Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Don Frederik haastte zich dan naar Amsterdam, om de ingevroren Geuzenvloot op het IJ in handen te krijgen. Maar voor hij de stad bereikte, begon het te dcoien. De Geuzenvloot ontsnapte en bergde zich in de hollandse kusthavens om er het voorjaar af te wachten. Thans ging Don Frederik op Haarlem los: een zeer belangrijk punt. Kon hij dat nemen — en hij twijfelde er geen ogenblik aan — 't was een kwestie van 7 dagen — dan waren Holland en Waterland gescheiden en onze kracht gebroken.

Op 11 Dec. begon het beleg. Niet 7 dagen echter, 7 maanden zou de heldenkamp der Haarlemmers duren.

Een schitterende episode in onze strijd. Zelfs Alva en Don Frederik roemden hen als eerste klas strijders en strijderessen. En dat getuigenis zegt heel veel.

De wederzijdse strijdkrachten waren als volgt. Don Frederik had door vermeerdering ten slotte 30.000 man ter beschikking. In de stad was een garnizoen van 4000 man onder de dappere groninger edelman Ripperda. Dit garnizoen werd gesteund door gewapende burgers (schutters) en schansgravers. Voorts was er een vrouwenkorps onder Kenau Hasselaar, dat met taaie moed meestreed.

Reeds voor de Spanjaarden gearriveerd waren, had Ripperda, wijzend op het lot der uitgemoorde steden, de burgerij overgehaald de poorten te sluiten en de bezetting te versterken. Verder was Marnix uit naam van de Prins in de scad gekomen om te zuiveren. Aan 't hoofd van Haarlem stond namelijk een katholieke magistraat, die zelfs onderhandelingen met Alva aangeknoopt had. In de plaats van deze roomsen plaatste Marnix een bijna geheel uit Calvinisten bestaande regering aan het hoofd. Van overgave zou dus voorlopig geen sprake zijn.

Don Frederiks doel was, zo spoedig mogelijk binnen te komen. Hij begreep zeer goed, dat bij een belegering een langdurig beleg, in verband met de ongunstige weersomstandigheden, wel eens aanleiding zou kunnen geven tot desertie op grote schaal.

Een voordeel voor hem was, dat de Haarlemmers, ondanks de goede raadgevingen van de Prins, die de bui had zien groeien, zeer eigenwijs waren geweest. Oranje had dringend geadviseerd de dijk bij Halfweg (de verbindingsweg A'dam—Haarlem) door te steken, de 2 schansen bij Spaarndam te versterken, evenzo de Jans-en Kruispoort. Er was niets geschied.

Slechts één toegangsweg bleef voor de Haarlemmers open, nl. over het Haarlemmermeer. Hiervan hebben zij gedurende de hele winter goed gebruik kunnen maken voor de aanvoer van levensmiddelen, munitie en troepen.

Ongeveer Mei 1573 was het hiermee uit. Alva had een kanaal laten graven en hierlangs bracht Bossu een grote vloot op het Meer, die in een scheepsslag de Geuzenvloot nagenoeg vernietigde. Haarlem was nu volkomen geblokkeerd.

Toen het Meer nog open was, hadden de hollandse steden aangeboden de vrouwen en kinderen op te nemen. Men weigerde echter. Men wilde samen lijden, samen strijden, samen, zo men hoopte, overwinnen.

Amsterdam heeft krachtig meegewerkt tot de ondergang van Haarlem en zelfs voor stroppen gezorgd.

De aanvallen der Spanjaarden begonnen op 18 Dec. met een 3-daags bombardement. Hierop volgden de nodige stormaanvallen, die echter bloedig werden afgeslagen. Vooral aan de Kruispoort woedde een verbit-

terde strijd. Zij was zwak, maar toen zij genomen was, stond daarachter een nieuw bolwerk.

Zelfs onder de grond werd gestreden. Van de 3500 schansgravers bleef er niet een over.

Don Frederik is eenmaal zo moedeloos geworden, dat hij zijn vader verzocht het beleg op te mogen breken. Deze antwoordde hem smalend, dat hij zelf zou komen, of zijn moeder uit Spanje ontbieden.

Don Frederik zag zich nu genoodzaakt tot een geregeld beleg over te gaan en de stad door de honger tot overgave te dwingen. Dat is verschrikkelijk voor zijn soldaten geworden. Velen stierven van kou, ziekten en uitvallen der belegerden; velen deserteerden.

„Haarlem is het kerkhof der Spanjaarden", stond op de wallen. Inderdaad zo was het.

De Prins zat ook niet stil en heeft verschillende malen getracht, hulp tot ontzet te bieden.

Nog maar pas waren de Spanjaarden verschenen, of hij zond Lumey van uit Leiden met alle beschikbare troepen er op af, om de vijand terug te dringen. Maar hij viel in een hinderlaag en moest in verwarring terug.

Lumev's barbaars optreden tegen de Roomsen, zijn gevangenneming en gevolgd ontslag hebben wij reeds vroeger vermeld.

Een tweede poging tot ontzet had plaats in Jan. '73 onder aanvoering van Philips de Coninck.

Ook deze mislukte; de aanvoerder sneuvelde. Zijn hoofd werd door de muur geworpen met een briefje erbij, waarop stond: Hier is het hoofd van Philips de Coninck, die de stad komt verlossen. Uit weerwraak rolden de Haarlemmers een tonnetje met elf hoofden van gevangen Spanjaarden naar de vijand ter betalingvan de tiende penning, met één extra wegens te late betaling.

Trouwens de wreedheden van weerszijden waren verschrikkelijk.

In Juli wist Oranje met veel moeite nog eenmaal 5000 man bij Leiden te verzamelen. Onder bevel van Willem van Bronkhorst, Batenburg en de Vlaming Carlo trok men op. Maai' bij 't Manpad te Haarlem werd het leger overvallen en totaal uiteengeslagen.

Nu was Haarlems lot beslist.

Staaltjes van moed en durf zijn gegeven. Wij herinderen aan de stoute ondernemingen van de westzaanse hoer 't Hoen en Jan Haring uit Hoorn.

De transporten van levensmiddelen en oorlogstuig hadden plaats uit Utrecht, over de Diemerdijk tussen IJ en Diemermeer, langs Amsterdam en over de dijk tussen het IJ en het Meer.

't Hoen heeft het bestaan met 18 kameraden bij Halfweg 128 speerruiters te vernietigen.

Een spaans generaal vond het zo'n stout stuk, dat hij de wens uitte die reuzekerel eens te mogen ontmoeten. Dit is werkelijk geschied. Hij wilde 't Hoen een beloning geven, maar deze weigerde. Alleen verzocht hij de generaal diens hulp te mogen inroepen indien dit nodig was. Deze werd toegezegd.

Gevangen genomen zijnde, zorgde de Spanjaard er voor. dat 't Hoen weer vrijgelaten werd.

P. J. LAMORé.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1951

Daniel | 12 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1951

Daniel | 12 Pagina's