Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het werken met een grote en kleine groep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het werken met een grote en kleine groep

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In JSW (Jeugd in School en Wereld) stond vorig jaar een artike titel luidde: 'Ja juf, ik snap het nu wel!' en met als ondertitel 'Het werken met een grote en een kleine groep'. Toen ik het artikel gelezen had, dacht ik: dat heb ik in de praktijk ook wel eens gezien. Tijdens een observatie in het kader van de cursus Klassenmanagement kwam ik bij een leerkracht in de klas die werkte met een grote en een kleine groep.

Wat houdt het werken met een kleine en een grote groep in?

De auteur van het artikel geeft aan dat de opmerking 'Ja juf, ik snap het nu wel!' voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Voor kinderen die de uitleg van de leerkracht heel snel begrijpen, heeft de opmerking de betekenis van 'ja juf, stop met die uitleg, want ik snap het al lang', terwijl er ook kinderen zijn voor wie de opmerking een zucht van verlichting kan zijn, zo van 'ja, nu is me eindelijk duidelijk hoe ik dat probleem moet oplossen’.

Deze twee totaal verschillende betekenissen van dezelfde opmerking ko in iedere klas voor. Dagelijks blijkt dat er grote verschillen zijn tussen kinderen: sommigen begrijpen na één keer uitleggen heel goed wat ze moeten gaan doen; anderen kun je daarentegen na de gegeven instructie hulpeloos zien rondkijken. Zij weten niet hoe ze nu verder moeten. Als ze toch direct aan de slag gaan, komt de leerkracht later uit de antwoorden te weten dat ze er eigenlijk niets van begrepen hebben.

De moeilijkheid is dat veel van deze kinderen, op de vraag of er nog iemand is die het niet snapt, zelden hun vinger opsteken. Wanneer ze al zo moedig zijn en de leerkracht de uitleg herhaalt, is het gevaar aanwezig dat bij de an-

dere leerlingen, die alles allang begrijpen, de aandacht verslapt.

Om aan deze verschillen tegemoet te komen moet er een differentiatie in instructie toegepast worden. Zo'n differentiatie is niet altijd zo gemakkelijk. Het werken met een grote en een kleine groep is daarom wellicht een middel om tot differentiatie in instructie te kunnen komen.

Duidelijk is dat het hier om een organisatievorm gaat waarbij op een effectieve manier met verschillen tussen kinderen wordt omgegaan. Bij deze m nier van differentiëren wordt aan de hele groep een korte, duidelijke instructie gegeven. Hierna gaat een groot deel van de groep (de grote groep) aan de slag. Deze kinderen hebben geen uitleg meer nodig.

Daarna worden de leerlingen van wie de leerkracht weet dat ze moeite hebben met de behandelde leerstof naar de instructietafel geroepen (zonder geluid overigens). Deze kinderen krijgen een verlengde instructie, want zij kunnen nog niet zelfstandig verder. Zij hebben behoefte aan ondersteuning van de leerkracht door middel van instructie.

Uitgangspunten

in Bij het werken met een grote en een kleine groep is het belangrijkste u gangspunt dat kinderen verschillen in de mate waarin ze behoefte hebben aan ondersteuning van de leerkracht door middel van instructie.

Daarnaast wordt ernaar gestreefd dat alle kinderen dezelfde leerdoelen bereiken; er is dus sprake van een convergente differentiatie. Dat houdt in dat er voor een groot deel met dezelfde leerstof gewerkt wordt.

Didactische managementsvaardigheden

Tijdens het werken met een grote en een kleine groep worden van de leerkracht diverse managementsvaardigheden verwacht. Zo moet hij de gehele groep kunnen overzien als hij in de kleine groep bezig is. De kinderen in de grote groep moeten merken dat de leerkracht alles ziet.

Ook moet de leerkracht in staat zijn zijn aandacht te spreiden; hij moet tijdens de instructie in de kleine groep ook de grote groep aandacht geven: door middel van tekens, zoals het wijzen met z'n vingers, kan hij iets duidelijk maken. Tijdens het geven van instructie aan de kleine groep moeten de leerlingen met hun gezicht naar de leerkracht zitten, zodat die de reacties kan zien op de gegeven instructie. Het is aan te bevelen dat de leerkracht zacht praat, zodat de grote groep niet wordt afgeleid.

De leerlingen worden verantwoordelijk gesteld voor hun eigen leren. Daartoe worden doelgerichte afspraken gemaakt met betrekking tot het controleren van het werk en het te maken werk.

De relatie met de zorgverbreding

Bij het werken in een grote en een kleine groep wordt de instructie aan de kleine groep verlengd. Dit is een vorm van preventief handelen door de leer-

kracht. Hij kan daarmee voorkomen dat deze leedingen tijdens het werken aan de taak vastlopen. Daarom moet de verlenging van de instructie plaatsvinden voordat de leerstof getoetst wordt. Door te voorkómen dat de leerling vastloopt, voorkomt de leerkracht ook een faalervaring. Hierdoor zal het kind zich competent voelen om de taak uit te voeren.

De kinderen uit de kleine groep zullen door de verlengde instructie minder tijd overhouden om dezelfde hoeveelheid oefenstof te maken als de kinderen uit de grote groep. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, immers het maken van alle oefenstof is geen doel op zich; het gaat om het bereiken van de (minimum)doelen.

Tenslotte moet de leerkracht tijdens de klassikale instructie op-

lettend zijn, zodat voor hem duidelijk is welke kinderen na de klassikale instructie nog de verlengde instructie in de kleine groep nodig heeft. Hij zal door middel van korte beurten erachter moeten komen welke kinderen de stof niet begrepen hebben.

Organisatorische aspecten

Bij het werken met een grote en een kleine groep is het van groot belang dat de leerkracht ongestoord met de kleine groep kan werken. Daartoe is een goed pedagogisch klimaat een eerste vereiste: het naleven van regels en afspraken is daar een onderdeel van. Ook het zelfstandig werken dient in de klas ingevoerd te zijn.

Het zal belangrijk zijn dat de afgesproken regels en procedures regelmatig herhaald worden. Daarnaast moet regelmatig het werken met een grote en een kleine groep geëvalueerd worden: 'Hoe vonden jullie dat het ging? Waren er dingen waardoor jullie gestoord werden? Konden jullie zelf de problemen oplossen waar je tegenaan gelopen bent? ’

Enkele praktische handreikingen voor het werken met een grote en een kleine groep

* De lessen waarin met een grote en een kleine groep gewerkt wordt, starten meestal met een instructiemoment voor alle kinderen.

De klassikale instructie moet niet te lang duren: ongeveer een kwartier. Vergeet niet dat er dan veel kinderen zijn die het al snappen. Hun betrokkenheid op de instructie laat dan duidelijk te wensen over. Dat is niet verwonderlijk als je het gevoel hebt dat je gemakkelijk zelf aan de slag kunt. Het kan dan zelfs vervelend worden om nog langer te moeten luisteren naar instructie die je niet meer nodig hebt.

Zorg ervoor dat het overgangsmoment van de klassikale instructie naar de verlengde instructie aan de kleine groep niet te veel tijd in beslag neemt en weinig onrust veroorzaakt.

Geef direct na het formeren van de kleine groep deze kinderen een korte tussenopdracht, bijvoorbeeld: lees alvast de tekst of probeer die sommetjes eens. In die tijd kan de grote groep aan het werk gezet worden.

De instructie aan de kleine groep kan het best plaatsvinden aan een aparte instructietafel met krukjes, zodat de kinderen van de kleine groep hun stoelen niet mee hoeven te nemen. De instructietafel moet zo geplaatst zijn dat de leerkracht het overzicht op de hele groep niet verliest. Door de kinderen van de kleine groep aan een aparte instructietafel te laten plaatsnemen, wordt de grote groep het minst gestoord.

De kleine groep moet niet groter zijn dan 6 a 7 kinderen. Als er veel kinderen zijn die de klassikale instructie niet begrijpen, is het werken met een kleine groep niet aan te bevelen. Het is dan beter de klassikale instructie te verlengen!

De instructie aan de kleine groep moet in het algemeen niet langer duren dan 10 a 15 minuten.

Hanteer bij de instructie aan de kleine groep ook het Directe Instructie-model; dat wil zeggen dat er niet alleen instructie gegeven wordt, maar dat er ook kort geoefend wordt.

Alleen dan kan vastgesteld worden of de instructie begrepen is.

* Als er gewerkt wordt met een grote en een kleine groep moet er een duidelijke taakinstructie plaatshebben: wat moeten de kinderen in de grote groep gaan doen, wat moeten ze doen als ze klaar zijn en welke eisen worden aan het werk gesteld? Alle kinderen moeten zinvol bezig zijn!

Enkele tegenwerpingen bij het werken in een grote en een kleine groep

* Werkt het werken met een grote en een kleine groep onoplettendheid bij de klassikale instructie in de hand? Is het daarom niet beter de goede leerlingen de klassikale instructie niet te laten meemaken, maar ze direct aan het werk te laten gaan?

Tijdens de klassikale instructie komen zowel de goede als de zwakke leerlingen met hun oplossingsstrategieën, zodat de leerlingen van elkaar kunnen leren. Op deze wijze wordt de klassikale instructie geen verspilling van leertijd.

* Het werken met een grote en een kleine groep is niet nodig, want de zwakke leerlingen kunnen tijdens IRT ook hulp krijgen, zodat ze uiteindelijk de leerstof toch begrijpen?

Het probleem bij het geven van IRT is dat de zwakke leerlingen de zo noodzakelijke klassikale instructie moeten missen. Ook sluit nog wel eens de instructie tijdens IRT niet aan bij wat in de klassikale instructie aan de orde geweest is. Het kan overigens zo zijn dat voor een enkel kind IRT naast de verlengde instructie in de kleine groep nodig is.

* Is het werken in niveaugroepen niet beter dan het werken met grote en een kleine groep?

Bij het werken in niveaugroepen moet de leerkracht aan elke groep een aparte instructie geven, immers ze werken op hun eigen niveau met verschillende leerstof. Hierdoor kunnen de zwakke leerlingen zich niet aan de goede leerlingen optrekken. Ze kunnen zich alleen maar vergelijken met hun medeleerlingen met hetzelfde prestatieniveau. Ze zullen zich niet inspannen om hun positie te verbeteren door zich op te werken naar een groep met een hoger niveau.

* Is het werken met een grote en een kleine groep voor de zwakke leerlingen niet nadelig: de verwerkingstijd neemt voor hen toch af? Dat is niet het belangrijkste,

want deze leerlingen hebben de extra ondersteuning hard nodig. Zij zouden zonder deze ondersteuning niet zinvol zelfstandig aan de slag kunnen. Door de verlengde instructie oefenen zij weliswaar minder lang zelfstandig,

maar het gaat niet om het gemaakt hebben van alle oefeningen maar om het bereikt hebben van het doel: beheersing van de stof. Alleen dan kunnen ze de volgende keer weer succesvol verdergaan. Extra verwerkingstijd kan bijvoorbeeld gezocht worden tijdens Zelfstandig Werken.

Het werken met een grote en een kleine groep is de moeite waard!

* In de praktijk blijkt dat het werken met een grote en een kleine groep een succesvolle en haalbare manier van differentiëren is.

* Voor sommige kinderen is het verlengen van de instructie alleen nog geen afdoend middel om ze op het vereiste niveau te krijgen; bij die kinderen zal gedacht moeten worden aan individuele instructie.

* Naast deze vorm van differentiëren blijft het van belang dat er goede signaleringsmogelijkheden zijn; dat er een adequaat systeem van leerlingenzorg is en dat er faciliteiten zijn om speciale hulp te kunnen verlenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1998

Criterium | 68 Pagina's

Het werken met een grote en kleine groep

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1998

Criterium | 68 Pagina's