Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR ONZE Militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR ONZE Militairen

DE MILITAIRE TEHUIZEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het nummer van 8 Febr. jl. heb ik beloofd nader terug te komen op een brief die ik ontvangen heb via de Hoofd redacteur van een zekere mijnheer Verspoor uit Middelburg. Mijnh. Verspoor is het niet eens inzake mijn visie op de militaire Tehui2jen. Dat is z'n goed recht en ik wil dadelijk hem mijn dank betuigen voor

zrjn schrijven. Nu ligt het niet in mijn bedoeling om op ieder schrijven in te gaan maar ik wil dat nu zeer gaarne doen omdat de geest die uit dit schrijven naar voren komt nu juist de geest is die ik altijd in de mil. Teh. heb aangetroffen en waar ik me beslist niet in kan vinden. Wellicht kom ik daar straks nog wel op terug. Hier onder dan de brief van dhr Verspoor, zo ik haar heb ontvangen.

Middelburg, 15 Januari 1952

Weleerwaarde Heer,

Met belangstelling lees ik regelmatig wat in het onder uw redactie verschijnende blad „Daniël" wordt geschreven en niet in het minst wat de inhoud is van de artikelen die worden ondertekend met „Krijgsman"'

Het artikel dat werd opgenomen in „Daniël" d.d. 16-ll-'5l behoeft m.i. toch wel enige opheldering ten aanzien van enige zinsneden en dan heb ik daarbij speciaal op het oog de zienswijze van „Krijgsman" voorwat betreft (zoals hij het noemt) „onze Christelijke Militaire Tehuizen." Doch als inzender dan een antwoord wenst te geven op de vraag waar het aanknopingspunt ligt voor een militair die in een bepaald milieu is opgegroeid en nu het leven in gaat, met o.a. die gang naar de kazerne en zijn militaire vorming, dan zouden wij niets minder verwachten dan de stellinge aanwijzing: je plaats jonge man in een vreemde omgeving in dienst gekomen' is in ONZE CHRISTELIJKE MILITAIRE TEHUIZEN!! Maar inplaats dat wij dat lezen wordt er (waarschuwend) de vinger opgestoken en gezegd: Naar onze Christelijke Militaire Tehuizen: NEEN! Als motivering moet ik dan tot mijn spijt lezen dat onze C.M.T. dat praedikaat „Christelijk" toch eigenlijk als een soort contrabande, ja erger als de vlag voeren om een lading' te dekken die toch de toets van de Geest van Christus niet kan doorstaan. Kijk waarde „Krijgsman" dat is mij nu tot een reden van droefheid als er zo gegeneraliserend geschreven wordt over goederen waar met de inzet van veler personen en bezit voor gestreden is. Ik ben in de tijden dat ik als militair van huis moest zijn in vele tehuizen geweest en hoe hebben wij als Christenen-militairen daarvan de zegen mogen ervaren. Dan krijg je wat in de plaats voor wat je thuis missen moet door je afwezigheid. In onze Christelijke Militaire Tehuizen wordt Gode zij dank naast gelegenheid tot studie en spel (is dat ongeoorloofd) de geest van Christus openbaar. Hoe? Ja elke tehuisbezoeker zal het weten. Door het gesprek met de Legerpredikant, de Huisvader en Moeder, bezoekers en vooralook met elkaar. En moeten wij dat allemaal dan maar voorbijgaan en ons hoofd schudden over zaken waaarop wij misschien persoonlijk een andere visie hebben. Neen, dan dienen wij te bedenken dat de Christelijke Tehuizen afgebeden zegeningen van God zijn. Plaatsen waar wij God en elkaar eerlijk onder de ogen dxrrven komen en waar ge/en avond voorbijgaat zonder dat gemeenschappelijk Gods Woord is gelezen en na psalm en gezang of geestelijk lied God is gedankt.

Of er dan nog tijd over blijft voor het „ontmoeten van eigen geloofsgenoten. Natuurlijk. Die ontdek je altijd, ook al in het Mil. Tehuis. En persoonlijk acht ik het de plicht van ieder doop of belijdend lid ener kerk zo spoedig mogelijk eigen predikant (catechisatie) en J.V. op te zoeken. Daarom is zulk een handboek als door „Krijgsman" verdedigd een uitstekende gids.

Ik moge U weleerwaarde beleefd verzoeken in een komend nummer van „Daniël" mijn bezwaren vervat in dit artikel te willen doen opnemen en ook „Krijgsman" de gelegenheid te willen geven nader iets te zeggen over de stand van zaken in verband met onze Chr. Mil. Tehuizen en het aanknopingspunt voor jongemannen uit onderscheidene kerken met al degenen waarin het gelaat van Christus openbaar wordt.

Weleerwaarde Heer ik dank U bij voorbaat voor de toegestane ruimte in uw blad en verblijf met broedergroet,

M. J. VERSPOOR.

Ik wil deze brief eens nader bespreken.

