Tot Zijn eer?
Muziekbundel JBGG
Voor mij ligt een nieuwe liedbundel. De kleurrijke ringband bevat 117 bekende en minder bekende geestelijke liederen. Deze uitgave van Den Hertog is samengesteld door de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten. Op de achterkaft wordt aangegeven dat deze bundel geschikt is voor gebruik in gezin, school, jeugdwerk en jongerenvakantie. Wellicht heeft ook uw school een schrijven van de uitgever ontvangen, waarin deze bundel aanbevolen wordt voor gebruik op school. Of misschien is het een collega die enthousiast met de bundel op school kwam? Wat heeft deze bundel te bieden? Hoe kunnen we deze bundel waarderen? En wat geeft het ons te denken voor het geestelijk lied op onze school?
Samenstelling
Voor de selectie van de liederen en de eindredactie van de teksten is de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten verantwoordelijk. Voorin de bundel is een uitgebreide verantwoording te vinden. Hierin gaat de muzikaal eindredacteur Jan Wisse kort in op het ontstaan van de bundel. Een voorgaande bundel van de JBGG werd vooral gebruikt op de zomerkampen van de Jeugdbond. Wisse hoopt echter “dat déze bundel zal worden gebruikt binnen de hele gereformeerde gezindte. Gezin, kerk en school: dat zijn de plaatsen waar gezongen en muziek gemaakt wordt.” Vervolgens geeft Wisse een uitgebreide toelichting op de muziek in deze bundel.
In een dankwoord citeert Jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink de grote componist Johann Sebastiaan Bach.
Hij schreef in zijn Bijbel bij een tekst uit 2 Kronieken 5: “Bij gewijde muziek is God ten allen tijde met Zijn genade tegenwoordig.” Een nadere toelichting op de tekstkeuze van de liederen ontbreekt. Dat is jammer, temeer daar er wél een heel duidelijke toelichting gegeven wordt op de muzikale keuzes die gemaakt zijn.
Verkenning liedteksten
Bladerend door de bundel valt al snel op dat de inhoud heel gevarieerd is. Verschillende mooie en bekende liederen hebben een plaats in deze bundel: “Hoog omhoog” van Lodenstein, “Eens was ik een vreemd’ling” van MacCheyne, “Een vaste Burcht” van Luther, “Rock of Ages” van Toplady. Die liederen zijn overbekend. Maar omdat deze bundel wellicht binnen de Gereformeerde Gemeenten ook een soort liederencanon vormt, mogen ze natuurlijk niet ontbreken. De Engelstalige liederen van Hart, Watts en Newton hebben een bevindelijke inhoud. Erg mooi! Ook prachtig zijn de liederen van Da Costa. Helder, eenvoudig, en goed zingbaar.
Verder vinden we een groot aantal liederen dat al sinds de invoering van de bundel Evangelische Gezangen een plaats heeft in de Hervormde kerk. Liederen die ook in bijvoorbeeld de Hervormde bundel van 1938 en later het Liedboek te vinden zijn. Ik bedoel dan verzen als: “Grote God, wij loven U”, “God enkel licht”, “’k Wil U, o God, mijn dank betalen”, enz. Veertien liederen zijn door Ds. Meeuse gedicht; vooral Bijbelliederen en Psalmen. Toch moet ik ook geregeld even mijn ogen uitwrijven. Ik kom helaas ook nogal wat liederen tegen die ik liever niet in déze bundel zie. Dat betreft vooral liederen die ook in de bundel “Opwekking” te vinden zijn of die qua tekst erg oppervlakkig zijn.
Vragen bij de selectie van de liedteksten
Ik denk dat veel kerkenraden van de Gereformeerde Gemeenten deze bundel als een soort liederencanon zullen aanhouden voor de Jeugdverenigingen. Met deze gedachte in mijn achterhoofd rijzen er twee vragen: Allereerst, waarom is er niet meer geput uit de rijke liederentraditie van de Nadere Reformatie? En: waarom staan er nog zoveel liederen in deze bundel met een -voorzichtig gezegd- twijfelachtige inhoud en afkomst? Ook op de reformatorische scholen zullen leerkrachten deze bundel in handen krijgen. Daarom wil ik ter opscherping een en ander verder toelichten, ook met het oog op de liedkeuze voor onze scholen.
