Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om die te doen uit dankbaarheid…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om die te doen uit dankbaarheid…

De wet als richtsnoer voor ons leven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jantine krijgt de mogelijkheid om stage te lopen in een neutrale instelling. Ze is blij met haar stageplaats, het verzorgingstehuis staat hoog aangeschreven. Eenmaal begonnen aan de stage loopt Jantine tegen een lastig punt aan, waarmee ze bij u als ouder/verzorger/leerkracht aanklopt. Wat is er aan de hand? Wel, haar stagebegeleider draagt haar op om een zorgvrager in de woonkamer voor de televisie te zetten. Dit gaf bij Jantine een ongemakkelijk gevoel. Mag ik dit wel doen? Mag ik hier zelf een keuze in maken of moet ik de neutraliteit van de instelling respecteren? Met deze vragen komt ze vervolgens bij u. Wat gaat u haar meegeven op grond van Gods Woord? Voorzien Gods geboden u ook in dit geval van een antwoord?

Hoe zou u handelen in deze situatie? Uw antwoord zal gebaseerd zijn op uw interpretatie van de Tien Geboden. Uw ethiek komt hier om de hoek kijken. Het woord ethiek kunnen we uitleggen als de leer van het juiste handelen. Voor een christen is dat een overweging en beslissing die gefundeerd is op Gods heilige wet, gegeven in Zijn Woord.

God gaf Zijn wet op de Sinaï. Exodus 19 deelt ons mee hoe het volk de wet moest ontvangen. Voordat zij God zouden ontmoeten onder aan de berg, moesten zij zich geheel reinigen en heiligen. Middels de uiterlijke kenmerken van donder, bliksem, rook, vuur, bazuingeschal toonde God Zijn gestrenge majesteit en heiligheid en gaf Hij Zijn wet. Als God het komen voor Zijn aangezicht al zo hoog opneemt, hoe zouden wij ons dan niet dagelijks moeten verootmoedigen voor Hem? Opvallend is het contrast met de komst van het Vleesgeworden Woord van God, Jezus Christus.

Isaac Ambrosius schrijft daar in ‘Het zien op Jezus’ ook heel treffend over: ‘De wet is gegeven met verschrikking, in donder en bliksem, die de zonden ontdekt, de toorn verkondigt en het geweten verschrikt. Maar het Evangelie is gegeven zónder verschrikking: daar waren geen donder en bliksem, nee, de Heilige Geest daalde neer uit de hemel met genade en gaven en met grote blijdschap op de hoofden en in de harten van Zijn heiligen.’

God schreef met Zijn vinger de wet, daardoor werd deze met eer bekleed. Exodus 31 vers 18: ‘En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen, der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.’ Deze 2 tafelen moesten in de Ark des Verbonds worden gelegd. De Ark is hierdoor als een kabinet, waarin de 10 geboden als 10 juwelen liggen opgeborgen. Hieraan kunnen we duidelijk zien welke eer God aan de wet geeft.

Het is Gods goedheid dat we de wet hebben. God noemt het Zelf een bewijs van Zijn liefde. Dat kunnen we gevoeglijk opmaken uit de woorden van Psalm 147 vers 19 en 20. ‘Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israël Zijn inzettingen en Zijn rechten. Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet.’ Thomas Watson merkt op: De wet des Heeren is een heg om ons binnen de perken van matigheid en godzaligheid te houden.’ Is dat geen bewijs van liefde?

Hoe moet onze houding dan zijn ten aanzien van de liefde die God tentoonspreid in het geven van Zijn heilige Wet? Een aantal zaken dringen zich dan op:

1. Als het God is die ‘al deze woorden’ gesproken heeft, dan moeten wij naar al deze woorden luisteren, vol eerbied. Ze zijn te kostbaar om verloren te laten gaan. Als wij willen dat God onze woorden hoort als wij in het gebed tot Hem spreken, zullen we allereerst ook naar al Zijn woorden moeten horen! We moeten Hem gehoorzamen en dan niet alleen in datgene wat ons uitkomt. God ziet het niet houden van Zijn geboden als zonde. Hij geeft ons geen ontheffing van sommige geboden om aan onze zondige natuur tegemoet te komen. Nee, het is zoals een oudvader het opmerkt: ‘Wie de muur van Gods geboden doorbreekt, een slang zal hem bijten …’

2. Als God spreekt moeten we dat onthouden zoals Deuteronomium 32 vers 47 zegt: ‘Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden, maar het is u ten leven.’


We moeten Hem gehoorzamen en dan niet alleen in datgene wat ons uitkomt


3. Als God het gesproken heeft moet het geloofd worden. Ongeloof ontzenuwt de kracht van Gods woorden en maakt dat het geen vrucht draagt zoals Hebreeën 4 vers 2 het zegt: ‘… het woord … deed hen geen nut, dewijl het met geloof niet gemengd was.’

