Gezag in het onderwijs
Het vijfde gebod in de praktijk
Gezag komt van zeggen, gezeggen. Iemand heeft over een ander iets te zeggen, kan opdrachten geven enz. Die ander moet zich laten gezeggen. In tal van situaties is er sprake van zo'n gezagsrelatie. Denk aan de verhouding in het gezin, tussen ouders en kinderen; in de maatschappij tussen overheid en onderdaan (burger); in het werk tussen werkgever en werknemer, baas en knecht zouden we vroeger zeggen; op school tussen leerkracht en leerling, directeur en personeel, bestuur en directeur.
Gezag in Bijbels licht
Waar komt het gezag vandaan? Is dit iets wat berust op een afspraak of overeenkomst tussen degene die onderworpen is aan of afhankelijk is van het gezag en de gezagdrager? Dat is de theorie van het social contract die in en na de Franse Revolutie werd gehuldigd. Dat was dus geen eigenlijk ‘geen God en geen meester’. We zijn allemaal gelijk, maar omdat er toch een zekere orde nodig is, spreken de burgers af dat ze zich zullen voegen naar de aanwijzingen van enkele personen die daarvoor gekozen zijn door de burgers. Die gehoorzamen alleen zolang ze vinden dat de door hen aangewezen personen dit wel verdienen. De theorie dat je gezag moet verdienen en dat dit alleen aanvaard hoeft te worden zolang de gezagdrager zich dit verwerft, is vandaag de dag bijna algemeen aanvaard. Dit is echter wel een vrucht van de Franse Revolutie. Volgens de Bijbel is het gezag door God gegeven. In het paradijs werd de mens gezag gegeven over de dieren en na de val zou Adam heerschappij hebben over Eva.
Het is zoals de Catechismus zegt over het vijfde gebod: We zijn aan degenen die over ons gesteld zijn (niet alleen vader en moeder dus) gehoorzaamheid verschuldigd aangezien het God belieft ons door hun hand te regeren. Het ontkennen en verwerpen van het gezag is al in het paradijs begonnen en nu leeft dit in ons aller hart.
Het gezag dat door mensen wordt geoefend, is niet absoluut. Dat kan alleen van onze Schepper gezegd worden. Wat Hij beveelt, is absoluut en voor allen bindend. Mensen kunnen als persoon gezag afdwingen, persoonlijk gezag hebben, maar soms hebben ze alleen formeel gezag vanwege de positie waarin ze geplaatst zijn, zonder dat ze gezag uitstralen. Er wordt dan al gauw gezegd: Hij of zij verdient geen gezag, maakt het niet waar, dus je hoeft niet naar hem of haar te luisteren. Als we zo praten, miskennen we de oorsprong van het gezag. Denk maar aan wat de Bijbel zegt over het moeten gehoorzamen ook van de harde heren, gezagdragers die het respect dat er voor hen hoort te zijn, verspelen. Dat is geen reden voor die harde bazen om zichzelf vrij te pleiten.
Een gezagdrager moet beseffen dat hij zelf ook een Heere heeft in de hemel aan Wie hij verantwoording zal moeten afleggen van zijn daden.
Het ontkennen en verwerpen van het gezag is al in het paradijs begonnen en nu leeft dit in ons aller hart
De Bijbelse regel: Zo wat gij wilt dat de mensen u doen, doet gij ook alzo, betekent dat de gezagdrager niet zichzelf moet zoeken maar dienstbaar moet zijn. Leiderschap is geen doel op zich maar een middel in dienst van het doel. Dienstbaarheid houdt in dat er zorg en respect is voor de ander, eerbied voor het leven van de ondergeschikte en dat de gezagdrager rechtvaardig handelt. Tegelijk zal er ook gehoorzaamheid moeten zijn aan de gezagdragers. Tegenwoordig spreekt men als het gaat over dienstbaarheid wel over servant leadership.