Gemiste kansen
Als wij geestelijke liederen zingen, dan moeten we bedenken dat we met een heilig werk bezig zijn. Oudvaders noemden het ook wel een geestelijke oefening. De inhoud van ons gezang moet daarom ook Bijbels zijn.
Ons zingen moet immers, zoals de titel van de bundel ook aangeeft, tot Gods eer zijn. Daarom moeten we zoeken naar liederen met een rijke inhoud. Het is verbazend hoeveel oudvaders bundels met stichtelijke gezangen hebben gedicht. De 137 geselecteerde liederen in de voor ons (hopelijk) bekende bundel “Uit Sions zalen” zijn daar maar een klein deel van. Ik vind het daarom ook ontzettend jammer, dat er maar één lied van Lodenstein in de JBGG-bundel is terecht gekomen. Revius, Sluiter, Schortinghuis en Groenewegen zoeken we er helaas tevergeefs. Het gebruik van een melodie uit “Uit Sions zalen” voor het lied “Och, schonk die Geest mij kracht” van dhr. Korevaar, doet vermoeden dat men deze bundel wel kent. Een gemiste kans dus, dat er niet meer overgenomen is uit “Uit Sions zalen”.
Ik hoop ook van harte, dat op onze scholen deze bundel nog wel veelvuldig gebruikt wordt. De inhoud is het meer dan waard.
Van de kansels worden wel veelvuldig gedichten geciteerd uit de Nadere Reformatie. Een van de bestuursleden van de JBGG, dr. S.D. Post, heeft ooit twee boekjes gepubliceerd waarin deze “Veel geciteerde bevindelijke gedichten” verzameld zijn. Daarin staan ook nog heel wat verzen die niet in “Uit Sions zalen” voorkomen. Déze gedichten had ik graag in de bundel aangetroffen. De musici die aan deze bundel meegewerkt hebben, zou het zeker gelukt zijn om hier passende muziek bij te vinden of te maken. Het zou toch mooi zijn als jongeren de liederen zouden zingen, die ze ook in preken horen noemen?
Is de inhoud van de liederen die wij met onze kinderen zingen in overeenstemming met wat de kinderen ’s zondags in de preek horen?
Achtergrond van de dichters
Er is niet uit de bron van de Nadere Reformatie geput.
Waaruit dan wel? Het is interessant om na te gaan uit welke “hoek” de dichters van de liederen in deze bundel afkomstig zijn. Ik was benieuwd uit welke richting nu veel liederen afkomstig zijn, en uit welke richting minder. Daarvoor ben ik nagegaan welke kerkelijke achtergrond de dichters hebben.
Onderstaande grafiek toont in percentages de afkomst van de dichters.
Het grootste aandeel dichters heeft een Hervormde achtergrond. Het gaat hier dan veelal om domineedichters die na Van der Groe predikant waren in de Hervormde kerk. Te denken valt aan mannen als Van Alphen, Beets, Ten Kate, Scharp e.d. Veel van deze dichters hebben ook een plekje in de bundel Evangelische Gezangen, de bundel die Ds. Ledeboer van de kansel wierp, en begroef …
Bij de groep Anglicanen vinden we bijvoorbeeld John Newton en Toplady. Dat waren bevindelijke predikanten binnen de Anglicaanse kerk. Binnen deze groep vinden we echter ook mannen die verder van het Engels Puriteins gedachtengoed afstonden.
Bij de Puriteinen vinden we dan bijvoorbeeld Hart en Watts. MacCheyne is een veel gebruikte Schot in deze bundel. Opvallend dat ook een flink aandeel gevormd wordt door mensen met een Methodistische of Evangelische achtergrond. Bij de Katholieken betreft het bijvoorbeeld de Middeleeuwer Johannes Brugman, maar ook mensen uit later tijd, die na de reformatie overtuigd Rooms bleven. Van één Hollandse oudvader, Lodenstein, is ook een gedicht opgenomen.
De twaalf procent Gereformeerde Gemeenten wordt volledig gevuld met gedichten en psalmberijmingen van Ds. Meeuse.
Een toch wel erg gemêleerd gezelschap! Ik denk niet dat ouderlingen bij de keuze van hun preek zich ook zó breed oriënteren. Waarom dan wel zo’n brede blik bij het kiezen van een geestelijk lied?
Kennen wij de achtergrond en afkomst van de liederen die we zingen? Hoe breed selecteren wij?
Stijgende verbazing – toch nog liederen met evangelisch achtergrond
Het is alweer enige tijd geleden dat ik een zeer lezenswaardig artikel aangereikt kreeg uit de “Daniël”, het jongerenblad van de JBGG (20-10-2006). Dr. S.D. Post, bestuurslid van de JBGG, schreef daarin een artikel met de titel: “Zing een lied, of niet”. Hij neemt drie veel gezongen opwekkingsliederen onder de loep. Eén van die liederen is het lied: “Als een hert dat verlangt naar waterstromen”. Ik citeer:
“Gelukkig staan er in opwekkingsbundels ook liederen die direct teruggaan op Bijbelteksten. Bijvoorbeeld het bekende “Als een hert dat verlangt naar water’’. Je herkent meteen Psalm 42. “Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen? Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God?”
Nu terug van de Bijbel naar de liedtekst. Je wrijft je ogen uit.
De Bijbeltekst is hier onherkenbaar veranderd! Wie de tekst van het lied nog een keer leest en op zich in laat werken, vindt helemaal niets terug van nood, smart, angst en benauwdheid.
De Bijbeltekst laat een mens zien die zich in grote radeloosheid, angst en verdriet tot de levende God wendt. Daar is het lied nog niet eens een slap aftreksel van. De Bijbeltekst van Psalm 42 blijkt maar een kapstokje. Zou jij de Bijbeltekst voor deze liedtekst willen inruilen? Heb je hier houvast aan als je leven werkelijk in een geestelijke crisis terecht komt?”
Dit (ook op reformatorisch scholen) veel gezongen lied komt in de nieuwe bundel gelukkig niet meer voor. In een vroegere versie stond het nog wel.
In de Saambinder schreef ook Ds. J.M.D. de Heer over opwekkingsliederen (01-01-2009).
“Vanzelf kunnen we niet de hele bundel Opwekkingsliederen bespreken. Het zijn er inmiddels een kleine 700 en ruim 250 speciaal voor kinderen. Hun aantal groeit nog steeds. We richten ons op de liederen die ook in reformatorische kringen geliefd zijn. Soms klinkt het argument dat er Opwekkingsliederen zijn die rechtstreeks op de Bijbel teruggaan. Laten we daar vooral naar kijken. Het lied “Welzalig de man, die niet wandelt, in de raad der goddelozen …”, is inderdaad een vertolking van Psalm 1:1-3. Maar waarom stopt het lied bij vers drie, waardoor er niet gezongen wordt over de weg van de goddelozen? De twee wegen, die zo ernstig in Psalm 1 doorklinken, worden versmald tot één weg. Dat is een ernstige ingreep, een halve waarheid.”
Wie schets mijn verbazing toen ik bovenstaand lied wel in de nieuwe jeugdbondbundel aantrof? Daarnaast vond ik nog een aantal liederen uit de opwekkingsbundel: “Groot is Uw trouw, o Heer’”, “Zoekt eerst het Koninkrijk van God”, “Vrede zij u”, “Heer’, onze God” en “Doorgrond mijn hart”. Als er van verschillende kanten gewaarschuwd wordt tegen dit soort liederen, waarom dan toch gekozen? Is het omdat het tóch al zo veel gezongen wordt? Of omdat het zo fijn zingt?
Ds. Roos schreef in de Wachter Sions waarschuwend over Opwekkingsliederen:
“De boodschap is bemoedigend, zonder te horen dat de mens dood ligt door de diepe val in Adam en zijn schuldige onvermogen om iets tot zijn zaligheid te doen. De boodschap is misleidend, omdat niet wordt gehoord dat de wedergeboorte alleen door God gewerkt wordt, met uitsluiting van alles wat van de mens is. De boodschap in evangelische bijeenkomsten klinkt positief in de oren van de luisteraars omdat Jezus wordt voorgesteld als onze grote Vriend Die zalig wil maken ieder die tot Hem komt”
Hoeveel evangelische liederen uit de opwekkingsbundel klinken al in onze school?
