Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Elk kind een kunstenaar?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Elk kind een kunstenaar?

Over het stimuleren van creativiteit bij beeldende vorming

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Alle kunst is volkomen nutteloos’ schreef Oscar Wilde. En vrij spel van een vrije geest. Zoals een kind onbevangen kan spelen en tekenen. Dat is in het kunstonderwijs lang het uitgangspunt geweest. Op dit moment wordt daar echter heel anders over gedacht. Grondstoffentekort, opwarming van de aarde, afname van biodiversiteit, terrorisme: de wereld zit vol problemen die om een creatieve oplossing vragen. De trendsetters van nu boodschappen ons: leid kinderen op tot creatieve personen die in staat zijn om de problemen van de toekomst het hoofd te bieden. Wat lijkt er dus logischer dan het geven van een flinke impuls aan het onderwijs in literatuur, muziek, tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen? Dat zijn immers de ‘creatieve vakken’? En juist die vakken zouden voor de toekomst dus van groot maatschappelijk en economisch nut kunnen zijn.

In dit artikel gaan we eerst na in hoeverre deze eigentijdse visie houdbaar is. Vervolgens gaan we aan de hand van een casus na hoe het onderwijs in beeldende vorming bij kan dragen aan de ontwikkeling van creatieve vaardigheden bij kinderen.

Onder de maat

Als het waar is dat kunst en creativiteit de ‘wonderolie’ voor de maatschappij van de toekomst zijn, dan heeft het Nederlandse basisonderwijs een flinke inhaalslag te maken. Vergeleken met andere landen in de wereld presteren we op dit gebied namelijk ver onder het gemiddelde. Toch voel ik een innerlijk verzet tegen de gedachte dat de zin van kunst en creativiteit in het maatschappelijk nut gezocht moet worden.

Calvijn merkt zo mooi op: ‘Veelomvattend is ook de bedrevenheid waarmee de ziel dingen uitdenkt waarvan men nog nooit gehoord heeft, en die de moeder is van zoveel indrukwekkende kunsten en wetenschappen. Het zijn onmiskenbare blijken van Gods bestaan in de mens.’ (Institutie, boek I, hoofdstuk 5.5) Creativiteit is dus een gave van God die ontwikkeld mag worden, los van welk nut dan ook. Creativiteit komt van ‘creëren’, scheppen dus. Zien we ook in de gave van de creativiteit niet dat de mens geschapen is naar het Beeld van de grote Schepper? De gave van de creativiteit vormt en verrijkt de persoonlijkheid van het kind. Daarnaast is er zeker sprake van een maatschappelijk nut van creativiteit. Weliswaar is nog niet spijkerhard bewezen dat de specifieke creativiteit die gestimuleerd wordt bij de ‘creatieve’ vakken, ook directe invloed heeft op andere terreinen van het leven. Maar het blijft overeind dat de beeldende vakken een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van een creatieve attitude bij kinderen. Mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Tijd voor een casus.

Vogels tekenen

Een leerkracht uit de middenbouw ziet bijgevoegde afbeelding van vogels. Ze ziet er wel een tekenopdracht in. In de eerste les legt de juf uit hoe je met ecoline op nat papier een mooie zonsondergang kunt maken. De kinderen maken op formaat A4 prachtige kleurovergangen van rood via oranje naar geel. De volgende les legt de juf aan de hand van de foto uit wat een silhouet is. De kinderen proberen met potlood een vogelsilhouet op hun zonsondergang te tekenen. Vervolgens kleuren ze tak en vogel in met een kroontjespen met Oost-Indische inkt. De fraaie resultaten worden op de gang opgehangen, alle 30 bij elkaar. Als je ze vergelijkt, valt wel op dat ze allemaal erg veel van elkaar weg hebben …

In deze tekenlessen over vogels hebben de kinderen wel degelijk iets geleerd: kleuren mengen, een silhouet maken, met pen en inkt tekenen. Creativiteit is echter niet of nauwelijks ontplooid. Hoe zou je deze opdracht kunnen verrijken, zodat er wél sprake is van creativiteitsontwikkeling?

Randvoorwaarden ontwikkeling creativiteit

Met enkele ingrepen is de tekenles ‘vogels in de avond’ om te bouwen tot een opdracht die creativiteit wél stimuleert en ontwikkelt. Hieronder werk ik er een aantal uit.

Rijke ervaringen

De leerkracht kan de opdracht dichter bij de beleving van de kinderen brengen. Door samen te luisteren naar een CD met de zang van nachtegalen. Of naar muziek met een avondstemming, bijvoorbeeld een nocturne van Chopin. Je kunt ook de lampen uit doen en met de handen allerlei silhouetten te maken in het tegenlicht van de ramen. Samen kijken naar het werk van kunstenaars die iets vergelijkbaars hebben gemaakt is ook heel inspirerend. Denk aan het werk van Caspar David Friedrich of van William Turner. Veel leerkrachten vinden het praten over kunst met de klas best lastig. Op deze site staan voorbeelden waarop je kunt zien hoe je dat kunt doen: http://bit.ly/2yOa4pf

Uitdagende opdracht

De kinderen kunnen geprikkeld worden tot meer eigen inbreng door hun te vragen om zelf een vogelsoort te kiezen en die te plaatsen in een voor die vogel passende omgeving. Laat de kinderen foto’s van allerlei soorten vogels (vliegend en zittend) en van allerlei soorten omgevingen (takken, riet, schoorstenen, elektriciteitsmasten etc.) verzamelen. Laat de leerlingen ook nadenken welke stemming ze op de tekening willen weergeven: de stille rust van de avond of juist een beetje een droevige sfeer enz. Een stemming kan ook al werkende ontstaan en geduid worden. Zo voorkom je dat sommige leerlingen blokkeren.

Ruimte voor keuze en experiment

Het is helemaal niet gezegd dat de lucht ‘s avonds oranje of geel kleurt. Dat kan (afhankelijk van het tijdstip) ook paars, blauw of grijs zijn. Laat kinderen bij het maken van hun luchten experimenteren met ecoline, verdunde verf, verdunde Oost-Indische inkt en vetkrijt. Als je met een kwast met wasbenzine over een vetkrijttekening gaat, wordt het geheel veel minder krasserig en worden de kleuren minder hard. Droog of nat papier geeft weer andere resultaten. Deppen met een keukenpapiertje geeft verrassende effecten. Kinderen mogen ook verschillende materialen en technieken combineren. Laat de leerling een formaat papier (groot of klein, liggend of staand) kiezen dat bij hem of haar past. Met de plaatsing van de vogel(s) op het vlak kan geëxperimenteerd worden door de vormen eerst uit zwart papier te knippen. Door te schuiven over de gekleurde achtergrond kan gezocht worden naar een spannende compositie, waarbij bewust gebruik wordt gemaakt van restvorm (lege stukken in de tekening). Benadruk als leerkracht dat een experiment kan en mag mislukken. Natuurlijk kan de ene klas meer vrijheid qua materiaalkeuze en experiment aan dan de andere. Maar probeer de kinderen de ruimte te geven.

Een stimulerende docent

Tja, en daarmee zijn we beland bij de belangrijkste factor bij creativiteitsontwikkeling: de docent. Als het goed is, zal die docent niet zozeer gericht zijn op een fraai eindresultaat. De leerkracht moet juist fantasie, speelsheid en experiment aanmoedigen. Misvattingen bij de docent kunnen de ontwikkeling van kinderen remmen. Neem in gedachten een leerkracht die de volgende uitspraak van Picasso als uitgangspunt neemt: ‘Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt’. Onbedoeld doet zo’n leerkracht de kinderen tekort. Hij of zij zal zich waarschijnlijk afwachtend opstellen en erop hopen dat de creativiteit helemaal uit de ‘black box’ van het kind zal komen. Dat is teveel gevraagd. Kinderen zijn niet meer of minder creatief dan volwassenen (wel spontaner en onbevangener). Ze hebben aan de ene kant behoefte aan keuzevrijheid, aan de andere kant ook aan een docent die tips geeft, stuurt en kaders aangeeft. Iets werkelijk creatiefs maken vraagt enerzijds speelsheid, verbeelding en het loslaten van logische verbanden. Maar anderzijds ook aandacht, concentratie, motivatie, logisch denken en doorzettingsvermogen. Over de compositie kun je bijvoorbeeld heel logisch nadenken: wat groot is, zien we als dichtbij, wat klein is als ver weg. Te grote lege vlakken in een tekening werken storend, enz.. Voor de docent is het best wel eens spitsroeden lopen: op het ene moment knik je Margreet die met verf aan het modderen is alleen maar bemoedigend toe, op het andere moment verbied je Frits om een vliegtuig in plaats van een vogel te tekenen. Vliegtuigen tekent hij immers altijd al.

Excellente docenten

Iedere school heeft wel een leerkracht die op één of ander gebied creativiteit bij kinderen wakker weet te maken. Een docent die daarin echt excelleert. Andere docenten daarentegen voelen zich behoorlijk handelingsverlegen. Hoe voorkomt de school nu dat kunst, cultuur en creativiteit beperkt wordt tot de hobby van één of van enkelen? Laat de school eerst in alle nuchterheid vaststellen dat niet iedereen alles hoeft te kunnen. Laat de leerkracht die prima boetseren kan kleilessen geven in verschillende klassen, doe hetzelfde met de leerkracht die goed met kinderen zingen kan. Stel een Interne Cultuur Coördinator aan, die binnen de school als vraagbaak en inspirator functioneert. Hij of zij onderhoudt contacten met musea, galeries, gastdocenten en de kunstuitleen. Voor een paar tientjes per jaar kan de school daar een echt kunstwerk lenen dat in de lessen als voorbeeld en inspiratiebron dient.

Kek vogeltje

Er zijn meer dan genoeg (al dan niet commerciële) instellingen die de school willen helpen bij creativiteitsontwikkeling. De folders van deze instellingen komen echter vaak niet verder dan de prullenbak in de directiekamer. Dat is ook wel terecht: hun aanbod sluit meestentijds totaal niet aan bij de behoeften van het reformatorisch basisonderwijs.

Als dit reformatorisch onderwijs creativiteitsontwikkeling écht op de agenda wil hebben, zal er ook op bovenschools niveau het nodige moeten gebeuren. Denk aan scholing en coaching van Interne Cultuur Coördinatoren. Er zou ook een pool opgezet kunnen worden van kunstenaars die gastlessen op scholen komen verzorgen. De reformatorische kunstenaarsvereniging ‘Korf’ kan daarin een bemiddelende rol vervullen. Ook zouden er mooie rondreizende tentoonstellingen gemaakt kunnen worden, compleet met lessuggesties. Ik zie het al voor me: kinderen die eerst in de hal van de school kennismaken met de mooie bronzen vogeltjes van Tijs Huisman. En vervolgens in de les zelf zo’n kek vogeltje gaan maken. Daar wordt toch iedereen blij van.


De auteur werkte aanvankelijk in het basisonderwijs, tegenwoordig als docent beeldende vorming in het voortgezet onderwijs. Daarnaast is hij beeldend kunstenaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017

Criterium | 32 Pagina's

Elk kind een kunstenaar?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017

Criterium | 32 Pagina's