Ds. G.H. Kerstenonderwij scentrum 1980-2005

kennismaking plaats, maar hij ontvouwt ook zijn plannen voor het komende schooljaar en bespreekt de resultaten van de leesvoorwaardentoets. Voor de leerkrachten is het verschijnsel schoolbegeleiding nieuw. Van begeleiding door andere diensten is er door genoemde scholen immers geen gebruikgemaakt en ook in de opleiding hebben de meeste leerkrachten nooit iets over schoolbegeleiding gehoord. De begeleider heeft ook geen ervaring. De eerste contacten hebben daarom een verkennend karakter. Velen kijken de kat uit de boom. Sommigen staan afwijzend, maar draaien vaak in korte tijd bij. Na een aantal bezoeken begint er een vertrouwensrelatie te ontstaan tussen de begeleider en het personeel van de scholen. De schoolbegeleiding slaat aan. We mogen daarin Gods goedertieren en leidende hand erkennen. Tijdens de bestuursvergadering van 14 februari 1981 besluit het bestuur dat de schoolbegeleider een vaste aanstelling krijgt. De begeleider zegt toe dat hij zijn krachten wil blijven geven aan de nieuwe dienst.

Aansluiting van scholen

In het eerste jaar van het bestaan van de schoolbegeleidingsdienst wordt voor negen scholen gewerkt. In het tweede jaar komen er twee scholen bij en in de jaren daarna volgen er verschillende andere scholen. Uiteindelijk zijn het er 24 in 2005.

Bestuur en beheerscommissie

Tot 1983 wordt de schoolbegeleidingsdienst bestuurd vanuit de VBSO. Per 1 januari 1984 is er een aparte Stichting Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Het

bestuur van de VBSO is tegelijkertijd ook bestuur van de Stichting Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Het beheer van de stichting wordt gelegd in handen van een beheerscommissie. In feite komt het erop neer dat de commissie schoolbegeleiding wordt omgezet in een beheerscommissie. In 2000 wordt de beheerscommissie opgeheven en komt er een bestuurlijk-juridische commissie (BJC) en een Onderwijsadviescommissie (OAC) voor in de plaats.

Personeel

Het eerste personeelslid dat na schrijver dezes wordt benoemd, is mevrouw W. van Steenbergen (Wilma). Per 1 augustus 1985 wordt er een tweede schoolbegeleider benoemd. Het is de heer L.D. van Klinken. De derde schoolbegeleider die wordt benoemd is de heer R.F. Kraaijeveld. Hij treedt per 1 augustus 1987 in dienst. Per 1 oktober 1989 wordt mevrouw E.A. van Middelkoop (Elize) benoemd als administratief medewerkster voor 32 uur per week. Ze volgt Wilma van Steenbergen op die in het huwelijk getreden is. Per 1 januari 1990 wordt ze benoemd als secretaresse. Ter verlichting van de werkzaamheden van de schoolbegeleiders wordt per 15 april 1992 mevrouw M.J. Bunt benoemd als psychologisch assistent voor 8 uur per week. Ze oefent deze functie een jaar uit. Door de groei van de werkzaamheden mede in verband met het feit dat de VBSO ook een fulltime en een parttime medewerker heeft die gebruikmaken van administratieve en secretariële ondersteuning van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum, wordt per 20 augustus 1990 opnieuw een secretaresse benoemd in de persoon van mevrouw J. Ie Comte. In augustus 1992 wordt ze benoemd t o t schoolbegeleider bij het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Per 10 augustus 1992 treedt mevrouw M.C.J. van Veldhuizen (Marry) in dienst als administratief medewerkster en per 1 september 1994 kan mevrouw J. Krijgsman benoemd worden als orthopedagoge. De administratie wordt per 1 september 1996 versterkt met de komst van mevrouw P. Huibers (Nelleke) als administratief medewerkster. In 1997 kan er opnieuw een pas afgestudeerde orthopedagoge worden benoemd. Na eerst vanaf september 1996 binnen het Ds. G.H. Kerstenonderwijscent r um een werkervaringsplaats te hebben gevonden, krijgt mevrouw K. Schaap per 1 januari 1997 van de dienst een benoeming als schoolbegeleider in parttime dienstverband. Vanaf 1 september 1998 werkt ze fulltime voor het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Vanaf 1 oktober 1999 tot 1 augustus 2000 is mevrouw G.G.J. Wolswinkel bij het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum in dienst als parttime administratief medewerkster en oproepkracht orthopedagogisch medewerkster. Als opvolgster van Marry van Veldhuizen treedt per 1 november 1999 mevrouw C. van Ravenhorst (Lianne) als administratief medewerkster in dienst bij het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Met ingang van 1 april 2001 wordt er een nieuwe functie gecreëerd binnen het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum. Dat gebeurt door de benoeming van mevrouw W.G. van der Meijden (Tineke) als parttime pedagogisch-psychologisch assistent. In juni 2005 sluit ze haar studie op de zogenaamde avondpabo met goed gevolg af. Tegelijkertijd met Tineke wordt mevrouw A.S. van Zijtveld (Jany) per 1 april 2001 benoemd als opvolgster van Elize van Middelkoop.

