Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omgaan met verlies en rouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omgaan met verlies en rouw

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zou je kunnen zeggen dat verliezen bij het leven hoort? Verlies van geliefde mensen door de dood. Maar ook verlies van een baan of functie waaraan we gehecht waren. Verlies van een vertrouwde omgeving, van gezondheid. Het is iets waar we allemaal mee in aanraking komen. Een eenmalig verlies door bijvoorbeeld een overlijden, een gebeuren dat een onherroepelijke breuk geeft. Een ingrijpend verlies doet een serieuze aanslag op onze krachten. Het schokt ons, we zijn aangeslagen, uit het lood geslagen. We hebben heel onze psychische draagkracht nodig om op de been te blijven. Een ernstig verlies raakt ook het geloof en brengt als vanzelf de vraag mee wat dit leven waard is, wie we zijn, waar we naar toe gaan. Wat is de zin van dit alles?

1. Wat is rouw?
Carpenito (2002), geeft een definitie van rouw:
Rouw: Natuurlijke menselijke reactie van onder andere psychosociale en fysiologische aard op een feitelijk of vermeend verlies.
Voortijdige rouw: Vooruitlopend reageren op een verwacht belangrijk verlies
Disfunctionele rouw: Langdurig onverwerkt verdriet en reacties met nadelige gevolgen.

Rouw is niet per definitie verbonden aan overlijden.
Een rouwproces is er ook bij verlies van:
Status
Bezit
Gezondheid/lichaamsfunctie
Onafhankelijkheid (door bijv. lichamelijke beperkingen of ziekte)
Veranderde leefwijze (scheiding, pensionering, kind gaat het huis uit)
Relaties
Personen

Het meest aangrijpende verlies is het verlies van een persoon. In het Bijbelboek Job wordt beschreven hoe Job getroffen werd door verliezen. Hij zegt hierover: ‘zouden wij het goede van God ontvangen en het kwade niet ontvangen?’ (Job 2:10)

2. Fasen van rouw
Vooraf: Ieder mens is uniek, ieder rouwproces ook.
Geen één rouwproces is hetzelfde. Wel worden er verschillende fasen doorlopen. De tijdsduur van rouwen kan wisselend zijn. Soms duurt een fase 10 minuten, soms 10 jaar. Deze fasering moet niet al te strikt in een bepaalde volgorde worden gezien.

Fase van ontkenning:
· Afweermechanisme, overleven.
· Innerlijke afsluiting, roes
· De werkelijkheid dringt niet door.
· Uiterlijk wordt er verstandelijk en nuchter gehandeld
· Kenmerkend is doorgaan, doorgaan…
· Het is in deze periode vaak niet verkeerd om enigszins geleefd te worden. Het voortdurend bewust zijn van het verse verlies kan teveel zijn.

Fase van bewustwording:
· Confrontatie
· Pijn wordt voelbaar
· Verdriet
· Herbeleving
· Niet ontkennen, gevoel toelaten
· Angst voor de pijn
· Rouwen is hard werken! Verliezen doet pijn, en het is belangrijk dat we dit eerlijk onder ogen zien.

Fase van opstandigheid:
· Willen vasthouden
· (On)gerichte boosheid
· Boosheid op de anderen, op jezelf, maar ook op God
· Schuldgevoel, schaamte voor boosheid
· Boosheid uiten/erkennen
· Verbittering, hard
· Minstens zo belangrijk als bij verdriet is het dat bestaande boosheid wordt erkend en soms geuit. Alleen dan kan de boosheid oplossen.

Fase van acceptatie:
· Ruimte voor nieuwe situatie
· Beter bespreekbaar kunnen maken
· Een betrokken houding van onze omgeving is erg belangrijk. De mogelijkheid om jezelf te zijn, je te kunnen uiten, of juist stil te kunnen zijn, kan heel veel steun geven.

Fase van integratie:
· Het leven is aangepast aan de situatie
· Nieuwe dingen oppakken
· Keuzes maken
· Het verlies is niet vergeten
· Rouwen kan ook na dertig jaar…
· Voor het oog van de buitenwereld lijkt het dat het verlies vergeten is. Maar ook in deze fase blijft steun vanuit de omgeving nodig!

3. Kinderen en rouw

Kinderen van 0-6 maanden:

· hebben geen weet van verlies in de naaste omgeving.
· kunnen zich normaal als andere kinderen ontwikkelen als zij als baby goed verzorgd worden en liefde ontvangen.

Kinderen vanaf 6 maanden tot een leeftijd van 2 jaar:
· hebben wel in de gaten dat er iets anders is.
· voelen dat ouders rouwen en reageren daarop door grenzen te zoeken of zich te gaan verzetten.
· kunnen weer gaan duimzuigen, bedplassen, knoeien en willen weer overal mee geholpen worden.
· vragen om nabijheid. Zijn aanhankelijk of juist brutaal.

