt ingeleid met een blokinleiding. Hierin vindt de leerkracht korte informatie over didactiek, organisatie, materialen en de leerstof van het blok dat volgt.

De stof van het hele jaar is verdeeld over 12 blokken van drie weken. Ieder blok heeft een thema. Om er enkele te noemen: het dorp, bij de bakker, de post, de bus, enz. De thema's spreken de kinderen, gelet op hun reacties, echt aan. De leerstof is goed aangepast bij het thema dat behandeld wordt. Leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig-werken-lessen wisselen elkaar in ieder blok volgens een vast patroon af. Dit maakt Pluspunt volgens de methodemakers zeer geschikt voor combinatieklassen.

Een moderne realistische methode

Pluspunt heeft een aantal kenmerken waardoor het zich duidelijk als moderne realistische rekenmethode presenteert. Als eerste wil ik noemen het gebruik van contexten. De probleempjes die de kinderen bij de opgaven voorgeschoteld krijgen zijn duidelijk herkenbare situaties uit het dagelijks leven. Dit spreekt de kinderen aan, zo krijgt het rekenen zin. De methode gebruikt tevens een aantal modellen als hulpmiddel, ook weer een kenmerk van een realistische methode. Er moet niet met de modellen geoefend worden als doel op zich, maar om de overgang van het concrete naar het formele voor de kinderen te vereenvoudigen. Kortweg gezegd: om de overgang van de 'verhaaltjessom' naar de 'kale' som te vergemakkelijken. Een som kan vaak op verschillende manieren en ook op verschillende niveaus opgelost worden. Dit wordt vooral duidelijk bij het interactief rekenen. Rekenen waarbij de leerkracht met de kinderen of de kinderen onderling over de mogelijke oplossingen praten. Er komen dan vragen aan de orde als: hoe kun je dit probleem oplossen? Waarom doe je dat zo? Hoe doet een ander het? De praktijk leert dat interactief rekenen wel enige inbreuk doet op de rust in de klas. In een combinatieklas zal dat echt zo vaak niet kunnen als de methodemakers wel zouden willen. Een volgend kenmerk van een realistische methode is het progressief schematiseren. Ook dit past Pluspunt toe. Het houdt in dat de kinderen actief betrokken zijn bij de stapsgewijze opbouw van het eindalgoritme, de eindvorm, van een bewerking. De kinderen worden er dus actief bij betrokken om de oplossing van bijvoorbeeld optellen stapje voor stapje korter te maken, totdat men het eindalgoritme kan toepassen. Als laatste kenmerk noem ik de verwevenheid van leerstofdomeinen. Zoveel als mogelijk is zijn de leerstofonderdelen onderling verstrengeld. Heel goed mogelijk dus dat meten, verhoudingen, optellen en aftrekken in één opgave voorkomen.

De leerstof in groep 3

De handleiding beschrijft uitgebreid de leerlijnen van groep drie. Hopelijk kan ik u in het kort iets van de leerstof duidelijk maken. De methode doet zeer veel aan getalbegrip, terwijl in dit onderdeel ook een duidelijke opbouw zit. Er wordt aandacht besteed aan het tellen van gestuctureerde-en ongestructureerde hoeveelheden. De kinderen worden gestimuleerd te tellen door handig te groeperen. De telrij komt uitgebreid aan de orde, waarbij vooruit-en teruggeteld wordt, geteld met even en oneven getallen, met sprongen, enz. Het tellen wordt er steeds meer op gericht in hoeveelheden de vijf-en tienstructuur te ontdekken. Al vroeg gaat de getallenlijn een rol spelen. Deze wordt

steeds verder 'uitgekleed' tot er een lijn met streepjes overblijft waarop nog wel duidelijk de vijf-en tienstructuur te zien is. Er wordt ook geoefend met het herkennen van patronen (bijvoorbeeld in een kralenkettting) om het tellen te vergemakkelijken. Wat de basisvaardigheden optellen en aftrekken betreft: veel oefeningen zijn gericht op het splitsen en samenvoegen van aantallen. Vanaf blok vier komt het busmodel aan de orde. De kinderen oefenen het optellen en aftrekken dan met verhaaltjes over mensen die in en uit een bus stappen.

Dit model wordt steeds abstracter, tot het pijlentaalmodel overblijft. Dit model herinnert de kinderen nog heel duidelijk aan de bussommen. Gaandeweg wordt dit model ook voor allerlei andere optel-en aftreksituaties gebruikt. Vanaf blok zeven komt de nadruk steeds meer te liggen op het automatiseren. Het handig rekenen wordt gestimuleerd door: verdubbelen. halveren en verdubbelen met een meer of een minder. De methode ziet de getallen tien en twintig niet als een specifieke grens, vandaar dat in blok vier al bussommen staan die horen bij de passering van het eerste tiental. Veel nadruk krijgt het herkennen van getalbeelden. Hierbij speelt de vijfstructuur een belangrijke rol om getallen tot tien in een oogopslag te herkennen. Ook het rekenrek laat met kleuren duidelijk de vijfstructuur zien en wordt dan ook ingezet bij het herkennen van getalbeelden. Het rekenrek dient als hulpmiddel achterwege gelaten te worden zodra de kinderen in staat zijn de kralen 'denkend te verplaatsen'. De handleiding zegt ons dat de lessen meten niet tot doel hebben de kinderen te leren meten met standaardmaten, maar om hen allerlei relaties in de werkelijkheid van alle dag te laten ontdekken. De mij toegemeten ruimte laat het niet toe hier verder op in te gaan.

Differentiatie

Elke tiende les van een blok is een signaleringstoets voor de basisstof. Hiervoor is een leerlingenboekje met alle toetsen voor een heel jaar beschikbaar. De resultaten, berekend met het 80%-criterium, worden op een registratieformulier geschreven. Dit is trouwens erg handig om een goed overzicht

te houden van wat een leerling welen niet beheerst. Les elf is een toetsles waarbij het proces gemeten wordt. Je probeert er dan achter te komen, door interactief rekenen, hoe de leerling tot zijn oplossing komt. In de tweede helft van deze les wordt de klas gesplitst in kinderen die herhalingsstof maken en kinderen die aan verrijkingsstof werken. Ook in les twaalf gaat dit verder. Vanaf blok vijf zijn er voor de snelle leerlingen 'ga maar door-opdrachten', dus differentiatie naar tempo.

Ook minpunten?

Tot op heden ben ik zeer tevreden over Pluspunt. Toch wil ik twee minpunten niet verbloemen. De eerste is dat les elf op mij steeds een rommelige indruk maakt. Er moet echt heel goed georganiseerd worden wil dit redelijk verlopen. Het tweede is dat enkele opgaven en illustraties niet in onze leefwereld passen. Deze opgaven waren meestal goed te vervangen of konden probleemloos overgeslagen worden. Wat betreft de illustraties: op een vergadering van Malmberg waarop Pluspunt werd gepresenteerd deelde men ons mee dat men op dit gebied rekening probeerde te houden met scholen van onze signatuur. Helaas moet gezegd worden dat er af en toe toch een clown of een monsterachtig dier binnengeslopen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

Criterium | 60 Pagina's

PLUSPUNT

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

Criterium | 60 Pagina's