Gezag in het onderwijs
Zo'n leider voelt zich verantwoordelijk voor wat er om hem heen gebeurt en luistert op een invoelende manier naar zijn personeelsleden. Ze voelen zich geaccepteerd en gewaardeerd. Zo'n leider probeert zijn mensen te overtuigen en bouwt dus aan consensus. Ieder kan zijn zegje doen, zijn mening geven en er wordt naar hem geluisterd. In het onderwijs is de inbreng van leerkrachten min of meer vanzelfsprekend. Het is ook verstandig de mening van personeelsleden te peilen en hen te betrekken bij de voorbereiding en vaststelling van het beleid. Het Beleidskader arbeidsvoorwaardenbeleid verplicht de werkgever diverse keren tot overleg met het personeel alvorens een regeling kan worden vastgesteld. Zo is dat bijvoorbeeld voor de vaststelling van het functiebouwwerk; de kaders van het taakbeleid, de introductie en begeleiding van beginnende werknemers. De professionele ruimte van het personeel wordt zelfs in een toekomstige wet vastgelegd.
Het bestuur heeft de vrijheid af te wijken van de mening die tijdens het overleg met het personeel naar voren wordt gebracht. Zo zal de professionele ruimte voor personeelsleden alleen binnen de door het bestuur te stellen kaders kunnen worden vorm gegeven.
Gezag zal door een directeur, en voor een bestuur geldt dat in grote lijnen ook wel, niet op een autoritaire manier uitgeoefend worden. Met argumenten overtuigen werkt beter dan tot meegaandheid dwingen vanwege de gezagsrelatie.
Kinderen zijn niet de gelijken van de leerkrachten. Dat moet ook in de omgang, de manier van aanspreken duidelijk zijn
Toch zullen er soms besluiten genomen moeten worden waar niet alle personeelsleden mee instemmen. Consensus is niet altijd te bereiken. Dan moet toch de gezagdrager de knoop doorhakken en doen wat het belang van de organisatie en de grondslag vereisen. Een onderwijsinstelling zou anders stuurloos kunnen worden. Dat is nog niet eens het belangrijkste argument.
Bijbels gezien is het duidelijk dat de gezagdrager zijn gezag overeenkomstig de Bijbelse normen mag uitoefenen en de ondergeschikte heeft te gehoorzamen. Dat dit geen kadaverdiscipline inhoudt, is ook in de Bijbel te lezen. Als gehoorzamen tot overtreden van Gods inzettingen leidt, geldt: Gode meer gehoorzamen dan de koning. Vreest God en eert de koning. Let op de volgorde. De hoogste Gezagdrager heeft het laatste woord.
Laten we ook in het onderwijs de gezagsverhoudingen in het oog blijven houden. Kinderen zijn niet de gelijken van de leerkrachten. Dat moet ook in de omgang, de manier van aanspreken duidelijk zijn. Dat staat het hebben van een goede relatie tussen docent en leerling niet in de weg. De directeur is ook niet de primus inter pares (de eerste onder zijns gelijken). Personeelsleden en ouders zijn niet het bevoegd gezag. Het moet dus ook niet zo zijn dat het bestuur belangrijke besluiten alleen met instemming van de medezeggenschapsraad kan nemen. Het bestuur is eindverantwoordelijke en blijft het bevoegd gezag, ook al vraagt het advies – in allerlei zaken verplicht – aan de adviesraad.
Het bestuur doet er wel verstandig aan zich open te stellen voor commentaar, positieve kritiek en suggesties van belanghebbenden. Daar kan de kwaliteit van het beleid alleen maar bij winnen.
‘Goed dat ik het weet!’
20 actuele thema's voor jongeren uitgelegd
Niemand wil klakkeloos de mening van een ander overnemen. Je bent op een leeftijd gekomen dat je zélf je mening wilt vormen. Daar heb je eerlijke argumenten voor nodig. Argumenten die aan de Bijbel ontleend zijn. Liefst kort en krachtig verwoord. Daar heb je wat aan, ook in discussies. In dit boek worden twintig onderwerpen besproken. Onderwerpen waar we dagelijks mee te maken hebben, zoals: kleding, jouw geweten, vaccinatie, modern geloven, enz.
De prijs per boek is: € 12,50. Het boek is te bestellen bij het Ds. G.H. Kerstencentrum. Tel.: 0318-517310 of e-mail: info@koc.nu
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2016
Criterium | 32 Pagina's