Huisvesting

Hiervoor is al meegedeeld dat het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum per 1 augustus1980 onderdak vindt in de Dr. C. Steenblokschool te Veenendaal. Daar deelt de schoolbegeleider de hoofdenkamer met het hoofd der school, de heer L.D. van Klinken. Per 1 januari 1985 wordt een ruimte van een flatgebouw aan 't Kofschip in gebruik genomen als kantoor. Het adres is 't Kofschip 119a. 't Kofschip is een tijdlang een begrip en de associatie met de bekende spellingregel is snel gelegd. Daar wordt eerst gewerkt met drie medewerkers. Later komt de heer Kraaijeveld daar nog bij. Het kantoor is dan overvol.

Het bestuur krijgt een t ip dat de pastorie van de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Nederland aan de Beatrixstraat die als kantoor wordt verhuurd, leeg komt. Er wordt contact gezocht met de kerkenraad en al spoedig is geregeld dat het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum daar kantoor kan houden. Na een verbouwing wordt dat kantoor per 1 april 1989 in gebruik genomen.

De uitbreiding van het personeelsbestand gaat gestaag door en er wordt in 1990 ook een medewerker van de VBSO gehuisvest in de nieuwe locatie. Geleidelijk rijpt het idee om een pand te gaan kopen. Na een behoorlijke zoektocht valt het oog op Nieuweweg-noord 251. Het voormalige schoolgebouw kan worden gekocht. Het blijkt een gemeentelijk monument te zijn. Dat betekent dat er strenge eisen gesteld worden aan veranderingen in het pand. Het bestuur krijgt echter toestemming voor een ingrijpende inpandige verbouwing. Aan de buitenkant wordt het pand grondig opgeknapt. Het resultaat is dat er per 1 september 2000 t o t volle tevredenheid van de medewerkers een functioneel kantoor betrokken kan worden. Het kantoor wordt in april 2001 officieel geopend door ds. J. Roos.

Bekostiging In het hoofdstuk over de geschiedenis van de onderwijsbegeleiding is reeds aangegeven dat er bij de oprichting van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum geen reden is om te verwachten dat deze nieuwe dienst door de overheid bekostigd gaat worden. De contouren van de Rijksregeling schoolbegeleiding zijn in 1980 al bekend, maar geven geen ruimte voor een gedachte in die richting. De regeling, die in 1981 in werking treedt, schrijft namelijk voor dat de scholen die bij een dienst zijn aangesloten, samen minimaal 10.000 leerlingen moeten bevatten. Een dienst die op dat moment 1650 leerlingen begeleidt, maakt geen schijn van kans. Gemeenten zijn echter vrij om te subsidiëren. Sommige gemeenten doen dat ook. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de kosten van de dienst niet kunnen worden betaald. Daarom wordt er ook een bijdrage van schoolbesturen en ouders gevraagd. In 1980 wordt de volgende regeling door de schoolbesturen aanvaard. Alle aangesloten lagere scholen betalen 20 gulden per leerling en de kleuterscholen 10 gulden per leerling. Aan de ouders zal 3 gulden per kind per jaar worden gevraagd. Aan de kerkelijke gemeenten zal 1 gulden per lid per jaar worden gevraagd. Verder zal er jaarlijks een financiële actie worden gehouden ten behoeve van de schoolbegeleiding. De gemeentesubsidie en de genoemde wijze van financiering door schoolbesturen en ouders is voldoende om de kosten van de dienst in de periode van 1980 t o t 1990 te voldoen. Pas met ingang van 1 januari 1990 ontvangt de dienst rijkssubsidie en gaan alle gemeenten waarin aangesloten scholen staan, ertoe over om de dienst te bekostigen. Zowel de bekostiging door het rijk als die door enkele aanvankelijk weigerachtige gemeenten wordt niet zonder opmerkelijke gebeurtenissen verkregen. Voor een uitgebreide beschrijving daarvan verwijzen we naar het eerder genoemde jubileumboek. We willen hier alleen opmerken dat we Gods goedheid in deze gebeurtenissen kennelijk kunnen waarnemen.

Vanaf 1990 heeft het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum steeds een sluitende begroting kunnen maken zonder gebruik te hoeven maken van giften van schoolbesturen en ouders. Deze konden vanaf 1990 volledig bestemd worden voor de VBSO.