Liedkeuze in de praktijk
Is het nu écht zó erg dat er een paar wat minder diepgaande liederen in deze bundel staan? Ter illustratie een voorval op een jeugdvereniging: Aan het begin van de avond wordt er geoefend met het zingen van een bovenstem bij verschillende Psalmen. Fijn dat jongeren dat dus ook nog graag doen en mooi vinden. Maar na afloop komen de splinternieuwe liedbundels uit de kast. Welk lied wordt als eerste gekozen? Het blijkt dat “Welzalig de man die niet wandelt” toch wel erg populair is. Het stond ook al op het programma voor een overdenking rond Pasen. Dat laatste is ook wel opmerkelijk, want Psalm 1 is nu niet de eerste Psalm die je kiest rond Pasen. Wellicht is het nummer op het programma gekomen omdat de jeugd dat zo graag zingt. ’t Zal mij niet verbazen als juist dít lied over een paar jaar het populairste lied (een hit …) blijkt te zijn onder reformatorische jongeren. Wellicht had dat voorkomen kunnen worden door het niet op te nemen in de bundel.
Welk lied is op uw school / in uw klas het populairst?
In het voetspoor der vaderen …?
Als deze bundel geaccepteerd is, wordt het steeds meer gewoon dat we erg breed kijken als het gaat om liedkeuze. Bovenstaande grafiek geeft aan dat dit bij de bundel “Tot Zijn eer” ook het geval is. Laten we ervoor waken dat dit niet de praktijk wordt op onze scholen. Hoe vaak zoeken we de grens op van wat nog nét wél kan? Dat is gevaarlijk!
Onze vaderen gingen een andere weg. Ik noemde al Ledeboer, die de Evangelische Gezangen van de preekstoel wierp én begroef. Waren dat allemaal remonstrantse liederen? Nee! Toch wilde hij er verre van blijven om een bundel te gebruiken waarin dwalingen verkondigd werden.
Diezelfde bundel werd door ds. G.H. Kersten bestempeld als sirenische minneliederen. Ds. Kersten geeft aan dat gebruik ervan leidt tot afdwalen van de waarheid, ongemerkt de Remonstrantste leer toe-eigenen enz. Daarom werd het gebruik van de gehele bundel afgewezen, ook al waren er nog enkele goede liederen tussen.
Het was bij hen een huiver voor een geest die niet naar Gods Woord en de belijdenis was. Onze voorvaderen gaven aan dat het zo gevaarlijk is als er wel bepaalde Bijbelse uitdrukkingen gebruikt worden, maar tegelijkertijd veel dingen verzwegen worden.
Ds. C.A. van Dieren wijst in een preek over “Het juichend christendom” erop dat we ongemerkt ver afgedwaald zijn. Hij zegt: “De duivel is listig. Het door onze voorvaderen terecht verworpen gezangenboek is door de duivel op CD gezet en klinkt al weer jaren in onze huiskamers.”
Jammer vind ik het daarom dat de JBGG bij het samenstellen van de nieuwe bundel wél veelvuldig geput heeft uit bundels met een verdachte achtergrond. Helaas is er via de achterdeur veel binnengekomen, wat nu zelfs opgenomen is in deze liedbundel.
In hoeverre gaan wij als scholen nog in het voetspoor van onze vaderen als het gaat om het verre blijven van alles wat oppervlakkig, remonstrants of evangelisch is?
En zijn we als school(leiding) alert op wat via de achterdeur binnenkomt?
De andere kant van deze bundel
Toch kan er op een bepaalde manier gebruik gemaakt worden van deze bundel. Na het voorgaande vraagt dat om een toelichting. Ter geruststelling: niet voor nieuwe liedteksten. Die biedt de bundel voor mij helaas niet. Wel wat betreft de muziek. Aan het uitgebreide voorwoord van Jan Wisse is al te merken dat hier wél zorgvuldig werk van gemaakt is. Heel duidelijk worden muzikale gemaakte keuzes toegelicht.
