Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na deze openbaarde Jezus zichzelven wederom de discipelen aan de zee van Tibérias. (Joh. 21 : 1.)

II

„Werpt het net aan de andere zijde van net schip en gij zult vinden, " zo luidt het in ons teksthoofdstuk.

Letten we eerst op de omstandigheden, waarin de discipelen verkeren en daarna op de leringen, die hier voor hen te trekken zijn.

Ten eerste is de nacht de vistijd en nu hadden ze de ganse nacht gevist en niets gevangen. En nu op klaarlichte dag, neen dat kan niet. Ten tweede waren zij vissers van beroep; zij wisten toch wel, wanneer het tijd van vissen was; maar hun visserswijsheid, hun zeemanskunst moest overboord. Ten derde was het water van het meer van Genesareth helder als kristal, men kon tot op de bodem van de zee zien; in helder water is het slecht vissen, vooral op klaarlichte dag. Ten vierde waren hun netten stuk van de ganse nacht vissen; de bodem van de zee is rotsachtig, waaraan de netten scheuren. Ten vijfde waren ze bovendien vermoeid van de ganse nacht te arbeiden en bijgevolg de kans om te vangen, volgens de mening van Petrus geheel verkeken. Maar gelijk Jona, moesten Petrus en al de andere discipelen overboord en wel aan de rechterzijde van het schip, in de zee van vrije genade, terwijl met de linkerzijde de zee van wettisch en eigengerechtig werken bedoeld wordt. Dit zijn de omstandigheden, waarin ze opnieuw moeten gaan vissen.

Welk een schone lering valt hieruit voor de discipelen te trekken. Niet zien op wind en getij, op golven en baren, maar enkel en alleen op de almacht en vrijmacht Gods. God toonde, dat Hij ook de vissen der zee in Zijn hand heeft, zoals Hij de harten der mensen in Zijn hand heeft. De vangst van Petrus hangt niet af van goede netten, gunstige tijden, donkere nachten en een degelijke visserskunst, maar enkel en alleen van God almachtig. Later als Petrus visser der mensen zal worden, zal hem deze les te pas komen. Als wij gaan vissen, willen wij gaarne vangen. Velen steunen op een mooie, , krachtige en sierlijke prediking; op de ernst, waarmede deze wordt uitgesproken; op hun theologische kennis; op de schone tijd van het vissen; gewis ze vangen niets, dan slijk en modder en wat dode vissen misschien. Ook gij mijn lezer, bevindt u onder het visnet, maar er nog niet in misschien. En die er in zijn, spartelen om er uit te komen, teneinde er onder uit te komen en te trachten zich in de modder te versteken, om alzo onder het net door te kruipen.

De discipel dan, welke Jezus lief had, zeide tot Petrus; „Het is de Heere." Bedoelde discipel is Johannes. In Joh. 13 : 23 ligt hij aan de borst van Jezus en toch kende hij Hem niet. Nu durft hij niet naar Jezus heen. Maar er was ook een diepe kloof tussen Johannes en Jezus. Johannes dobberde op zee, Jezus stond op de vaste grond. De zee is het type van een onrustig, wankelbaar gemoed; dan is er kalmte, dan weer storm. Zijn uitwendige toestand was een afspiegeling van zijn innerlijke zielstoestand. Hij had nog geen vaste grond onder zijn voeten. Horen, zien en gevoelen, anders geen geloof. Zij hadden nog iets van de moordenaar links, doch zij moesten leren, zonder horen, zien en gevoelen nochtans te geloven. Zijn er onder mijn lezers, ook zulke Johannessen? Er is nog een afstand van 200 ellen tussen Johannes en Jezus, ook bij U mijn lezer? Dobbert ook gij nog tussen hoop en vrees? Dan eens bemoedigd, dan eens moedeloos ? Maar hoe wankelmoedig ook, toch geeft de Heilige Geest een schoon getuigenis van die discipel: Hij had Jezus lief." De Goddelijke ingeving der Schrift blijkt hier duidelijk. Johannes getuigt dit niet van zichzelf, neen God de Heilige Geest doet dit. Kan de Heere dat ook van U getuigen, dat ge Jezus lief hebt ? Ik vraag niet of ge dat zelf getuigt; Uw liefde tot Jezus moet door Uw daden blijken, niet zozeer door woorden. Maar de vraag is, of de Heiland het Zelf van ons getuigt. En uit de handelingen der discipelen blijkt het, dat zij nog weinig liefde voor Jezus hadden. Dat kon ook niet, want zij kenden Hem niet zoals Hij gekend moet worden. Vleselijke liefde, maar nog geen geestelijke. Hoe komt Johannes nu aan de wetenschap dat het de Heere is? Wel hij heeft de hand des Heeren gezien in de wonderlijke visvangst. Eerst openbaart Christus Zich als de Zone Gods, door daden, dan door woorden, dan door Zijn persoon dat Hij de Zone Gods is. En nu blijft er voor een arm zondaar niets over dan het Woord Gods, waardoor Christus Zich aan de ziel openbaart. Het gaa^met al Gods volk zo. Door de daden des Heeren, die Hij aan U deed, leerdet gij van achteren verstaan dat het Gods werk was. Met Jacob leerdet gij: De Heere was aan deze plaats en ik heb het niet geweten." Hebt gij echter Jezus al leren kennen uit Zijn daden? Wat doet Johannes nu? Vlucht hij naar Jezus heen? Neen, hij zegt het tegen Petrus. Opmerkelijk, niet tegen een andere discipel, maar juist tegen Petrus. En nu komen de verschillende karakters openbaar. Nauwelijks hoort Petrus het getuigenis van Johannes, of hfj vliegt naar Jezus. Zo moedeloos in vers 3, zo voortvarend in vers 7. Hij laat discipelen, net, schip en vissen in de steek, ja hij waagt zijn eigen leven. Nu ziet hij nog niet eens

dat het Jezus is, hij hooi't het slechts en wel uit de mond van een ander. Al zwemmende komt Petrus zo tot Jezus.

Welk een ontvangst worden de discipelen bereid als zij aan land gekomen zijn. Niet alleen vuur, maar ook heeft Jezus gezorgd voor brood en vis. Bovendien als zij het net op het land trekken kunnen zij een vangst bergen als nimmer tevoren. Zo dus niet hun wetenschap, niet hun kennis, doch Jezus, maar dan Jezus alleen is het alvervullend goed voor Zijn volk.

Wijlen Ds A. JANSE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1950

Daniel | 8 Pagina's

De verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1950

Daniel | 8 Pagina's