Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door lijden tot heerlijkheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door lijden tot heerlijkheid

4 minuten leestijd

Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. (Rom. 8 : 18.)

Het leven dezes tegenwoordigen tijds staat vanaf de val des mensen in het teken van lijden.

Er is een onbewust lijden van de redeloze schepping. Rom. 8 : 22: ant wij weten dat het ganse schepsel tesamen zucht, en tesamen als in barensnood is tot nu toe.

De ontplooiing der schepping is in banden gebonden, en zucht als in barensnood tot op de wederkomst van Christus, en dan zal ook de schepping van haar boeien worden ontdaan, om te bloeien tot heerlijkheid Gods.

Er is een algemeen lijden van het redelijke schepsel, de van God afgevallen mens. Job 14 : 1: De mens van een vrouw geboren is kort van dagen en zat van onrust."* De kortheid van onze dagen is op zichzelf al een wetenschap welke tot lijden en onrust voert, en ons vervult met natuurlijke en slaafse vreze. En behalve dat, wie is bij machte de veelvoudigheid van het lijden te beschrijven, welke het ganse menselyk geslacht om der zonde wil overkomt?

Er is een bijzonder lijden, alleen eigen aan Gods uitverkoren gemeente, hetwelk zijn oorzaak vindt in hun gemeenschap aan Christus. (Rom. 8 : 17b.)

Zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.

Dat lijden heeft in het bijzonder Paulus ondervonden. Naar des Heeren bekendmaking aan Ananias, heeft hij veel geleden. Zie de mate zijns lijden in 1 Cor. 4 : 11 tot 13.

Tot op deze tegenwoordige ure lijden wij honger en lijden wij dorst, en zijn naakt, en worden met vuisten geslagen en hebben geen vaste woonplaats, en arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden gescholden, en wij zegenen; wij worden vervolgd en wij verdragen. Wij worden gelasterd en wij bidden; wij zijn geworden als uitvaagsel der wereld en aller afschrapsel tot nu toe.

2 Cor. 11 : 23b—28: k ben boven hen: n arbeid overvloediger, in slagen uitnemender, in gevangenissen overvloediger in doodsgevaar menigmaal.

Van de Joden heb ik veertig slagen min één vijfmaal ontvangen. Driemaal ben ik met roeden gegeseld geweest, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een ganse nacht en dag heb ik in de diepte overgebracht. In het reizen menigmaal in gevaren van rivieren, in gevaren van moordenaars, in gevaren van mijn geslacht, In gevaren van heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de woestijn, in gevaren in de zee, in gevaren onder valse broeders; in arbeid en moeite, in waken menigmaal, in honger en dorst, in vasten menigmaal, in koude en naaktheid. Zonder de dingen die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks de zorg van al de gemeenten.

2 Cor. 12 : 7: n opdat ik mij door uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen.

Doch al dat lijden woog niet op tegenover de heerlijkheid die hem ten deel was: reeds hier door het geloof de beginselen der eeuwige vreugde proevend en smakend. Ja Gods kerk is een kruiskerk, vele zijn de tegenspoeden. De weg door hun Overste Leidsman gebaand en betreden, gaat over heuvelen en bergen van moeilijkheid en bezwaren, vol kwellende doornen en weedoende distelen.

Hoe zwaar kan het lijden Gods kinderen drukken, vooral het onbegrepen onaanvaard lijden, gelijk Asaf. Dan is het lijden een kruis voor hun verstand, wil en gevoel, alle levensmoed en blijdschap benemend. Totdat Gods volk gelijk Asaf licht ontvangt uit Gods heiligdom in hun ziel, betreffende oorzaak en doel van hun lijden. Dan werpt het lijden vreedzame vruchten der gerechtigheid af, wijl ze door het lijden geoefend worden. Dan wordt hun lijden gezien en aanvaard als overblijfselen van het lijden Christi tot gelijkvormig worden aan Zijn beeld, als een lijden dezes tegenwoordigen tijds; ja dat mate, diepte, zwaarte en duur bepaald is. Dan wordt het gezien en gewogen in de schaal der toekomende heerlijkheid.

O, het zijn de Thabors, de berghoogten des geloofs in hun leven, dat hun ziel stamelt: niet te waarderen, niet te waarderen tegen de heerlijkheid van storingloze gemeenschap met den Drieënigen God en het Lam. Daar alle tranen afgewist, daar geen zonde, moeite, dood en rouw. Johannes op Padmos heeft die heerlijkheid gezien en geschreven tot troost voor de pelgrims. Want, daar zal geen nacht zijn, geen nacht der natuur, geen nacht van bestrijding, lijden en dood.

Och, mijn jonge vrienden, ook zij, die ver van huis in Indië zijn, en aan vele gevaren en verzoekingen zijn blootgesteld. Zie toch het grote geluk van degenen die den Heere vrezen.

Zoekt toch de Heere, terwijl Hij te vinden is, roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.

De gedaante dezer wereld gaat voorbij met al zijn begeerlijkheden. Er is een goed, waar de mot en de roest niet inkomt. Waar David van zingt: Hoe groot is het goed dat Gij weggelegd hebt, voor degenen die U vrezen.

Ds M. BLOK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's

Door lijden tot heerlijkheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's