Dhr V. zegt dat hij met belangstelling en regelmatig , , Daniël" leest en dan nog wel in 't bijzonder mijn artikelen. Hoe is het dan mogelijk dat U dan in januari pas ageert op een artikel wat in een November nummer voor komt. Dat is een beetje eigenaardig en ook een beetje erg laat. Dan blijft er van die „regelmaat" niet veel over. Maar terzake want dit heeft met de zaak waarover het gaat niet veel te maken. Dit even vooraf.

Het zal me zeer moeilijk vallen om dhr V mijn zienswijze over de M.T.H. te doen begrijpen, maar wat vee! belangrijker is, te doen aanvoelen. Daar zijn nu eenmaal van die dingen die je moeilijk onder woorden kunt brengen maar die je wel aanvoelt. Zo is het ook met die geest. Die laat zich moeilijk beschrijven maar die laat zich wel gemakkelijk aanvoelen.

Ik wil u eerlijk bekennen mijnh. V. dat uw brief mij niet van zienswijze heeft veranderd, integendeel juist versterkt.

Ik wil het nog eens duidelijk zeggen. Ik heb veel M.T.H. bezocht en ik kon mij daar niet vinden. De sfeer die daar heerst is m.i. niet Christelijk. Het wil er bij mij niet in dat ik de jongens van onze Gemeenten vrijmoedig zonder een enkel bezwaar kan verwijzen naar een inrichting waar wordt gebiljart, waar voordrachten worden gegeven, waar bazars met muziek worden gegeven en waar soms een zgn. Christelijke film of een zgn. neutrale, onschuldige, culturele ja wat voor soort mooie namen worden er niet bedacht om de werkelijkheid maar te verbloemen, wordt gedraaid. Of dat dan in alle M.T.H. wordt gedaan? Ik hoop van niet maar in vele M.T.H. is een sfeer die de onze niet is. Ik zeg dat nu niet omdat onze jongens zo veel beter zijn dan die anderen maar mijnh. V. ik kan toch de verantwoording niet op me nemen als ik zonder meer het advies geef: „jongens bezoekt de M.T.H." Ik blijf erbij dat ook hier veel contrabande bij is en dat heel dikwijls de Christelijke vlag de lading moet dekken. Dat U dit misschien niet aangenaam in de oren klinkt kan ik niet helpen maar de zaken staan nu eenmaal zo en ik wens ze aldus te noemen.

Inderdaad, ik hef mijn vinger waarschuwend omhoog, opdat onze jongens met oordeel zullen kiezen. Van huis uit w r orden de jongens bij biljart, voordracht en film niet opgevoed. Zullen ze dan biljarten gaan leren in een Chr. Mil. Tehuis? om het straks als burger in een café verder te gaan beoefenen? Ik ga met U geen twistgesprek beginnen over het geoorloofde en ongeoorloofde spel. Dat kan niet het minste nut afwerpen.

U spreekt in uw brief van „de Geest van Christus." Wat bedoelt U daarmee ? Dat verklaart U niet. Hij wordt openbaar zegt U in de M.T.H. Wat gebruikt U toch grote woorden. Wat ik onder de Geest van Christus versta? Dat zal ik U zeggen mijnh. V. Daaronder versta ik de Heilige Geest, die uitgaat van de Vaderen van de Zoon. Zie Ned. Gel. Bel. art. XI. Die geest van Christus kan men dus vinden bij Zijn volk, daarin is Hij een Geest des geloofs en der heiligmaking. Daar werkt Hij:

a een verzet tegen de zonden;

b een verkleefdheid aan God en Zijn dienst;

c een verborgen omgang met God;

Die de Geest van Christus heeft, daar is Hij een Geest, Die Zijn volk vruchtbaar maakt in allerlei deugden en genade gaven, tot verheerlijking van God en stichting van hun naasten. Heeft U aan dit alles gedacht, toen U 2 x in uw brief schreef over de Geest van Christus ? Een mens die de Geest heeft zou die gaan biljarten, voordrachten beluisteren of films gaan zien? Ik geloof er niets van, al waren het zgn. Bijbelse films. Schandelijk is het dat deze in Nederland worden vertoond. Er bestaan films over David en Bathséba, over Simson en Delila,

Verder schrijft U dat het daar de plaats is waar we God en elkaar eerlijk onder de ogen durven komen.

Dat is een taal mijnh. V. die ik niet gewoon ben. Dat is een taal die voortspruit uit een geest, uit een sfeer waarin ik mij niet kan vinden. God eerlijk onder de ogen durven komen weet ge wel wat dat zeggen wil? Toen God Adam riep toen verborg hij zich voor het aangezicht des Heeren. In Job 42 lees ik: „Met het gehoor des oors heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as." Hoe kunt U zoiets schrijven. „God eerlijk onder de ogen te komen." Ik wil het hierbij voor deze week laten. Nog één artikel wil ik er aan wijden. Tot de volgende keer dan D.V.

Hartelijke groeten van

„KRIJGSMAN".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's

VOOR ONZE Militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's