De muziek in deze bundel is gericht op bruikbaarheid, zonder af te doen van de muzikale kwaliteit. Vakmensen (o.a. De Gelder, Van Hofwegen, Van der Veer, Wisse) hebben gezorgd voor eenvoudige, smaakvolle zettingen bij de liederen. Bijna alles is driestemmig en daarom al snel te spelen op bijvoorbeeld een orgel.
Verschillende liederen zijn voorzien van een tegenstem voor een instrument of zangstem. De moeilijkheid van de tegenstemmen varieert van eenvoudig tot behoorlijk pittig. Dat vind ik een voordeel. Kortom: veel moois op muzikaal gebied.
Hoeveel tijd investeren wij op school in het muzikaal vormen van onze leerlingen? (Wat fijn als de school stimuleert dat leerlingen een muziekinstrument bespelen! Dat houdt hen wellicht ook nog flink wat tijd achter de computer vandaan …)
Nog een enkele muzikaal te kraken noot
Bijna alle liederen in deze bundel zijn voorzien van gitaarakkoorden. In de voorrede wordt al aangegeven dat niet elk lied daarvoor geschikt is. Bij de Psalmen ontbreken ze dan ook. Liever had ik ze in het geheel niet gezien. In een recensie van deze bundel in de Saambinder merkte Ds. Neele ook al op dat we er niet naar toe moeten om geestelijke liederen met de gitaar te gaan zingen. Het noteren van gitaarakkoorden stimuleert het echter wel. Het kan zelfs zo overkomen dat het gebruikelijk is om dat te doen. Niet dat de gitaar per se verkeerd is; als je een gitaar tokkelend bespeeld, klinkt hij als een luit.
De gitaar klinkt dan niet opzwepend, maar helder en teer.
De meer evangelische liederen in deze bundel zijn vaak direct te herkennen aan de muzikale sfeer: nadrukkelijk, soms syncopisch ritme, wijsjes die nog lang nadeunen in je hoofd. Helaas kwam ik dit soort melodieën onder andere ook tegen bij twee liederen van Ds. Meeuse. Voor mij doet zo’n melodie dan echt afbreuk aan de tekst.
De Psalmen worden ritmisch genoteerd. Niet dat er een principieel bezwaar is tegen ritmisch zingen, maar je merkt wel dat er dan erg graag ritmisch gezongen wordt … De zettingen zijn soms ook zo, dat ‘niet-ritmisch’ zingen bijna niet gaat. De vakkundige musici waren zeker ook in staat geweest om er muzikaal op ‘hele noten’ iets moois van te maken.
Op welke melodieën zingen wij onze geestelijke liederen?
Hoe ver gaan we in het gebruik van instrumenten?
Tot slot
Graag had ik deze bundel warm aanbevolen. Dat kan ik echter niet. Ik ben zelfs bezorgd. Wat jammer dat de jeugd die het met deze bundel doen moet zoveel moois onthouden wordt. Is dan alleen ‘Uit Sions zalen’ goed?
Dat zeg ik niet. Dat zou te zwart-wit zijn. Er is echt nog heel veel ánder moois. Zoals ik al eerder aangaf, biedt het boekje ‘Veel geciteerde bevindelijke gezangen’ van Post veel goeds. En als het Engels mag zijn: de Gadsby selection van de Strict Baptist in Engeland heeft nog heel wat meer dan de paar (overbekende) liederen van Newton, Hart en Watts.
Als je in die bundel leest, dan kom je op iedere bladzijde verzen tegen met een diepe inhoud. In een volgend artikel hoop ik nog wat meer liederen aan te reiken van Ds. Ledeboer.
Ook van Da Costa is er nog wel meer. Zo zou ik nog meer kunnen noemen.
In dit artikel heb ik ook geprobeerd aan te geven wat wij kunnen leren voor de schoolpraktijk wat betreft ons liederenrepertoire.
Een laatste opmerking. Kijkt u nog eens goed naar de voorkant van de liedbundel. Daar staat: TOT ZIJN EER. Laten we bij het zingen van geestelijke liederen steeds beseffen dat het woordje ‘Zijn’ wel met een hoofdletter geschreven hoort te zijn!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013
Criterium | 40 Pagina's