Van het tweede tot het zesde jaar:
· reageren heel anders op verlies.
· kunnen zich schuldig voelen, denken dat zij invloed hebben op het overlijden van opa/oma, vader/moeder, broer/zus.
· kunnen angstig worden. Bang om ook anderen te verliezen.
· kunnen heel aanhankelijk worden en veel zorg en aandacht vragen.

Kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar:
· kunnen soms al als volwassenen reageren op verlies.
· uiten zich door: huilen, boosheid, waarom vragen stellen of zich in stilte terug trekken en zich eenzaam voelen.
· kunnen lichamelijke klachten krijgen ten gevolge van een verlies: buikpijn, misselijkheid, hoofdpijn, concentratieproblemen, waarvoor geen medische oorzaak gevonden kan worden.
· Andere kinderen verliezen zich in hun dromen. Weer anderen worden onhandelbaar, agressief.

Direct nadat kinderen verteld is dat er een verlies plaatsgevonden heeft, reageert een jong kind soms alsof er niets gebeurd is. Het neemt het verhaal aan en gaat verder met spelen. Kinderen kunnen ook vragen gaan stellen die op volwassenen als egocentrisch gedrag over komen. “Wie moet dan …?”
Heel belangrijk is om de uitingen van het kind de accepteren. Kinderen rouwen vanuit hun eigen beleving. Een volwassene wil vaak dat het kind hetzelfde rouwt. Vaak begint het rouwproces van een kind pas als de omgeving veilig is. Als de ouders weer dezelfde zijn!

4. Omgaan met rouw

Niet doen:

· Zelf veel praten over eigen ervaringen
· Goedbedoelde adviezen geven
· Clichés gebruiken (de tijd zal het leren enz.)
· Een mening geven of oordelen
· Het gebruik van waarom, toch, maar, heb je niet…
· Grapjes maken
· Overbezorgd of geforceerd vrolijk reageren
· Bang zijn de verkeerde dingen te zeggen

Wél doen:
· Bied praktische steun aan en vraag of je iets kunt doen
· Vraag een ander of hij wil vertellen wat er is gebeurd en respecteer een “nee”
· Stel open vragen
· Sta stiltes toe, die zijn functioneel. De ander kan dan gedachten ordenen.
· Zeg of laat merken dat je meeleeft
· Reageer op gevoelens, praat er niet overheen
· Kom er later nog eens op terug. Neem zelf het initiatief. “Houdt het je nog bezig?” Of stuur een kaartje, SMS-je of een mailtje. Laat weten dat je aan iemand denkt!

5. Levenshouding
Een van onze grootste behoeften is houvast, grond onder de voeten. Moet je dan maar niet meer denken aan trouwen als je elkaar toch weer eens moet verliezen? Niet meer van mensen en dingen gaan houden, zodat het verlies je niet zo kan ontredderen? Het zijn wezenlijke vragen.
Wat we nodig hebben is een levenshouding waarin we niet onverschillig worden, maar wel rekening houden met de mogelijkheid van het verlies. We mogen blij zijn met de mensen van wie we houden, met ontvangen zegeningen. Laten we leven met de betrokkenheid van een eigenaar, een herder en geen huurling; maar toch in een afhankelijkheid als van een rentmeester. Dan ben je kwetsbaar.

Als je liefhebt kun je daarin getroffen worden. We mogen en moeten elkaar naar het gebod liefhebben als onszelf. Met de erkenning dat dit leven van God is, dat Hij aanspraak op ons maakt. Juist het nadenken over verlies en rouw wijst naar iets anders: de Heere heeft er ons iets mee te zeggen: we blijven hier niet, ons leven heeft een andere bestemming. Als we die vinden, zijn we rijk, ook in het verlies. En: Hij wil de wonden helen, Hij heelt de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten (Psalm 147).

Verlies geeft onvermijdelijk verdriet en pijn. Ook als we onze zorgen in het gebed aan de Heere kwijt kunnen. Het maakt daarbij wel uit hoe onze levensinstelling daaronder is. De pijn van het verlies kan er aan meewerken dat we er dichter door bij de Heere komen.
Maar het kan ook zo gaan dat we er verbitterd door worden en er verder door van God af gaan.

Wanneer zijn we rijk? Als we bezit vergaderd hebben, als we veel vrienden hebben, als we….? We zijn rijk als we in voorspoed dankbaar zijn, in tegenspoed geduldig zijn en voor het toekomende vertrouwende.
Als we door genade mogen zeggen: “De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft genomen. De Naam des HEEREN zij geloofd.”

N.a.v. Lezing Solidamentum door C. Reede.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

Criterium | 40 Pagina's

Omgaan met verlies en rouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

Criterium | 40 Pagina's