Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jodocus van Lodenstein

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jodocus van Lodenstein

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(i.)

Om het optreden van Lodenstein te kunnen begrijpen, dienen we ons eerst op de hoogte te stellen van de toestand van ons vaderland gedurende de tijd waarin Lodenstein leefde. Hij leefde in het midden der zeventiende eeuw, de tijd waarin ons land op schier elk gebied zijn hoogste bloei had bei'eikt. Als we u alleen maar noemen de namen van Frederik Hendrik, De Ruyter en Tromp, Vondel en Hooft, Rembrandt en een elk weet, dat in die tijd ons land op het toppunt van zijn roem stond. Het kleine Nederland was toen een grote mogendheid; wc telden mee in de rij der grote mogendheden. Had ons volk in de 16e eeuw de ondersteunende hand des Heeren kunnen opmerken, in de 17e eeuw rustte de zegenende hand des Heeren op ons volk, om in de 18e eeuw gevolgd te worden door de tuchtigende hand des Heeren. Doch daar Lodenstein zich niet bewogen heeft op politiek terrein, noch op dat van kunst of handel, dienen*' we er in het bijzonder op te letten hoe de godsdienstige toestand van ons volk was in die tijd. In het begin der Reformatie had Luther spoedig vele volgelingen in ons land, maar ook het Anabaptisme vond steeds meer ingang. Doch tenslotte is het Calvinisme zegevierend uit deze strijd te voorschijn gekomen. In de tijd van Lodenstein echter was de zedelijke invloed van het Calvinisme over het algemeen verminderd. Wel was er een streven naar vaststelling van de leer en op de synode van Dordrecht had men dat dan ook bereikt.

Leerheiligheid is hoofdzaak geworden, maar het streven naar reinheid des levens neemt meer en meer af. De kerkleer te verdedigen wordt gaandeweg als het hoogste beschouwd, maar de reinheid des levens stond in geen levend verband met de godsdienst. Voetius hechtte nog grote waarde aan de reinheid van zeden, maar bij velen geldt rechtzinnigheid in de leer als het hoogste, al gaat dit zelfs ten koste van de ware vroomheid. Dit blijkt bv. uit het volgende verhaal. Door de Algemene Staten was Jacobus Koelman afgezet als predikant van Sluis, omdat hij de formulieren niet wilde lezen en de feestdagen niet wilde houden. Twee predikanten in Utrecht wilden Koelman in hun beurt laten optreden, doch de andere predikanten verzetten zich hiertegen. Toen die twee predikanten de opmerking maakten, dat er wel predikanten, die aan de drank verslaafd waren, toegelaten werden te prediken, terwijl toch Koelman om zijn vroomheid bekend was, kregen zij ten antwoord: „Een dronkaard zondigt tegen zichzelven en in 't privaat, maar Ds Koelman verwerpt de orders van de Kerk en dat is een veel groter en schadelijker kwaad." Een drankzuchtig leraar wordt dus gesteld boven een man, die van de kerkenordening afwijkt. En dat in Utrecht, een gemeente, die destijds bekend was om haar godsvrucht. Het behoeft ons niet te verwonderen dat, daar er zulke leraars waren, de leden merendeels niet anders dachten, 't Is waar, in de leerstukken waren de meeste leden aardig thuis, ja, zij konden ze tegenover andersdenkenden nog wel verdedigen ook, maar uit sleur namen ze de godsdienstoefeningen waar. Daarbij komt nog dat de bloei van ons volk niet gunstig werkte op de moraliteit. Immers van alle zijden vloeiden de schatten ons land binnen, zodat de burgers zich allerlei weelde en genot konden verschaffen. Dronkenschap, dobbelen en ontucht waren de hoofdzonden in die dagen. Bekijk de schilderstukken van Jan Steen maar eens. Die zeggen ons genoeg. Ook de invloed van buiten af liet zich gelden. De Nederlanders waren in die dagen de vrachtvaarders van Europa en kwamen dus in veel landen. Vooral de Franse modes vonden hier gretig bijval.

Hoewel Nederland in de dagen van Lodenstein op maatschappelijk en politeik gebied hoog stond, was het algemene peil der moraliteit betrekkelijk laag. Bij velen was het Calvinisme ontaard in dorre systematiek en in leerheiligheid. Toch was het zout nog niet geheel

smakeloos geworden en de ijver voor reinheid van zeden nog niet geheel uitgedoofd.

Vooral door invloed vanuit Engeland ontstond in ons land een beweging, die niet alleen de reformatie der leer, maar bovenal een reformatie des levens voorstond. Zij wilde een „nadere Reformatie". Zij, die een „nadere Reformatie" voorstonden waren de beide Teellincks, Amesius, Voetius, maar vooral Theodorus Brakel, Anna Maria Schurman, Jodocus van Lodenstein, Jean de Labadie en Wilhelm Brakel.

De Labadie en Anna Maria Schurman meenden hun doel te bereiken door separatisme, doch de anderen trachtten een reformatie des levens in de Kerk zelve te weeg te brengen. Van deze laatsten was Jodocus van Lodenstein ongetwijfeld de voornaamste.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1950

Daniel | 8 Pagina's

Jodocus van Lodenstein

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1950

Daniel | 8 Pagina's