Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Samuël 8—15.

Saul, Israëls eerste Koning.

1. de begeerte naar een koning.

2. de vervulling van die begeerte.

Israël was een Theocratisch volk en leefde dus onder de regering Gods. Jehova zelf was hun Koning.

Hij voerde de oorlogen van Zijn volk. Van Hem ontvingen zij de wetten.

Voor Zijn macht hadden zij zich te buigen en Zijn wil te gehoorzamen. \

Israël was met die onzichtbare koning niet tevreden. Samuël is oud en zijn zonen zijn ongeschikt hem als richter op te volgen.

Zo naderen de oudsten van Israël tot Samuël en begeren een koning gelijk de andere volken een koning hebben.

Deze begeerte betekent de verwerping van Jehova. Men had aan God als Koning niet genoeg, het volk wilde een zichtbare koning met purper omhangen en met goud gekroond.

De Heere heeft het verzoek ingewilligd, hoewel het Israël geen voordeel heeft opgeleverd.

In hoofdstuk 9 wordt ons beschreven op welke wijze Israël aan zijn eerste koning is gekomen.

Een onschuldig voorval, namelijk het weglopen van ezelinnen, doet Saul, de zoon van Kis, in aanraking komen met de profeet Samuël.

Op Goddelijke aanwijzing werd Saul tot Koning gezalfd.

Saul doet zich eerst van de aangenaamste kennen. kant

Hij werpt zich niet als koning op, maar wacht op Gods tijd.

De roeping tot het koningschap heeft plaats te Mizpa, waar Samuël het volk heeft doen samenkomen. #

Door loting werd de stam van Benjamin geraakt. Vervolgens werd het geslacht, het huisgezin en eindelijk de persoon van Saul aangewezen.

Saul, die zich eerst verscholen had werd als koning uitgeroepen en gehuldigd.

Niet eer trad Saul in zijn koninklijke waardigheid op alvorens de Geest hem daartoe aandreef.

Dit geschiedde, toen Nahas, de Koning der Ammonieten een smaad op gans Israël wilde leggen, door de mannen van Jabes het rechteroog te willen uitsteken. Saul verzamelde een groot leger en versloeg Nahas.

Saul toonde in het begin van zijn regering veel ijver voor de vervulling van Gods Wetten.

Toen hij de Gibeonieten wilde uitroeien, ging hij in zijn ijver te ver (2 Sam. 21 : 2), maar overigens zijn er vele goede dingen van hem opgetekend.

Denk aan het uitroeien der tovenaars en waarzeggers.

Maar niettegenstaande die ijver, was hij toch ongehoorzaam en stelde zijn eigen wil boven Gods wil.

Daarom was zijn koningschap anti-Theocratisch. Toen hij ten strijde trok tegen de Filistijnen wachtte hij niet op Samuël, maar ging zelf offeren.

Tegen het bevel des Heeren heeft hij de koning der Amalekieten gespaard.

Saul toonde een sterke neiging om zich van God los te maken waarom de Heere hem heeft verworpen.

Vanaf dat ogenblik is de Geest van Saul geweken en werd hg door een boze geest verschrikt.

Alle verandering is geen verbetering, maar ook geen vernieuwing.

Saul kreeg een koningshart, maar geen nieuw hart. Er zijn op godsdienstig gebied veel veranderde mensen, maar de grote vraag is of die verandering vrucht is van innerlijke vernieuwing.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1950

Daniel | 8 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1950

Daniel | 8 Pagina's