GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

De gelijkenissen van het koninkrijk der hemelen.

I. Haar aantal. .

II. Haar overeenstemming.

III. Haar verklaring.

I. De gelijkenissen zijn:

a. De Zaaier, Matth. 13 : 3—8 en 18—23. b. Onkruid tussen de tarwe, Matth. 13 : 24—30, 37—43» c. Opschietend zaad, Mare. 4 : 26—29. d. Het mostaardzaad, Matth. 13 : 31—32. e. Het zuurdesem, Matth. 13 : 44. f. De schat in de akker, Matth. 13 : 44. g. De koopman die schone parelen zoekt, Matth. 13 : 45—46. h. Het visnet, Matth. 13 : 47—50.-

a. De gelijkenis van de Zaaier leert ons de ontwikkeling van het koninkrijk der hemelen en de teleurstellingen daarbij. b. Het onkruid tussen de tarwe leert ons het gemengd karakter van het koninkrijk der hemelen en de lankmoedigheid Gods. c. Het opschietend zaad, de ontwikkeling van het koninkrijk Gods uit een geestelijk beginsel. d. Het mostaardzaad leert ons de uitbreiding van het koninkrijk Gods onder alle volken. e. Het zuurdesem leert ons de doorwerking van de beginselen van het koninkrijk der hemelen. f. De schat in de akker stelt voor de rijkdom van , het koninkrijk der hemelen. g. De koopman die schone parelen zoekt leert ons dat het koninkrijk der hemelen boven alles moet worden gezocht. h. Het visnet wgst ons op de schifting in het koninkrijk der hemelen.

De gelijkenissen, waarin de Heere Jezus 'de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen wilde openbaren en verklaren, zijn acht in aantal. /

Alle gelijkenissen bevatten één hoofdzaak, welke omringd woi'dt door een of meer byzaken.

De hoofdwaarheid moeten we bij de verklaring nooit uit het oog verliezen.

II.

Er bestaat tussen sommige gelijkenissen overeenstemming. Het zijn eigenlijk vier paren.

Bij de gelijkenis van de Zaaier behoort die van het opschietende zaad, bij die van het onkruid tussen de tarwe behoort de gelijkenis van het visnet. Voorts behoren de gelijkenissen van het mostaardzaad en zuurdesem bij elkander, alsook de gelijkenis van de schat in de akker met die van de koopman die schone parelen zoekt.

Bij alle overeenstemming is er ook verschil.

Spreekt de ene gelijkenis van vele teleurstellingen, de andere leert, dat ondanks die teleurstellingen het koninkrijk der hemelen zich toch gestadig uitbreidt.

III.

De gelijkenis van het zaad leert ons dat de vrucht der prediking afhankelijk is van het hart waarin het Woord Gods komt.

Sommige mensen worden door het Woord even bewogen, bij anderen stuit het af. De duivel heeft vele middelen om dé indruk van het Woord weg te nemen.

Gelukkig zijn er ook harten die door Gods Geest worden ontvankelijk gemaakt. Vruchten van geloof en bekering worden gezien.

In de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe worden de mensen bij zaad vergeleken.

De Zone Gods zaait goed zaad, de duivel zaait kwaad zaad op de akker dezer wereld.

De duivel zaait ze zelfs in de kerk, denk aan de geveinsden.

De dienstknechten zouden de goddelozen willen verdelgen, denk aan de zonen van Zebedeüs. God laat ze allen leven tot de oordeelsdag. Hij is barmhartig, doch van grote kracht.

Het opschietende zaad. Als de landman het zaad heeft gezaaid, zorgt de natuur onder Gods zegen voor de ontwikkeling van het zaad.

De prediker moet de uitkomst aan de Heere overlaten.

Zijn Woord keert nooit ledig weder.

Het koninkrijk der hemelen wordt" ook bij een mostaardzaad. vergeleken

Het is heel klein, maar het groeit uit tot een grote boom.

Het begin is klein, maar het koninkrijk der hemelen wordt volkomen en daarom bidden we, bewaar en vermeerder Uw kerk, verstoor de werken des duivels en alle heerschappij, welke tegen Uw heilig Woord bedacht wordt, totdat de volkomenheid Uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen. - .

< 2> Het zuurdesem wijst ons op de verborgen kracht en doorwerking van het koninkrijk der hemelen. Het zal de mens en de mensheid vervullen en beheersen. We kunnen van zuurdesem spreken in gunstige, maar ook in ongunstige zin.

Denk aan de zuurdesem van het Farizeïsme.

De gelijkenis van de schat in de akker toont ons aan dat er geen groter schat is voor de mens dan het koninkrijk der hemelen.

Die schat moet volgens de gelijkenis van de parel met inspanning worden gezocht.

Straks komt volgens de gelijkenis van het visnet de absolute scheiding tussen rechtvaardigen en goddelozen. Het koninkrijk der hemelen is van hemelse oorsprong. Christus is er de Koning van, genade is uitgestort op Zijn lippen.

Alleen door wederbarende genade worden we burger van dat Rijk.

Het is geestelijk van aard, maar straks breekt het uit naar buiten, om in nooit te doven luister eeuwig të schitteren.

Nu bidden we nog om de komst van dat Rijk, maar straks js het volkomen en daarom sluit het volmaakte gebed met de woorden:

„Want Uw is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen".

1. Wat heeft Christus voor Pilatus getuigd over Zijn koninkrijk ? 2. Wat zijn de geestelijke goederen van dat koninkrijk ? 3. Wie was de aankondiger van dat Rijk? 4. Wanheer.is dat koninkrijk op aarde gekomen? 5. Wanneer zal dat Rijk voltooid zijn?

Bronnen:

Sillevis Smit.

Dètchsel.

Matthew Henry.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen