5 minuten vóór 12
Alles wisselt op Zijn wenken, Maar Hij-zelf verandert niet
Is dat nu het jaar, dat we zo fris begonnen? 't Was of de lei was schoongeveegd! De beste plannen en goede voornemens, waar zijn ze gebleven? Kwam er wel iets van terecht? Is het hopen in vervulling gegaan?
Nu staan we weer, gespaard tot de eindstreep. Was 't onze verdienste, dat we niet vielen ? Velen moesten moeizaam zeulen het zwakke of afgeleefde lijf met de vele gebreken. Sommigen zuchtten: Wat is het nog ver! Die reikhalzend zagen naar 't betere Land, waar slechts één wisseling het volkómen kan maken: de eindstreep voorgoed. Berustend in 't hoger Bestuur gingen ze verder. Van kracht tot kracht en van deugd tct deugd? Het mócht w r at! 't Ging minder en minder, steeds slechter en gebrekkiger. Wat zal het einde nog zijn?
Ze zagen te veel op zich zelf. Ze zochten iets goeds in hun doen en hun laten. Maar dat was telkens mis. 't Is zwaar om te leren uit een Ander te leven. Die blik op een Ander viel zelden maar voor. En dan dwaalden de ogen weer af, naar hetgeen geen voldoening kan geven.
Nog enkele momenten en 't iaar is voorbij. Hoe worden we telkens gesteld voor het feit, dat onze stad hier niet blijvend is.
De jaren gaan te vlug. Er is een wedloop me' de tijd. We razen en snellen door 't leven heen. Velen verliezen hun leven door 't jakkeren en* rennen, 't Is steeds nog te langzaam, 't moet vlugger en vlugger.
En toch is er nergens geen tijd meer voor. Neen, 't kan niet, geen tijd! Ik moet dit nog en dat. Geen sprake van. geen tijd, geen tijd!
Maar wat doen we dan toch met die tijd? Alles gaat gemakkelijker en vlugger dan vroeger. Waar is het overschot aan gewonnen uren?
We staan aan de eindstreep. Nog enkele minuten en 't jaar is weer heen om nooit meer te keren.
Hebben we onze kansen benut? Hebben we gewoekerd met de uren? Gaat alles in sleur maar vooruit? Een sleurgang bij 't werk, een sleur in de godsdienst? Laten we ons maar meedrijven op de wieken van de tijd: morgen komt wéér wel een dag? En dan wéér één? Maar dat blijft zo niet duren.
Zie naar de klok. Nog vijf minuten! Straks is 't gebeurd. Ja, met het jaar is 't afgelopen. Maar dat iaar was 'een stuk van ons léven. De klokken tikken mechanisch de minuten en uren weg, maar zo persen de hartkleppen ook ons levend bloed door het lichaam, van uur tot uur, of we er om denken of niet. En straks staat dat uurwerk van binnen op zijn laatste minuten. En dan?
Dan gaan de rouwklagers door de straten: iemand gestorven. er is
Nog enkele minuten en een nieuw jaar volgt het oude op. Nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden, nieuwe vooruitzichten! Verwacht er niet te veel van. Straks aan 't einde is alles weer oud en versleten.
Daarom: benut de tijd, die we héden beleven. We kunnen onze roeping om te leven niet recht betrachten. In eigen kracht nimmer. Een dag zonder God begonnen, is een verloren dag. Dat we Hem mochten benodigen, bij het eenvoudigste dagelijkse beroep. We zijn zulke afhankelijke mensen. We vermorsen zo vaak de kostbare tijd. Daarom:
„Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len, Neig mijn hart en voeg het saam Tot de vrees van Uwe Naam."
Als dit wordt bewaarheid, dan zal het komende jaar gezegend zijn!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1951
Daniel | 12 Pagina's