Methodeontwikkeling

Besturen die de identiteit van het onderwijs willen bewaken, zullen in de eerste plaats een zorgvuldig personeelsbeleid voeren. Het bestuur moet ervan kunnen uitgaan dat de personeelsleden zich volledig inspannen om de grondslag van de school gestalte te geven in de praktijk van het onderwijs. Om dat verantwoord waar te kunnen maken, moeten de onderwijsgevenden leermiddelen hebben die in overeenstemming zijn met de grondslag. Het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum steekt daarom van meet af aan veel energie in het ontwikkelen van methoden en leerlijnen. Al voordat het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum wordt opgericht, is het bestuur van de VBSO actief op het gebied van methodeontwikkeling. We noemen in dit verband de methode Er is Geschied. Met medewerking van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum worden de volgende methoden ontwikkeld: Van Woord tot woord (VWTW), Tong en Teken, de aanpassing van de rekenmethodes Operatoir Rekenen, Rekenen en Wiskunde en De Wereld in Getallen. Behalve methodes blijft de dienst programma's en remediërende materialen ontwikkelen. Verder noemen we het samenstellen van brochures bij Leren en Leven, een handboek voor het bijbelonderwijs, de ontwikkeling van de prentenboeken Kees en Corien en Met Kees en Corien op spinnenjacht. Verder zijn lessenseries voor sociaal-emotionele ontwikkeling met medewerking van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum ontwikkeld. Het betreft het project Samen Doen. Methodeaanpassingen op het gebied van Natuur, Voortgezet technisch lezen en andere vakken zijn in de loop der jaren ter hand genomen.

Het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum heeft de muziekbundel Uit Sions Zalen in samenwerking met de KLS uitgegeven. Deze bundel geestelijke liederen is zowel met notenschrift als in een versie Klavarscribo beschikbaar. Er zijn ook aparte tekstboekjes uitgegeven.

Verder is er een bundeling van lezingen die gehouden zijn tijdens thema-avonden, uitgegeven onder de titel De Waarheid Hogelijk Geboden.

Werkgroep computers in het onderwijs/ Projectgroep

Media He t gebruik van computers en andere media kan een bedreiging vormen voor de opvoeding van de kinderen en kan ook voor volwassenen ernstige gevolgen hebben. De voorbeelden daarvan zijn overbekend. Het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum probeert steeds hierin voorlichtend bezig te zijn richting scholen en ouders. Door de werkgroep computers wordt er software beoordeeld of aangepast en er is een tweetal brochures uitgegeven die als voorlichting zijn bedoeld. De titels zijn: - Achter de schermen (1997); - Student en internet (2001). De werkgroep is inmiddels omgezet in een projectgroep Media.

Schildserie

De Schildserie is een periodiek van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum waarin informatie gegeven wordt over onderwerpen die de identiteit van de aan de dienst verwante kerken, scholen en gezinnen betreffen. Deze drie doelgroepen kunnen zich abonneren op de Schildserie. De onderwerpen worden in de vorm van een les behandeld. Elke les geeft eerst een uiteenzetting over het onderwerp, waaraan meestal enkele opdrachten voor de kinderen worden toegevoegd. Een les bestaat uit twee bladzijden. Voor leraren, ouders of abonnees is er een handleiding met suggesties en achtergrondinformatie. De Schildserie voorziet kennelijk in een behoefte. Veel oud-leerlingen en volwassenen abonneren zich op dit periodiek. Op veel basisscholen wordt in de groepen 7 en 8 wekelijks een les uit deze serie behandeld. De auteur van de Schildserie is de heer N. Verdouw, lid van de OAC.

DienstverleningscentrumCertificering De inspectie Onderwijsverzorging is per 1 januari 1998 opgeheven. In het vervolg zal het toezicht op de schoolbegeleidingsdiensten via de inspectie van het primair onderwijs verlopen. Dat zal dan geen direct toezicht meer zijn, maar indirect, door basisscholen te bevragen over de tevredenheid met de eigen schoolbegeleidingsdienst. De vereniging van schoolbegeleidingsdiensten, het WPRO, verwacht dat een belangrijke stimulans voor kwaliteitszorg hiermee verdwijnt. Ook acht de vereniging het nodig dat schoolbegeleidingsdiensten op het gebied van kwaliteitszorg een goede sier maken. Dat is richting klanten en subsidieverstrekkers een belangrijke zaak. Daarom zet het WPRO in 1997 samen met Moret Ernst & D E Door de rijkserkenning per 1 januari 1990 is het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum gebonden aan de wettelijke regels van de WOV. Dat betekent dat de dienst geen werk mag verrichten voor bijvoorbeeld De Schutse of voor het voortgezet onderwijs. Ook mogen er geen boeken worden uitgegeven door de dienst. Op deze terreinen is het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum echter reeds ruim voor 1990 actief. Het bestuur wil deze activiteiten niet beëindigen na de subsidiëring. Het is daarom nodig dat er een tweede stichting in het leven wordt geroepen. Deze heet Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum afdeling Dienstverlening. Het zogenoemde Dienstverleningscentrum wordt ook BTW-plichtig. Na expiratie van de WOV treedt de Wet Regeling Schoolbegeleiding (WRS) in werking. Deze wet legt geen beperkingen meer op aangaande dienstverlening aan instellingen buiten het primair onderwijs. Om die reden wordt het Dienstverleningscentrum per 31 december 2003 opgeheven.