4. Als God deze woorden gesproken heeft, moeten wij ze liefhebben. De dichter van Psalm 119 vers 97 getuigd immers: ‘Hoe lief heb ik Uw Wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag!’

5. Als God ons de wet gegeven heeft dan moeten wij hem ook leren. Zou Hij ons iets van generlei waarde willen onderwijzen? Nee toch? Dus moeten wij onze kinderen erin onderwijzen én erin voorgaan. En onze kinderen op hun beurt hun kinderen weer. Deuteronomium 6 vers 6 en 7: ‘Deze woorden die Ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen.’

6. De wet is een kopie van Gods heilige wil, een geestelijke reisgids. Ze laat zien welke zonden we moeten haten en welke plichten we moeten waarnemen. De wet is ons als een snoer parels tot versiering gegeven. ‘De wet Uws monds is mij beter dan duizenden van goud of zilver.’ Psalm 119 vers 72.

Het bovenstaande kunnen we meer handen en voeten geven door na te gaan wat het doel van Gods geboden is. Dat kunnen we onderverdelen in 3 punten, die we eigenlijk ook, zij het met andere woorden, terugvinden in de Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 114 en 115.

1. Een leefregel voor het maatschappelijke leven: kortom, de ethiek. Leviticus 18 vers 4 en 5: ‘Mijn rechten zult gij doen en Mijn inzettingen zult gij houden, om in die te wandelen; Ik ben de HEERE uw God. Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; welk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE.’

2. Een kenbron van ellende: Romeinen 3 vers 20 spreekt hier helder over: ‘Want door de wet is de kennis der zonde.’ Of Romeinen 7 vers 9: ‘En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.’

3. Een regel tot dankbaarheid: het leven tot eer van God door de wet te houden. Psalm 119 vers 97 en 98 spreken hierover: ‘Hoe lief heb ik Uw Wet! Zij is mijn betrachting (de kanttekeningen over dit woord: De materie van mijn meditaties of overdenkingen en van mijn redenen den gansen dag. Zij maakt mij door Uw geboden wijzer dan mijn vijanden, want zij is in eeuwigheid bij mij.’

Vinden we dan altijd een antwoord op al onze vragen? Hebben we dan een eensluidend antwoord op de vragen van Jantine? Mogelijk niet, veel factoren spelen een rol, maar laat in de beantwoording van deze vragen het bovenstaande zeker meewegen. Daarnaast is het van onmisbaar belang deze vragen in biddend opzien tot de Heere te behandelen. Misschien is het goed om de vragen eerst op u in te laten werken en ermee in het verborgene te gaan. Biddend om de leiding van de Heilige Geest, Die in alle waarheid leidt.

Als we al het bovenstaande op ons in laten werken, dan komen we er niet zonder schuld onderuit. Gods wet eist volmaaktheid en wij maken onze schuld dagelijks groter. God zal ons straks voor Zijn rechtbank oordelen naar onze gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Zijn Goddelijke maatstaf is Zijn volmaakte wil en wet. Zonder de Borggerechtigheid van Christus zal ons doodsvonnis onherroepelijk zijn. Daarom is het ook zo noodzakelijk om in te zien dat we een voorwerp van Gods toorn zijn buiten Christus. Is dat onterecht? Vraagt God dan meer van ons dan wij aankunnen? Ja? Laten we dan eens terug gaan naar het paradijs … Wie ging er bij Wie vandaan? Juist … Is het dan alles hopeloos? Nee! God gebruikt, ook nu nog, juist Zijn wet om ons tot Christus uit te drijven. De King James vertaalt die bekende woorden uit Galaten 3 vers 24 als volgt: ‘Daarom is de wet onze schoolmeester die ons bij Christus brengt, opdat wij door het geloof gerechtvaardigd zouden worden.’ Dus daar moeten wij het zoeken. Alleen in Christus is dus herstel van een gebroken relatie mogelijk. Omdat Hij Gods wet volkomen gehouden heeft. Door Zijn zoenoffer werd Gods eisende gerechtigheid bevredigd. Waardoor al de Zijnen een toegerekende gerechtigheid door het rechtvaardigend geloof in Hem mogen ontvangen. Christus volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wet persoonlijk toegerekend te krijgen, wat een eeuwig wonder van vrije genade is dat! Gods geboden houden, is dat moeilijk? Dat is onmogelijk! Maar we hebben gezien dat er een weg is en laten we ook over die weg spreken met onze kinderen en hen die aanbevelen. Waarom? Efeze 6 vers 3: ‘Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde.’


Alleen in Christus is dus herstel van een gebroken relatie mogelijk


Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
Genâ, o hoogste Majesteit!
Gun door het geloof in Christus, krachten,
om die te doen uit dankbaarheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2016

Criterium | 32 Pagina's

Om die te doen uit dankbaarheid…

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2016

Criterium | 32 Pagina's