Certificering

De inspectie Onderwijsverzorging is per 1 januari 1998 opgeheven. In het vervolg zal het toezicht op de schoolbegeleidingsdiensten via de inspectie van het primair onderwijs verlopen. Dat zal dan geen direct toezicht meer zijn, maar indirect, door basisscholen te bevragen over de tevredenheid met de eigen schoolbegeleidingsdienst. De vereniging van schoolbegeleidingsdiensten, het WPRO, verwacht dat een belangrijke stimulans voor kwaliteitszorg hiermee verdwijnt. Ook acht de vereniging het nodig dat schoolbegeleidingsdiensten op het gebied van kwaliteitszorg een goede sier maken. Dat is richting klanten en subsidieverstrekkers een belangrijke zaak. Daarom zet het WPRO in 1997 samen met Moret Ernst & D E

Young Management Consultants een certificeringregeling voor schoolbegeleidingsdiensten op overeenkomstig de beoordelingseisen van ISO 9001. Diensten die meedoen met de certificeringregeling van het WPRO, moeten eerst de interne kwaliteitszorg in orde hebben en deze beschrijven in een kwaliteitshandboek. Daarna kan de dienst een certificeringtoetsing aanvragen. Die toetsing wordt uitgevoerd door het hiervoor genoemde bureau voor management consult.

Het bestuur van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum acht het van grote betekenis dat de kwaliteitszorg van de dienst op goed niveau is. Richting de subsidiegevers is het van grote betekenis dat er op objectieve wijze wordt vastgesteld dat de dienst een goed werkend kwaliteitssysteem heeft. Daarom besluit het bestuur deel te nemen aan de certificeringregeling van het WPRO. Het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum behoort bij de eerste zes diensten die de toetsing met goed gevolg doorstaan. Op 18 november 1998 wordt het certificaat uitgereikt aan de dienst. Het geldt voor drie jaar. Voorwaarde is een voortgezette en bevredigende werking van het kwaliteitszorgsysteem. Dat wordt namelijk ieder jaar getoetst. Na 3 jaar volgt een integrale toetsing en kan de dienst weer een certificaat ontvangen voor 3 jaar. Zowel de jaarlijkse toetsingen als de integrale hertoetsingen in 2001 en 2004 hebben steeds een bevredigend resultaat laten zien. Inmiddels is de naam van de vereniging van onderwijsbegeleidingdiensten veranderd van WPRO in EDventure. De kwaliteitscertificaten worden nu door EDventure verstrekt.

FVCS

De scholen die zijn aangesloten bij het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum vormen in het kader van WSNS een landelijke federatie. Deze heeft de naam Federatief Verband van Christelijke Scholen op Gereformeerde Grondslag (FVCS). Bij het FVCS zijn de twee afdelingen van de Ds. D.A. Detmarschool in Ede aangesloten. Het betreft de zogenoemde LOM- en MLK-afdeling. Deze twee afdelingen geven aan kinderen van zes t o t dertien jaar onderwijs. Binnen de LOM-afdeling is er ook een afdeling voor jonge risicokinderen van 4 t o t 7 jaar (JRK-groep).

Slot

De geschiedenis van het Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum geeft ons reden om de Heere te erkennen voor de onverdiende weldaden die Hij ons bewees. Tevens zijn we Hem verantwoording schuldig voor de wijze waarop we ons werk hebben verricht. Aan het einde van dit artikel past het Zijn naam te erkennen en Hem met de dichter van psalm 79:4 (berijmd) om verzoening te vragen.

Bronnen

Garde, R.A. van der; Een testament voor onderwijs op gereformeerde grondslag; in: De waarheid hogelijk geboden-, Veenendaal, 1994. Visser A.; De school als leer- en leefgemeenschap, een schoolconcept voor Christelijk/reformatorisch onderwijs; Houten, 2000. VBSO; Notulen en bestuursarchief; Veenendaal, z.j.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen